ECLI:NL:RBMID:2009:BK8526
Rechtbank Middelburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een geldlening met verweer tegen de rechtsgeldigheid van de schuldbekentenis
In deze zaak vordert eiser, [eiser], betaling van een bedrag van € 13.910,53 van gedaagde, [gedaagde], wegens een niet nagekomen geldlening. Eiser heeft aan gedaagde een bedrag van € 13.025,- geleend voor de aankoop van een woning. Gedaagde heeft echter geen enkele betaling verricht ter aflossing van de lening, behalve een kleine rentevergoeding van € 21,38 over een korte periode. Gedaagde heeft de woning kort na de aankoop moeten verkopen omdat hij de lasten niet kon betalen. In zijn verweer stelt gedaagde dat de schuldbekentenis nietig of vernietigbaar is, omdat eiser hem niet onafhankelijk heeft geadviseerd en de clausule in de schuldbekentenis in strijd zou zijn met de goede zeden. Gedaagde betwist ook de verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten.
De rechtbank oordeelt dat de schuldbekentenis rechtsgeldig is en dat gedaagde slechts de vervallen termijnen van de lening dient te betalen. De rechtbank wijst de vordering van eiser toe tot een bedrag van € 3.000,-, vermeerderd met de contractuele rente van 3% per jaar vanaf 1 januari 2007. Daarnaast wordt gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten aan eiser. De rechtbank concludeert dat gedaagde als grotendeels in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Dit vonnis is uitgesproken op 25 februari 2009 door mr. H.A. Witsiers.