ECLI:NL:RBMID:2008:BI8223

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
27 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
64631 / KG ZA 08-184
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de overdracht van aandelen in PT Tidak Worries en terugbetaling van leningen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg is behandeld, hebben eisers, bestaande uit een natuurlijke persoon en een besloten vennootschap, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, die ook aandeelhouders zijn van de vennootschap PT Tidak Worries. De vennootschap, opgericht op 16 september 2005, heeft als doel de ontwikkeling van vastgoedprojecten in Indonesië. Eisers hebben in de periode van 14 maart 2007 tot heden een aanzienlijk bedrag aan de vennootschap geleend voor de aankoop van grond op Lombok, Indonesië. Op 19 juli 2008 hebben eisers overeenstemming bereikt over de verkoop van hun aandelen aan een derde partij, maar gedaagden hebben geweigerd mee te werken aan deze overdracht. De eisers vorderen in dit kort geding dat gedaagden worden verplicht om hun aandelen aan de heer B. te verkopen voor een symbolische prijs van € 1,-- per stuk. Gedaagden verzetten zich tegen deze vordering en stellen dat de overeenkomst van 16 januari 2008 hen niet verplicht om hun aandelen voor deze prijs te verkopen, en dat de belangen van de aandeelhouders niet voldoende worden gerespecteerd.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat gedaagden niet kunnen worden verplicht om hun aandelen over te dragen aan de heer B. De rechter overweegt dat de verkoop van de aandelen op de door eisers voorgestelde wijze de verdere ontwikkeling van het vastgoedproject zou frustreren en dat gedaagden ook een legitiem belang hebben bij de verkoop van de percelen grond, die al een aanzienlijke winst heeft opgeleverd. De rechter wijst de vorderingen van eisers af en veroordeelt hen in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagden zijn begroot op € 1.308,--. Dit vonnis is uitgesproken op 27 oktober 2008.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
64631 / KG ZA 08-184
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 64631 / KG ZA 08-184
Vonnis van 27 oktober 2008
in de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te Vlissingen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRAKTIJK CHIROPRACTIE [naam bedrijf eiser 1],
gevestigd te Vlissingen,
eisers,
advocaat: mr. V. Bakker te Amsterdam,
tegen
1. [ gedaagde 1],
wonende te Middelburg,
2. [ gedaagde 2],
wonende te Vlissingen,
3. [ gedaagde 3],
wonende te Vlissingen,
4. [ gedaagde 4],
wonende te Delft,
gedaagden,
advocaat: mr. J. Boogaard te Middelburg.
Eiser sub 1 zal hierna worden aangeduid als [eiser ], eiseres sub 2 als [eiser ] B.V. en eisers tezamen als eisers. Gedaagden sub 1 tot en met 4 zullen worden aangeduid als gedaagden.
De procedure.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding;
de bij brief van 8 oktober 2008 van de zijde van eisers gevoegde producties 1 tot en met 7;
de conclusie van antwoord met producties 8 tot en met 15;
- de bij brief van 14 oktober 2008 van de zijde van eisers gevoegde producties 8 tot en met 15;
- de bij telefaxbericht van 15 oktober 2008 van de zijde van eisers gevoegde productie 16;
- de bij telefaxbericht van 15 oktober 2008 van de zijde van gedaagden gevoegde productie 25;
- de mondelinge behandeling op 16 oktober 2008;
- de pleitnota van mr. Bakker voornoemd;
- de pleitnota van mr. Boogaard voornoemd.
De feiten.
Op 16 september 2005 is opgericht PT Tidak Worries, een vennootschap naar Indonesisch recht (verder te noemen: de vennootschap). Deze vennootschap heeft ten doel de ontwikkeling van een vastgoedproject te Indonesië.
De vennootschap heeft op dit moment zes aandeelhouders, waaronder [eiser ] en gedaagden. Voorts is medeaandeelhouder E.A.M. [eiser ], de zoon van [eiser ] (hierna [eiser ] jr.). Ieders aandeel in de vennootschap bedraagt 16,6%.
[eiser ] B.V. heeft in de periode van 14 maart 2007 tot en met heden in totaal
€ 929.054,54 aan de vennootschap geleend ten behoeve van de aankoop van grond op Lombok, Indonesië.
[eiser ] is 100% aandeelhouder van [eiser ] B.V.
Op 16 januari 2008 is tussen alle aandeelhouders een overeenkomst gesloten, welke overeenkomst is aangevuld op 4 mei 2008 en 7 juli 2008. Daarin is (onder meer) de navolgende bepaling opgenomen:
“Praktijk Chiropractie [voorletters] [eiser ] B.V. draagt op grond van de ingebrachte financiële middelen in belangrijke mate het risico verbonden aan het onverhoopt niet slagen van het project. Partijen komen daarom overeen dat Ad [eiser ] binnen elke voornoemde fase het recht heeft om te beslissen over verkoop van de vennootschap PT Tidak Worries of van het Grupuk-project met inachtneming van het volgende:
º Bij verkoop van de aandelen van PT Tidak Worries verplichten partijen zich ertoe om ook hun aandelen aan te bieden en hebben zij het recht die aan te bieden tegen dezelfde condities (tag along/drag along). In deze situatie hebben alle aandeelhouders gezamenlijk het recht om de percelen Prabu en Awang van PT Tidak Worries over te nemen tegen de oorspronkelijk betaalde prijs vermeerderd met een nader overeen te komen prijsindexcijfer, vanaf het moment van aankoop, wat recht doet aan de waardeontwikkeling van de percelen.
º Bij verkoop van het project inclusief de grond van Grupuk blijven de percelen Prabu en Awang eigendom van PT Tidak Worries.”
[eiser ] en [eiser ] jr. hebben bij overeenkomst d.d. 19 juli 2008 overeenstemming bereikt over de verkoop van hun aandelen PT Tidak Worries aan de heer J.N.T. [B] tegen een koopprijs van € 1,-- per stuk. Voorts zijn daarin afspraken gemaakt over de terugbetaling van de door [eiser ] B.V. verstrekte geldlening.
Gedaagden zijn tot op heden niet bereid gebleken mee te werken aan de door [eiser ] beoogde levering van de aandelen aan de heer [B].
Het geschil.
Eisers vorderen -samengevat- dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, gedaagden zal veroordelen tot medewerking aan de overdracht van de door hen gehouden aandelen PT Tidak Worries aan de heer [B] tegen een koopprijs van € 1,-- per stuk. Na vermeerdering van eis vorderen eisers, in subsidiair verband, veroordeling van gedaagden tot overlegging van de koopovereenkomst met betrekking tot de percelen Grupuk en Natrabu. Het primaire en subsidiaire is gevorderd op straffe van verbeurte van een dwangsom.
Eisers stellen zich op het standpunt dat gedaagden op grond van de op 16 januari 2008 tussen alle aandeelhouders gesloten overeenkomst, welke overeenkomst is aangevuld op 4 mei 2008 en 7 juli 2008, verplicht zijn hun aandelen te koop aan te bieden nu [eiser ] tot verkoop van zijn aandelen aan de heer [B] wenst over te gaan.
Eisers stellen er geen vertrouwen meer in te hebben dat de huidige aandeelhouders in staat zullen zijn het project tot een goed einde te brengen en verlangen om die reden per ommegaande terugbetaling van de aan de vennootschap geleende gelden. Met de overdracht van de aandelen aan de heer [B] zal de terugbetaling van de leningen zijn veiliggesteld.
Op grond van de overeenkomst van 16 januari 2008 is de keuze om te verkopen uitsluitend aan [eiser ]. Dit zijn partijen overeengekomen en daar dienen gedaagden zich ook aan te houden. Door niet mee te werken aan de levering van de aandelen schieten gedaagden jegens [eiser ] toerekenbaar tekort in de nakoming van de op hen rustende verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst van 16 januari 2008. Voorts is het niet meewerken aan de overdracht van de aandelen onrechtmatig jegens [eiser ] B.V.
Gedaagden voeren verweer strekkende tot afwijzing van de vordering van eisers. Gedaagden stellen voorop dat de vordering van eisers moet worden beoordeeld naar Indonesisch recht. Voor zover Nederlands recht van toepassing is, voeren gedaagden het navolgende tegen het gevorderde aan. De bepaling in de overeenkomst van 16 januari 2008 verplicht gedaagden niet hun aandelen in de vennootschap voor een symbolische koopsom van € 1,-- per stuk aan een willekeurige derde te leveren. Op deze wijze wordt immers onvoldoende rekening gehouden met hun belangen als aandeelhouders. Met genoemde bepaling hebben partijen beoogd eisers meer zekerheid te bieden voor de terugbetaling van de door [eiser ] B.V. gestorte gelden. Bovendien kent de bepaling alternatieve verbintenissen voor gedaagden jegens [eiser ]. Zij dienen óf percelen grond te verkopen, zodat de vennootschap de geleende gelden kan terugbetalen, óf hun aandelen in de vennootschap te koop aan te bieden. Verkoop van gronden heeft inmiddels plaatsgevonden. Met de koper is een koopovereenkomst gesloten voor een koopsom van € 2.200.000,--. De percelen zijn destijds voor ongeveer € 900.000,-- door de vennootschap aangekocht, zodat met de grondtransactie een aanzienlijke winst wordt gemaakt. De koper van de gronden heeft inmiddels een aanbetaling gedaan van in totaal ruim € 500.000,--, welk bedrag op korte termijn aan [eiser ] B.V. ter beschikking wordt gesteld. De restant koopsom wordt eind oktober 2008 ontvangen, zodat de aflossing van de lening voor het einde van 2008 kan plaatsvinden.
De beoordeling.
Ten aanzien van het toepasselijke recht overweegt de voorzieningenrechter als volgt. De vordering van eisers strekt ertoe gedaagden te verplichten hun aandelen aan een derde aan te bieden. De vordering tot overdracht van de aandelen is gebaseerd op de overeenkomst die partijen op 16 januari 2008 hebben gesloten. Deze overeenkomst heeft twee aspecten: de geldlening van [eiser ] B.V. aan de vennootschap en afspraken die het inwendig bestel van de vennootschap raken. Ten aanzien van de geldlening zijn door partijen, Nederlanders, in Nederland afspraken gemaakt, zodat daarop Nederlands recht van toepassing is. Voor wat betreft het vennootschapsrechtelijke aspect van de overeenkomst van 16 januari 2008 geldt dat ingevolge de Wet Conflictenrecht Corporaties Indonesisch recht van toepassing is.
De vennootschap is door gedaagden opgericht met het doel de ontwikkeling van vastgoedprojecten in Indonesië. Voor de financiering van het project zijn gedaagden in 2007 in zee gegaan met eisers. Met de door [eiser ] B.V. aan de vennootschap geleende gelden zijn door de vennootschap percelen grond aangekocht in Indonesië. Het door eisers gestelde belang bij hun vordering is dat per ommegaande de aan de vennootschap geleende gelden aan [eiser ] B.V. worden terugbetaald.
De bepaling in de overeenkomst van 16 januari 2008 geeft [eiser ] als aandeelhouder de bevoegdheid om zijn aandelen te verkopen en tevens gedaagden te verplichten hun aandelen ter beschikking te stellen. Afgezien van de vraag of een dergelijke bepaling naar Indonesisch recht geldig is, geldt het navolgende.
[eiser ] B.V. heeft geld ter beschikking gesteld ten behoeve van een gezamenlijk project van partijen. De aandeelhouders hebben [eiser ] B.V. een bepaalde zekerheid willen geven voor de terugbetaling van dit geld. Onder die omstandigheid moet [eiser ] bij de uitoefening van die bevoegdheid rekening houden met de belangen van gedaagden. Vooralsnog staat onvoldoende vast dat hij dat heeft gedaan. In de eerste plaats frustreert de verkoop van de aandelen de verdere ontwikkeling van het vastgoedproject waar gedaagden als aandeelhouders en/of directie mee bezig zijn. In de tweede plaats wordt bij de verkoop op de wijze zoals [eiser ] dat voorstaat, alleen rekening gehouden met het belang van [eiser ] en de aan hem gelieerde vennootschap [eiser ] B.V. Tegenover de mogelijkheid van aflossing van de lening door verkoop van de aandelen aan de heer [B] staat eenzelfde mogelijkheid door de verkoop die gedaagden hebben gesteld. Die verkoop - die volgens de advocaat van gedaagden reeds heeft geleid tot een onherroepelijke storting van de aanbetaling van bijna € 500.000,00 – is zowel in het belang van eisers als van gedaagden. Onder die omstandigheden behoeven gedaagden in redelijkheid geen medewerking te verlenen aan de overdracht van hun aandelen tegen € 1,-- per stuk.
Bovendien zou bij toewijzing van de vordering van eisers sprake zijn van een onomkeerbare voorziening, wat niet in overeenstemming is met de aard van de kort geding procedure.
Al het vorenstaande leidt tot de conclusie dat gedaagden thans niet kunnen worden verplicht om hun aandelen in de vennootschap aan [B] over te dragen. De daartoe strekkende vordering moet daarom worden afgewezen.
In subsidiair verband vorderen eisers dat gedaagden worden veroordeeld tot overlegging van de door gedaagden met betrekking tot de gronden gesloten koopovereenkomst. In het licht van de ter zitting door Boogaard gedane mededeling zal deze vordering worden afgewezen.
Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van gedaagden worden begroot op:
- vast recht EUR 254,--
- salaris procureur EUR 1.054,--
Totaal EUR 1.308,--
De beslissing.
De voorzieningenrechter:
wijst de vorderingen af,
veroordeelt eisers in de proceskosten, aan de zijde van gedaagden tot op heden begroot op € 1.308,--,
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2008