ECLI:NL:RBMID:2009:BL0313

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
11 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
68192 / HA ZA 09-311
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank in civiele procedure met betrekking tot onbetaalde facturen

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Middelburg, is er een geschil ontstaan over de bevoegdheid van de rechtbank in een civiele procedure. De eiseres in de hoofdzaak, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd te Goes, vordert betaling van onbetaalde facturen ter hoogte van € 7.659,55, vermeerderd met rente. De gedaagde in de hoofdzaak, wonende te Kapellen in België, heeft zich in het incident beroepen op de onbevoegdheid van de rechtbank. Hij stelt dat de vordering van de eiseres begroot dient te worden volgens de Wet Tarieven Burgerlijke Zaken (Wtbz), waardoor de rechtbank niet bevoegd zou zijn om van de vordering kennis te nemen.

De eiseres in de hoofdzaak betwist de onbevoegdheid en stelt dat de rechtbank wel degelijk bevoegd is. Zij verwijst naar de verweren van de gedaagde, die niet alleen betrekking hebben op de hoogte van de facturen, maar ook op de kwaliteit van de geleverde diensten. De eiseres stelt dat de artikelen 32 tot 40 van de Wtbz niet van toepassing zijn, omdat het geschil niet enkel over de hoogte van de declaratie gaat, maar ook over de vraag of er sprake is van wanprestatie door de gedaagde.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de gedaagde als reden voor het niet betalen van de declaratie aanvoert dat de werkzaamheden niet vakkundig zijn uitgevoerd. De rechtbank oordeelt dat, indien de cliënt om andere redenen de declaratie niet betaalt, zoals in dit geval, de advocaat zich moet wenden tot de gewone rechter. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat zij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen en heeft de exceptie van onbevoegdheid afgewezen. De gedaagde is veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eiseres zijn begroot op € 452,-- aan procureurssalaris.

Uitspraak

Uitspraak
2
68192 / HA ZA 09-311
11 november 2009
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
68192 / HA ZA 09-31111 november 2009
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 68192 / HA ZA 09-311
Vonnis in incident van 11 november 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident],
gevestigd te Goes,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. K. van Overloop,
tegen
[gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident],
wonende te Kapellen (België),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. J.C. van den Doel.
Partijen zullen hierna [verweerster in in[eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident] en [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding
de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring
de incidentele conclusie van antwoord.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
De feiten in het incident
In de hoofdzaak vordert [eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident] veroordeling van [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] tot betaling van een bedrag van € 7.659,55 in hoofdsom vermeerderd met rente, ter zake onbetaalde facturen.
De facturen waarvan betaling wordt gevorderd betreffen door [eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident] in de uitoefening van zijn beroep als advocaat ten behoeve van [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] uitgevoerde werkzaamheden.
Het geschil in het incident
[gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] beroept zich op de onbevoegdheid van de rechtbank, nu de vordering van [eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident] begroot dient te worden zoals bedoeld in de Wet Tarieven Burgerlijke Zaken (Wtbz). Gezien deze specifieke procedure in de wet is de rechtbank volgens [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] onbevoegd om van de vordering kennis te nemen.
[eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident] meent dat de rechtbank wel bevoegd is. Zij verwijst daarbij naar de door [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] kenbaar gemaakte verweren, die niet slechts de betwisting van de hoogte van de facturen betreffen, maar met name zijn stelling dat er sprake was van wanprestatie doordat de werkzaamheden niet vakkundig zouden zijn uitgevoerd.[eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident] stelt, onder verwijzing naar de jurisprudentie over dit onderwerp, dat in een dergelijk geval de artikelen 32 tot 40 Wtbz niet kunnen worden toegepast en het geschil aan de gewone rechter dient te worden beoordeeld.
De beoordeling in het incident
[gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] heeft voor alle weren de exceptie van onbevoegdheid voorgesteld ten aanzien van de vordering van [eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident].
De rechtbank overweegt het volgende.
Uit zijn eigen stellingen alsmede uit de overgelegde stukken volgt dat [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] als reden voor het niet betalen van de declaratie van [eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident] onder meer aanvoert dat [eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident] de werkzaamheden niet vakkundig heeft uitgevoerd.
De Wet tarieven in burgerlijke zaken, art. 32 e.v., bevat een procedure voor het innen van betwiste declaraties in civiele zaken. In een dergelijke procedure bestaat slechts ruimte voor debat over de vraag op welk honorarium de advocaat, gelet op de door hem verrichte werkzaamheden, in de gegeven omstandigheden aanspraak kan doen gelden. Indien de cliënt om andere redenen de declaratie niet betaalt, bijvoorbeeld omdat hij aanvoert dat de advocaat slecht werk heeft geleverd, dan dient de advocaat zich te wenden tot de gewone rechter.
Uit het vorenstaande volgt dat de rechtbank bevoegd is kennis te nemen van de vordering van[eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident]. De exceptie van onbevoegdheid is derhalve ten onrechte voorgesteld.
[gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
De beslissing
De rechtbank
in het incident
wijst de vordering af;
veroordeelt [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [eiseres in hoofdzaak, verweerster in incident] begroot op
€ 452,-- aan procureurssalaris;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de rol van 9 december 2009 voor het nemen van een conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident];
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2009.