ECLI:NL:RBMID:2009:BK8798
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van schulden na echtscheiding en aansprakelijkheid voor betalingen aan Defam en Visa
In deze zaak vorderde eiseres, na wijziging van eis, veroordeling van gedaagde tot betaling van verschillende bedragen, waaronder € 304,94 vermeerderd met wettelijke rente, en een bedrag van € 3.000,-- met rente, alsook een vrijwaring voor een gedeelte van de schuld aan Defam. Eiseres stelde dat zij haar deel van de schuld aan Visa had afgelost en dat gedaagde minder had afgelost dan zij. Gedaagde voerde verweer en stelde dat eiseres haar afspraken niet was nagekomen, wat leidde tot onnodige rente. De rechtbank oordeelde dat de verdeling van de schulden aan Visa en Defam in geschil was, waarbij beide partijen hoofdelijk aansprakelijk waren voor de schuld aan Defam van € 32.000,--. Gedaagde had € 13.000,-- betaald, waardoor hij nog € 3.000,-- verschuldigd was. De rechtbank wees de vordering van eiseres af, omdat zij na de echtscheidingsbeschikking niets meer had afgelost op de schuld aan Visa. De rechtbank oordeelde dat gedaagde eiseres moest vrijwaren voor een gedeelte van de schuld aan Defam en dat eiseres de helft van de door gedaagde betaalde premies aan Levob verschuldigd was. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 24 juni 2009.