ECLI:NL:RBMID:2009:BJ4932
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van de woning na beëindiging van een affectieve relatie
In deze zaak, die op 1 juli 2009 door de Rechtbank Middelburg is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man die een affectieve relatie hebben gehad. De vrouw vordert dat de man de woning, waar zij samen met haar kinderen uit een eerdere relatie woont, binnen drie weken na het vonnis verlaat. De vrouw stelt dat de situatie in de woning onhoudbaar is geworden en dat de kinderen last hebben van de spanningen. De man betwist deze onhoudbaarheid en geeft aan in de woning te willen blijven, zonder bruikbare alternatieven voor huisvesting te hebben.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juni 2009 zijn beide partijen en hun advocaat, mr. H. Mink, verschenen. De voorzieningenrechter overweegt dat de situatie vergelijkbaar is met een echtscheidingssituatie, waarin één van de partijen het voortgezet gebruik van de woning verzoekt. De voorzieningenrechter kan de onhoudbaarheid van de situatie niet objectief beoordelen, maar concludeert dat de belangenafweging in het voordeel van de vrouw valt. Gezien haar gezinssamenstelling en de schoolgaande kinderen, is het in hun belang dat zij in de woning kunnen blijven wonen.
De voorzieningenrechter beslist dat de man binnen zes weken na betekening van het vonnis de woning moet verlaten en dat hij moet meewerken aan de wijziging van de tenaamstelling van de huurovereenkomst. Tevens wordt een dwangsom van € 250 per dag opgelegd, tot een maximum van € 10.000, voor het geval de man in strijd handelt met deze bepalingen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.