ECLI:NL:RBMID:2009:BJ2131
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opheffing van conservatoir derdenbeslag in verband met tekortkomingen in de levering van glasstroken
In deze zaak vordert eiseres, [Naam] STAALBOUW B.V., de opheffing van een conservatoir derdenbeslag dat door gedaagde, [naam] HOLDING B.V., is gelegd op vorderingen van eiseres op de Walcherse Bouw Unie B.V. De achtergrond van het geschil ligt in een aannemingsovereenkomst waarbij eiseres in opdracht van gedaagde een casco van een autoshowroom heeft gebouwd. Gedaagde heeft het gebouw in gebruik genomen in november 2005. In een eerder vonnis van de rechtbank Utrecht op 20 augustus 2008 is geoordeeld dat eiseres tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen met betrekking tot de levering en plaatsing van glasstroken, wat heeft geleid tot een vordering van gedaagde tot vervangende schadevergoeding.
Eiseres heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Utrecht, terwijl gedaagde incidenteel appel heeft ingesteld. In de tussentijd heeft gedaagde conservatoir beslag gelegd op de vorderingen van eiseres op de Walcherse Bouw Unie B.V. ter zekerheid van haar vordering tot schadevergoeding. Eiseres stelt dat het beslag moet worden opgeheven omdat gedaagde geen recht heeft op de gevorderde schadevergoeding, gezien de eerdere afwijzing van de vordering door de rechtbank Utrecht.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen. Eiseres heeft aangetoond dat het beslag haar bedrijfsvoering schaadt, terwijl gedaagde belang heeft bij het handhaven van het beslag voor het geval haar vordering in hoger beroep wordt toegewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiseres meer belang heeft bij de opheffing van het beslag dan gedaagde bij handhaving ervan. Daarom wordt de vordering van eiseres tot opheffing van het beslag toegewezen. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op EUR 1.388,25.