ECLI:NL:RBMID:2009:BK8815
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verklaring voor recht en schadevergoeding in verband met tekortkoming in samenwerkingsovereenkomst
In deze zaak vordert Mementa B.V. uitvoerbaar bij voorraad dat de rechtbank voor recht verklaart dat de gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst door vanaf december 2006 geen grafmonumenten, urnen en daaraan gerelateerde producten van Mementa te betrekken. Mementa vraagt ook om een gespecificeerd overzicht van de verkopen van de gedaagde over de periode van 1 december 2006 tot 1 maart 2008, met een dwangsom van € 1.000,-- per dag bij niet-nakoming. Daarnaast vordert Mementa een voorschot van € 5.000,-- en een schadevergoeding voor het tekortschieten van de gedaagde, alsook de kosten van de procedure.
De gedaagde betwist de vordering en stelt dat hij de samenwerkingsovereenkomst op 25 april 2007 heeft opgezegd. Mementa heeft deze opzegging niet geaccepteerd en de overeenkomst is later buitengerechtelijk ontbonden. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde niet verplicht was om een minimum aantal producten af te nemen, en dat het enkele feit dat hij geen producten heeft afgenomen niet betekent dat hij in strijd met de overeenkomst heeft gehandeld. Hierdoor wordt de vordering van Mementa afgewezen.
De rechtbank veroordeelt Mementa als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde worden begroot op € 303,-- voor griffierecht en € 768,-- voor het salaris van de advocaat. Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kuypers en openbaar uitgesproken op 1 juli 2009.