ECLI:NL:RBMID:2009:BK9251
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van rente en vergoeding in het kader van de verdeling van gemeenschappelijke eigendommen na echtscheiding
In deze zaak vorderde eiseres, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis zou bepalen dat gedaagde in verzuim was met betrekking tot de betaling van een bedrag van € 62.259,-, en dat hij wettelijke rente verschuldigd was vanaf 26 oktober 2007. Daarnaast vorderde eiseres een vergoeding op grond van redelijkheid en billijkheid over dit bedrag, alsook een vergoeding voor de overwaarde van de echtelijke woning, die aan haar toekwam, ter hoogte van € 130.032,-. Eiseres stelde dat gedaagde vanaf 26 oktober 2007 in verzuim was en dat hij ook een vergoeding van € 7.885,04 verschuldigd was over de periode tot 30 juni 2008. Gedaagde verweerde zich door te stellen dat eiseres hem finale kwijting had verleend in de akte van verdeling en dat er geen aanspraak meer gemaakt kon worden op rentevergoeding.
De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van eiseres moesten worden afgewezen. De rechtbank overwoog dat er geen betalingstermijn was overeengekomen en dat gedaagde niet in verzuim was, omdat eiseres hem niet in gebreke had gesteld. De rechtbank concludeerde dat gedaagde, gezien de omstandigheden, er op mocht vertrouwen dat hij geen rentevergoeding meer verschuldigd was. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitgesproken op 17 juni 2009 door mr. H.A. Witsiers.