ECLI:NL:RBMID:2009:BL0313
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in civiele procedure met betrekking tot onbetaalde facturen
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Middelburg, is er een geschil ontstaan over de bevoegdheid van de rechtbank in een civiele procedure. De eiseres in de hoofdzaak, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd te Goes, vordert betaling van onbetaalde facturen ter hoogte van € 7.659,55, vermeerderd met rente. De gedaagde in de hoofdzaak, wonende te Kapellen in België, heeft zich in het incident beroepen op de onbevoegdheid van de rechtbank. Hij stelt dat de vordering van de eiseres begroot dient te worden volgens de Wet Tarieven Burgerlijke Zaken (Wtbz), waardoor de rechtbank niet bevoegd zou zijn om van de vordering kennis te nemen.
De eiseres in de hoofdzaak betwist de onbevoegdheid en stelt dat de rechtbank wel degelijk bevoegd is. Zij verwijst naar de verweren van de gedaagde, die niet alleen betrekking hebben op de hoogte van de facturen, maar ook op de kwaliteit van de geleverde diensten. De eiseres stelt dat de artikelen 32 tot 40 van de Wtbz niet van toepassing zijn, omdat het geschil niet enkel over de hoogte van de declaratie gaat, maar ook over de vraag of er sprake is van wanprestatie door de gedaagde.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de gedaagde als reden voor het niet betalen van de declaratie aanvoert dat de werkzaamheden niet vakkundig zijn uitgevoerd. De rechtbank oordeelt dat, indien de cliënt om andere redenen de declaratie niet betaalt, zoals in dit geval, de advocaat zich moet wenden tot de gewone rechter. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat zij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen en heeft de exceptie van onbevoegdheid afgewezen. De gedaagde is veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eiseres zijn begroot op € 452,-- aan procureurssalaris.