ECLI:NL:RBMID:2009:BL0944
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C. de Regt
- Rechtspraak.nl
Vordering tot beëindiging executie van dwangsom in pachtgeschil
In deze zaak vordert eiser, [eiser], dat gedaagde, [gedaagde], wordt veroordeeld om de executie van een eerder vonnis van de pachtkamer te beëindigen. Dit vonnis, gedateerd 3 juni 2009, verplichtte eiser om een ophoging van een perceel grond ongedaan te maken, op straffe van een dwangsom van € 100 per dag, met een maximum van € 5.000. Eiser stelt dat hij met het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden op het perceel, waar gedaagde mee heeft ingestemd, heeft voldaan aan de redelijke wensen van gedaagde en dat het alsnog uitvoeren van de dwangsom in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Eiser betoogt dat het afgraven van het perceel niet meer nodig is en dat er inmiddels een nieuw weiland is ontstaan, dat door gedaagde in gebruik is genomen. Gedaagde daarentegen stelt dat eiser niet volledig heeft voldaan aan het vonnis, omdat het perceel niet is afgegraven. Gedaagde houdt vast aan de nakoming van het vonnis en betwist dat er een akkoord is bereikt over de voorgestelde oplossing van eiser. De voorzieningenrechter overweegt dat gedaagde niet heeft aangegeven niet akkoord te zijn gegaan met de voorgestelde oplossing en dat de door eiser uitgevoerde werkzaamheden het perceel weer bruikbaar hebben gemaakt. De rechter concludeert dat gedaagde geen belang meer heeft bij de nakoming van de hoofdveroordeling en dat het opeisen van de dwangsom misbruik van recht oplevert. De vordering van eiser wordt toegewezen, en gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.