ECLI:NL:RBMID:2009:BK8155

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
29 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
61188/ HA ZA 08-46
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C. de Regt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een geldlening voortvloeiend uit een koopovereenkomst

In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit drie partijen, betaling van een bedrag van € 20.000,00 van gedaagden, eveneens bestaande uit twee partijen. De vordering was gebaseerd op een schriftelijke koopovereenkomst waarbij eisers aan gedaagden de volledige inventaris, winkelinrichting en voorraad van het bedrijf Movie Max hadden verkocht voor een totaalbedrag van € 40.000,00. De levering vond plaats in juni 2006, waarbij gedaagden € 20.000,00 hadden betaald en het resterende bedrag was omgezet in een geldlening. De koopovereenkomst bevatte een clausule die ontbinding uitsloot.

Gedaagden staakten de exploitatie van het bedrijf in september 2007 en voldeden niet aan hun betalingsverplichtingen. Eisers vorderden de rechtbank om gedaagden te veroordelen tot betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten. De rechtbank beoordeelde de zaak en stelde vast dat gedaagden nog steeds € 20.000,00 verschuldigd waren aan eisers, maar dat de ontbinding van de koopovereenkomst op grond van de clausule in de overeenkomst niet mogelijk was. Hierdoor werd de vordering van eisers afgewezen.

De rechtbank oordeelde dat eisers als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moesten worden veroordeeld, welke kosten werden begroot op € 1.887,50. Het vonnis werd uitgesproken door mr. M.C. de Regt op 29 april 2009.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
61188 / HA ZA 08-4615 april 2009
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 61188 / HA ZA 08-46
Vonnis van 29 april 2009
in de zaak van
1. [eiseres sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser sub 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser sub 3],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. E.H.A. Schute,
tegen
1. [gedaagde sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat mr. J.A. Krab.
Partijen zullen hierna [eisers] c.s. en [gedaagden] c.s. genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het tussenvonnis van 26 maart 2008
de processen-verbaal van comparitie van 8 mei 2008 en 29 oktober 2008.
De feiten
[eisers] c.s. hebben bij schriftelijke koopovereenkomst aan [gedaagden] c.s. de volledige inventaris, winkelinrichting en voorraad van het bedrijf Movie max [woonplaats] aan de [adres] in [woonplaats] verkocht voor € 40.000,00. De levering heeft plaatsgevonden in juni 2006. [gedaagden] c.s. hebben € 20.000,00 betaald. Het restant van de koopsom, € 20.000,00, is omgezet in een geldlening, waarvan de voorwaarden zijn vastgelegd in de door partijen ondertekende koopovereenkomst. Artikel 8 van de koopovereenkomst luidt als volgt: De verkoper en de koper doen afstand van het recht om op grond van enige wettelijke bepaling gehele of gedeeltelijke ontbinding van deze overeenkomst te vorderen. [gedaagden] c.s. hebben de exploitatie omstreeks september 2007 gestaakt.
Het geschil
[eisers] c.s. vorderen dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] c.s. veroordeelt tot betaling van € 20.000,00, vermeerderd met 5,95% rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2008 tot de dag der algehele voldoening en met veroordeling van [gedaagden] c.s. in de kosten van de procedure.
[eisers] c.s. leggen het volgende aan hun vordering ten grondslag. [gedaagden] c.s. zijn in gebreke gebleven de met [eisers] c.s. gemaakte afspraken na te komen. Zij hebben de aan [eisers] c.s. in eigendom tot zekerheid overgedragen zaken aan derden verkocht zonder de opbrengst aan [eisers] c.s. af te dragen. [eisers] c.s. hebben bij brief van hun raadsman van 24 oktober 2007 voor wat betreft de betalingswijze van het niet betaalde gedeelte van de koopsom de overeenkomst van geldlening ontbonden en aanspraak gemaakt op betaling van de hoofdsom met rente.
[gedaagden] c.s. voeren verweer. Financiële omstandigheden en tegenvallend rendement hebben hen genoodzaakt de exploitatie te staken. De niet verkochte activa zijn nog in bezit van [gedaagden] c.s.. De waarde van de nog aanwezige goederen zal moeten worden vastgesteld en die waarde moet nog in mindering worden gebracht op het bedrag dat zij nog eventueel aan [eisers] c.s. verschuldigd blijken te zijn. Zij betwisten dat de lening ineens opeisbaar zou zijn. Zij verzoeken de rechtbank om een deskundige te benoemen om de waarde van de nog aanwezige films vast te stellen.
De beoordeling
Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en als anderzijds niet weersproken vast dat [gedaagden] c.s. aan [eisers] c.s. ter zake de koopovereenkomst nog een bedrag van € 20.000,00 verschuldigd zijn en dat dit gedeelte van de koopsom is omgezet in een geldlening op de voorwaarden die zijn vastgelegd in de door [eisers] c.s. als productie 1 overgelegde koopovereenkomst. Nu de onmiddellijke opeisbaarheid van de vordering voortvloeit uit de door [eisers] c.s. ingeroepen ontbinding van de koopvereenkomst en een dergelijke ontbinding op grond van artikel 8 van de koopovereenkomst is uitgesloten, dient de vordering van [eisers] c.s. te worden afgewezen.
[eisers] c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers] c.s. worden begroot op:
- vast recht € 440,00
- salaris procureur € 1.447,50 (2.5 punt × tarief € 579,00 )
Totaal € 1.887,50
De beslissing
De rechtbank
wijst de vordering af;
veroordeelt [eisers] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] c.s. tot op heden begroot op € 1.887,50;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2009.