ECLI:NL:RBMID:2009:BK9192

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
30 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
63375 / HA ZA 08-304
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige geldopnamen door gedaagde ten laste van moeder

In deze civiele zaak vordert eiser, de broer van gedaagde, een veroordeling van gedaagde tot betaling van € 58.500,--, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Eiser stelt dat gedaagde onrechtmatig gelden heeft onttrokken aan de rekening van hun moeder, die op 10 december 2005 is overleden. Eiser betoogt dat gedaagde de gelden die hij namens moeder in bezit had, ten eigen bate heeft aangewend, wat hem heeft benadeeld. Eiser baseert zijn vordering op een lijst van geldopnamen die door gedaagde zijn gedaan, voornamelijk in Diemen en Leerdam, en stelt dat het onwaarschijnlijk is dat deze opnamen in opdracht van moeder zijn gedaan, gezien haar zuinige levensstijl en beperkte behoefte aan geld na haar verhuizing naar een verzorgingshuis.

Gedaagde betwist de vordering en concludeert tot afwijzing. Hij stelt dat moeder zelf de beschikking had over haar vermogen en dat hij de opnamen deed in opdracht van haar. Gedaagde heeft ter comparitie verklaard dat hij regelmatig met moeder geld opnam en dat hij het geld steeds aan haar afdroeg. De rechtbank heeft echter twijfels over de juistheid van deze verklaringen, vooral gezien het patroon van de geldopnamen en de leeftijd van moeder. De rechtbank concludeert dat gedaagde niet aannemelijk heeft gemaakt dat de opnamen daadwerkelijk ten goede zijn gekomen aan moeder.

De rechtbank heeft gedaagde belast met het tegenbewijs en heeft bepaald dat hij getuigen mag oproepen om zijn stellingen te onderbouwen. De zaak is aangehouden voor een getuigenverhoor, waarbij gedaagde moet aantonen dat de opnamen met goedkeuring van moeder zijn gedaan en dat hij het geld daadwerkelijk aan haar heeft afgegeven. Het vonnis is gewezen op 30 september 2009 door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
63375 / HA ZA 08-3041 april 2009
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 63375 / HA ZA 08-304
Vonnis van 30 september 2009
in de zaak van
[eiser],
wonende te Purmerend,
eiser,
advocaat mr. C.J. IJdema te Middelburg,
tegen
-
[gedaagde],
wonende te Lamswaarde,
gedaagde,
advocaat mr. N.J.F. Snoek te Ulvenhout.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het tussenvonnis van 3 september 2008
het proces-verbaal van comparitie van 7 november 2008.
De feiten
Partijen zijn broers. Hun moeder, geboren op 15 april 1910, is op 10 december 2005 te Purmerend overleden. Zij heeft partijen bij testament gezamenlijk en voor gelijke delen tot haar enige erfgenamen benoemd.
Sinds 2003/2004 is het contact tussen eiser en moeder verbroken. Vanaf 2004 beschikte gedaagde over een pinpas van de Postbankrekening met nummer [rekeningnummer] van moeder. Sinds mei 2005 is deze rekening tevens op naam van gedaagde gesteld; een zogenaamde en/of rekening. Het nummer van de pas van moeder is [num[nummer]; dat van de pas van gedaagde is [nummer]. Gedaagde had van moeder de pincode behorend bij haar pas ([nummer]) gekregen. Gedaagde heeft zijn eigen pas nooit gebruikt.
Medio december 2003 is moeder verhuisd van een zelfstandige woning naar verzorgingshuis [naam] te Purmerend. Op 11 juni 2004 is de netto-verkoopopbrengst van haar woning ad € 106.443,73 op voormelde Postbankrekening gestort. De moeder had inkomsten uit een AOW uitkering en uit pensioen van de Stichting Pensioen Stichting 40-45. Het pensioen bedroeg in 2004 circa € 1.256,76 en in 2005 circa € 1.245,58 per maand.
Op het afschrift d.d. 11 juni 2004 bedroeg het saldo op de Postbankrekening, bijgewerkt tot en met 9 juni 2004, € 6.936,45. Op het afschrift van 18 juni 2004 is het saldo € 113.288,30 (bijgewerkt tot en met 16 juni 2004). Op het moment van overlijden bedroeg het saldo van de nalatenschap circa € 11.000,--.
Op respectievelijk 30 juni 2004, 30 september 2004 en 22 december 2004 is van de Postbankrekening van moeder één keer € 15.000,-- en twee keer € 5.000,-- overgeschreven naar een rekening op naam van “[gedaagde]”. Gedurende de periode 7 juni 2004 tot 16 maart 2005 is één keer contant € 250,-- opgenomen met de pinpas met nummer [nummer], namelijk op 5 augustus 2004 om 15.57 uur bij de pinautomaat “Diemen Wilhelminaplants”. Gedurende de periode 16 maart 2005 tot aan haar overlijden zijn blijkens de overgelegde afschriften van de Postbankrekening bedragen contant opgenomen met de pinpas met nummer [nummer], als volgt:
16 maart 2005 Diemen Wilhelminaplants 19.38 uur € 1.000,--
21 maart 2005 idem 15.55 uur € 1.000,--
22 maart 2005 idem 22.06 uur € 1.000,--
29 maart 2005 idem 16.25 uur € 1.000,--
31 maart 2005 idem 21.32 uur € 1.000,--
1 april 2005 idem 20.58 uur € 1.000,--
4 april 2005 idem 22.51 uur € 1.000,--
4 april 2005 idem 20.57 uur € 1.000,--
4 april 2005 idem 21.04 uur € 1.000,--
5 april 2005 idem 19.34 uur € 1.000,--
6 april 2005 idem 21.49 uur € 1.000,--
7 april 2005 idem 21.34 uur € 1.000,--
8 april 2005 idem 21.02 uur € 1.000,--
11 april 2005 idem 20.01 uur € 1.000,--
11 april 2005 idem 21.18 uur € 1.000,--
11 april 2005 idem 18.01 uur € 1.000,--
12 april 2005 idem 20.45 uur € 1.000,--
13 april 2005 idem 21.47 uur € 1.000,--
14 april 2005 idem 21.02 uur € 1.000,--
15 april 2005 idem 20.44 uur € 1.000,--
18 april 2005 idem 22.15 uur € 1.000,--
18 april 2005 Purmerend Ged. Where 17.11 uur € 1.000,--
21 april 2005 Diemen Wilhelminaplants 22.09 uur € 1.000,--
21 april 2005 Purmerend Ged. Where 21.04 uur € 1.000,--
22 april 2005 Diemen Wilhelminaplants 20.27 uur € 1.000,--
25 april 2005 idem 20.59 uur € 1.000,--
25 april 2005 Purmerend Ged. Where 21.25 uur € 1.000,--
27 april 2005 Diemen Wilhelminaplants 23.16 uur € 1.000,--
28 april 2005 idem 23.10 uur € 1.000,--
29 april 2005 idem 00.20 uur € 1.000,--
2 mei 2005 Purmerend Ged. Where 21.51 uur € 1.000,--
5 mei 2005 Diemen Wilhelminaplants 23.03 uur € 1.000,--
9 mei 2005 idem 22.14 uur € 1.000,--
9 mei 2005 idem 12.59 uur € 1.000,--
10 mei 2005 idem 21.34 uur € 1.000,--
12 mei 2005 idem 21.20 uur € 1.000,--
13 mei 2005 idem 17.53 uur € 1.000,--
16 mei 2005 idem 20.59 uur € 1.000,--
16 mei 2005 idem 22.33 uur € 1.000,--
16 mei 2005 idem 18.13 uur € 1.000,--
23 mei 2005 idem 22.21 uur € 1.000,--
27 mei 2005 idem 23.40 uur € 1.000,--
2 juni 2005 Leerdam Reilinghplein 11.22 uur € 1.000,--
20 juni 2005 Purmerend Ged. Where 22.12 uur € 1.000,--
24 juni 2005 idem 21.35 uur € 1.000,--
4 juli 2005 idem 22.03 uur € 1.000,--
20 juli 2005 Leerdam Reilinghplein 19.37 uur € 1.000,--
21 juli 2005 idem 20.22 uur € 1.000,--
22 juli 2005 idem 16.17 uur € 1.000,--
25 juli 2005 Etten-Leur Stationsplein 12.45 uur € 1.000,--
28 juli 2005 Leerdam Reilinghplein 19.56 uur € 1.000,--
1 aug 2005 Purmerend Ged. Where 21.41 uur € 1.000,--
4 aug 2005 Leerdam Reilinghplein 21.08 uur € 1.000,--
8 aug 2005 Purmerend Ged. Where 21.16 uur € 1.000,--
11 aug 2005 Leerdam Reilinghplein 16.15 uur € 1.000,--
15 aug 2005 Diemen Wilhelminaplants 22.40 uur € 1.000,--
16 aug 2005 Leerdam Reilinghplein 21.59 uur € 1.000,--
16 aug 2005 idem 23.48 uur € 1.000,--
18 aug 2005 idem 20.00 uur € 1.000,--
19 aug 2005 idem 21.19 uur € 1.000,--
22 aug 2005 Amsterdam Buikslotermr 16.24 uur € 1.000,--
22 aug 2005 Purmerend Ged. Where 21.56 uur € 1.000,--
23 aug 2005 Leerdam Reilinghplein 18.48 uur € 1.000,--
24 aug 2005 idem 19.57 uur € 1.000,--
26 aug 2005 idem 22.12 uur € 1.000,--
29 aug 2005 Diemen Wilhelminaplants 21.45 uur € 1.000,--
29 aug 2005 idem 20.55 uur € 1.000,--
31 aug 2005 Leerdam Reilinghplein 23.28 uur € 1.000,--
31 aug 2005 idem 20.07 uur € 1.000,--
1 sept 2005 idem 16.06 uur € 1.000,--
5 sept 2005 Purmerend Ged. Where 21.05 uur € 1.000,--
6 sept 2005 Leerdam Reilinghplein 21.46 uur € 1.000,--
7 sept 2005 idem 16.10 uur € 1.000,--
8 sept 2005 idem 16.07 uur € 1.000,--
9 sept 2005 idem 16.14 uur € 1.000,--
12 sept 2005 Diemen Wilhelminaplants 17.11 uur € 1.000,--
13 sept 2005 Leerdam Reilinghplein 21.56 uur € 1.000,--
15 sept 2005 idem 22.32 uur € 1.000,--
15 sept 2005 idem 19.18 uur € 1.000,--
16 sept 2005 idem 16.08 uur € 1.000,--
20 sept 2005 Diemen Wilhelminaplants 23.09 uur € 1.000,--
21 sept 2005 idem 23.36 uur € 1.000,--
21 sept 2005 Leerdam Reilinghplein 16.00 uur € 1.000,--
23 sept 2005 idem 12.44 uur € 1.000,--
26 sept 2005 Diemen Wilhelminaplants 19.35 uur € 1.000,--
26 sept 2005 Purmerend Ged. Where 17.31 uur € 1.000,--
1 nov 2005 Diemen Wilhelminaplants 22.03 uur € 1.000,--
14 nov 2005 Purmerend Ged. Where 20.44 uur € 1.000,--
21 nov 2005 idem 12.29 uur € 1.000,--
22 nov 2005 idem 20.00 uur € 1.000,--
25 nov 2005 Leerdam Reilinghplein 12.33 uur € 1.000,--
1 dec 2005 Purmerend Ged. Where 21.53 uur € 1.000,--
Totaal contant opgenomen € 92.000,--
Het geschil
Eiser vordert gedaagde bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad en tegen behoorlijk bewijs van kwijting te veroordelen tot betaling van € 58.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2008 en de proceskosten. Hij stelt dat gedaagde de gelden die hij namens moeder in bezit had ten eigen bate heeft aangewend. Dit is onrechtmatig jegens eiser. Eiser is daardoor benadeeld. Hij stelt de hoogte van zijn schade op de helft van de bedragen die gedaagde zich onrechtmatig heeft toegeëigend. Uit de (hierboven onder 2.4 aangehaalde) lijst van geldopnamen blijkt dat van de rekening van moeder telkens (en regelmatig meermalen op dezelfde dag/avond) € 1.000,-- werd gepind en dat de opnamen meestal werden gedaan in Diemen – de voormalige woonplaats van gedaagde - en Leerdam. Tot en met 2003 heeft eiser de financiële administratie van moeder gevoerd. Uit die periode weet eiser dat moeder zeer zuinig leefde. Na verhuizing naar het verzorgingstehuis kwam zij weinig meer buiten, verbleef veel in bed en had nauwelijks meer geld nodig. Haar maandelijkse inkomen uit AOW en pensioen waren voldoende. Het is dan ook zeer onwaarschijnlijk dat gedaagde de opnamen in opdracht en ten behoeve van moeder heeft gedaan. Het bedrijf [bedrijfsnaam] is van gedaagde, zodat ook de overboekingen aan dit bedrijf aan gedaagde ten goede zijn gekomen. Uit niets blijkt dat gedaagde deze € 25.000,-- aan moeder heeft terugbetaald.
Gedaagde betwist de vordering. Hij concludeert primair tot afwijzing. Moeder had tot haar overlijden zelf de volledige beschikking over haar vermogen. In opdracht en ten behoeve van moeder heeft hij regelmatig geld opgenomen. Hij kreeg dan haar pas en pincode mee. Alle keren dat er € 1.000,-- is gepind, gebeurde dat door hem of zijn ex-vrouw, mevrouw [ex-vrouw] en vaak in het bijzijn van moeder. Gedaagde stelt dat hij tot juni/juli 2005 in Amsterdam-Noord heeft gewoond en daarna in Leerdam is gaan wonen. Mevrouw [ex-vrouw] woont in Diemen. Hij ging 3 à 4 keer per maand met moeder bij mevrouw [ex-vrouw] op bezoek. Op de terugweg wilde moeder dan pinnen. Hij droeg het geld steeds direct aan moeder af. Hij heeft nooit meer dan eenmaal per dag gepind.
Moeder heeft de overschrijvingen tot in totaal € 25.000,-- aan [bedrijfsnaam] zelf gedaan. Dit betrof een lening die per kas aan moeder is terugbetaald.
Moeder had bij haar overlijden een bedrag van € 5.250,-- contant in huis ten behoeve van haar begrafeniskosten.
Subsidiair verzoekt gedaagde de rechtbank het vonnis voor zover hij daarin tot betaling van enig bedrag aan eiser wordt veroordeeld, niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, wegens restitutierisico.
De beoordeling
Ter comparitie heeft eiser erkend dat de bedragen tot het totaal van € 25.000,-- aan [bedrijfsnaam] door moeder zelf zijn overgemaakt. Hierin kan gedaagde derhalve geen onrechtmatig handelen worden verweten. Dit deel van de vordering moet worden afgewezen. Of het bedrag wel of niet is terugbetaald leidt, gegeven de grondslag van eisers vordering, niet tot een ander oordeel.
Ten aanzien van de onder r.o. 2.4 weergegeven geldopnamen is relevant of die door gedaagde zelf of door zijn toedoen zijn opgenomen en niet aan moeder ten goede zijn gekomen zonder haar medeweten. Het aldus onttrekken van gelden aan de nalatenschap is onrechtmatig tegenover de erfgenamen en dus tegenover eiser. Het is in beginsel aan eiser te bewijzen dat deze situatie zich heeft voorgedaan. De rechtbank ziet in de navolgende feiten en omstandigheden echter aanleiding gedaagde met het tegenbewijs te belasten.
Gedaagde heeft ter comparitie erkend dat hij regelmatig over de pinpas [nummer] met pincode beschikte. Verder heeft hij verklaard dat alle keren dat er € 1.000,-- gepind was, dat gebeurde door hem of zijn ex-vrouw, mevrouw [ex-vrouw], met wie hij goed contact heeft. Mevrouw [ex-vrouw] woont in Diemen; hij in Leerdam. Uit het overzicht van de geldopnamen (r.o. 2.4) blijkt dat van de 92 keren dat er € 1.000,-- werd opgenomen, dat 46 keren in Diemen gebeurde, 28 keren in Leerdam, 1 keer in Amsterdam, 1 keer in Etten-Leur en 16 keren in Purmerend. Gedaagde heeft hierover ter comparitie gezegd dat hij vaak met moeder geld opnam, als hij met haar mevrouw [ex-vrouw] in Diemen bezocht. Dit verklaart de veelvuldige geldopnamen in Leerdam, zijn woonplaats, echter niet.
Gedaagde heeft verder ter comparitie verklaard dat hij nooit meer dan 1 keer per dag geld opnam. Kijkend naar het patroon van de geldopnamen, komt dit de rechtbank vooralsnog niet aannemelijk voor. Op verschillende data, bijvoorbeeld op 4 en op 11 april 2005, wordt binnen 2 à 3 uur drie keer € 1.000,-- opgenomen in Diemen. Dit is niet te rijmen met de verklaring van gedaagde dat hij maar 1 keer per dag geld opnam. Gedaagde geeft hiervoor ook geen andere logische verklaring.
Verder heeft gedaagde aangevoerd dat hij de geldopnamen vaak in het bijzijn van moeder deed. Dit is, gegeven de gevorderde leeftijd van moeder, haar verblijf in een verzorgingstehuis en afgezet tegen het vaak late tijdstip waarop de meeste geldopnamen werden gedaan niet zonder meer aannemelijk.
Tenslotte heeft hij verklaard dat hij de door hem en mevrouw [ex-vrouw] opgenomen gelden aan moeder heeft afgedragen. Hij maakt echter niet aannemelijk waaraan moeder dat geld besteedde, terwijl hij regelmatig contact met haar had en verder bij haar overlijden slechts een contant bedrag van € 5.250,-- is aangetroffen. Het had op zijn weg gelegen de stelling van eiser dat moeder niet veel geld nodig had en kon leven van haar maandelijkse inkomen uit AOW en pensioen, gelet op haar leeftijd, haar verblijf in het verzorgingstehuis en haar zuinige leefstijl, onderbouwd te weerspreken.
Aldus geldt dat gedaagde heeft erkend regelmatig geld opgenomen te hebben met de pas en pincode van moeder. Gelet op het patroon van de opnamen, de leeftijd van moeder en haar leefpatroon gaat de rechtbank er behoudend tegenbewijs vanuit dat gedaagde alle onder r.o. 2.4 vermelde geldopnamen heeft gedaan en het geld zelf heeft behouden. Gedaagde heeft in dit verband gesteld dat ook anderen de pas met pincode gebruikt kunnen hebben en dat hij het door hem opgenomen geld steeds heeft afgegeven aan moeder. Hij mag dit, overeenkomstig zijn aanbod, bewijzen.
De beslissing
De rechtbank
laat gedaagde toe door middel van getuigen te bewijzen dat moeder de pinpas met pincode ook aan anderen dan gedaagde en zijn ex-vrouw ter beschikking stelde en dat gedaagde en zijn ex-vrouw de opgenomen bedragen daadwerkelijk aan moeder hebben afgedragen;
bepaalt dat het getuigenverhoor zal worden gehouden op …….2009 in het gerechtsgebouw te Middelburg aan de Kousteensedijk 2, tegenover mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit;
bepaalt dat gedaagde tevoren per brief aan de griffie van de rechtbank het aantal getuigen dat hij voornemens is te doen horen opgeeft;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2009.