ECLI:NL:RBMID:2008:BI1191
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging echtscheidingsconvenant en verdeling gemeenschap van goederen
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een echtscheiding, zijn partijen in 1976 gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. In verband met hun echtscheiding hebben zij op 24 juni 2005 een convenant gesloten waarin afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de gemeenschap van goederen, met als peildatum 31 december 2004. Eiser heeft op 22 december 2005 en opnieuw op 22 januari 2007 de vernietiging van het echtscheidingsconvenant ingeroepen, waarbij hij stelt dat de vrouw misbruik van omstandigheden heeft gemaakt en dat hij benadeeld is door dwaling. Eiser vordert een verklaring voor recht dat het convenant rechtsgeldig is vernietigd en vraagt om een nieuwe verdeling van de gemeenschap.
De rechtbank heeft de vordering van eiser afgewezen. Het beroep op misbruik van omstandigheden werd verworpen, omdat de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die eiser aanvoert niet voldoende zwaarwegend zijn. De rechtbank concludeert dat het convenant bindend is vastgesteld en dat eiser geen recht heeft op vernietiging, aangezien hij zelf de waarde van de huwelijkse gemeenschap kende en de overeenkomst niet eenzijdig in het voordeel van de vrouw was. De rechtbank heeft de verdeling van de activa en passiva van de huwelijkse gemeenschap vastgesteld, waarbij onder andere verzekeringspolissen en belastingaanslagen zijn verdeeld. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
De uitspraak is gedaan door mr. H.A. Witsiers en is openbaar uitgesproken op 26 november 2008. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser afgewezen en de verdeling van de gemeenschap van goederen vastgesteld, waarbij de kosten van de procedure zijn gecompenseerd.