ECLI:NL:RBMID:2009:BK9719
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een geldlening met rente en kosten na executoriale verkoop van een woning
In deze zaak vordert eiser, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, dat de rechtbank gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 90.178,84, bestaande uit de hoofdsom van een geldlening, rente en kosten. De geldlening van € 85.000,-- werd op 5 september 2007 aangegaan door eiser en gedaagde sub. 1, met de overeenkomst dat de totale schuld uiterlijk op 31 december 2012 volledig moest worden afgelost. Gedaagden, ex-echtgenoten, zijn in gebreke gebleven met hun terugbetalingsverplichtingen, wat heeft geleid tot een executoriale verkoop van hun woning op 9 juli 2008. Eiser stelt dat de lening is aangegaan met toestemming van gedaagde sub. 2, ondanks dat de lening formeel alleen met gedaagde sub. 1 is aangegaan. Gedaagde sub. 1 betwist de vordering en stelt dat de lening niet is verstrekt zoals overeengekomen en dat er sprake is van misbruik van omstandigheden. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst duidelijk is en dat gedaagde sub. 1 niet heeft aangetoond dat de lening niet opeisbaar is. De rechtbank wijst de vordering tot betaling van de hoofdsom en de rente toe, maar wijst de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten af, omdat eiser deze niet voldoende heeft onderbouwd. Gedaagden worden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten en de beslagkosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.