ECLI:NL:RBMID:2009:BL0138
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opheffing van conservatoir beslag op onroerende zaak tussen moeder en zoon
In deze zaak vordert [eiseres], de hoogbejaarde moeder van [gedaagde], de opheffing van een door haar zoon gelegd conservatoir beslag op haar woning. De aanleiding voor het geschil is een akte van verdeling inzake de nalatenschap van de overleden echtgenoot van [eiseres], waarin is bepaald dat [gedaagde] de woning eerst moet kopen van [eiseres] voordat hij deze kan verkopen of bezwaren. [eiseres] stelt dat er geen rechtsgeldige koopovereenkomst tot stand is gekomen, omdat er geen schriftelijke koopakte is opgemaakt, zoals vereist door de wet. [gedaagde] betwist dit en stelt dat er wel degelijk overeenstemming is bereikt over de koopprijs.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering van [eiseres] gegrond is. Het ontbreken van een schriftelijke koopakte leidt tot de nietigheid van de koopovereenkomst, waardoor [gedaagde] geen aanspraak kan maken op de levering van de woning. Het beslag is gelegd ter verzekering van een ondeugdelijke vordering en moet worden opgeheven. De voorzieningenrechter wijst de vordering van [eiseres] toe en veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die op € 1.410,31 worden begroot. Dit vonnis is uitgesproken op 17 november 2009.