ECLI:NL:RBMID:2009:BH2637
Rechtbank Middelburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake aanvraag vergunning toeristentrein gemeente Vlissingen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Middelburg op 10 februari 2009 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een aanvraag voor een vergunning voor het exploiteren van een toeristentrein in de gemeente Vlissingen. Verzoeker had op 10 september 2008 een aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen, maar het college had nog niet beslist op deze aanvraag. Volgens de Algemene plaatselijke verordening (APV) dient het bevoegde bestuursorgaan binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag te beslissen, met de mogelijkheid om deze termijn met maximaal acht weken te verlengen. In dit geval was er geen instemming van verzoeker met een verlenging, waardoor het college niet tijdig had beslist.
De voorzieningenrechter overwoog dat het niet tijdig beslissen op de aanvraag gegrond was, en dat er aanleiding bestond om een voorlopige voorziening te treffen. Verzoeker stelde dat hij benadeeld was omdat hij, indien er tijdig was beslist, de vergunning zou hebben gekregen. De voorzieningenrechter benadrukte dat de beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening zich enkel richt op de vraag of er niet tijdig was beslist, en dat de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag pas later aan de orde zou komen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het college van Vlissingen uiterlijk op 23 maart 2009 een beslissing op de aanvraag moest nemen. Tevens werd bepaald dat de gemeente Vlissingen het door verzoeker betaalde griffierecht van € 145,- diende te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. I. Dijkman, met W.J. Steenbergen als griffier.