ECLI:NL:RBMID:2008:BG5479
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.W. van de Merbel
- Rechtspraak.nl
Voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis op basis van Wet Bopz
Op 17 september 2008 heeft de officier van justitie een verzoek ingediend voor een voorlopige machtiging tot opname van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis, zoals geregeld in de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). Bij dit verzoek was een geneeskundige verklaring gevoegd, opgesteld conform artikel 5 van de Wet Bopz. Op 29 september 2008 vond de hoorzitting plaats, waarbij betrokkene werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.H.M. Graafmans, en verschillende deskundigen en familieleden werden gehoord.
Tijdens de hoorzitting werd aangevoerd dat het verzoek afgewezen moest worden, omdat betrokkene in het afgelopen jaar geen problemen had vertoond. Echter, de rechtbank oordeelde dat er voldoende gronden waren om het verzoek toe te wijzen. De geneeskundige verklaring, opgesteld door de geneesheer-directeur van de instelling waar betrokkene verbleef, bevestigde dat betrokkene leed aan een stoornis van de geestvermogens. De rechtbank concludeerde dat er gevaar bestond voor betrokkene zelf en voor anderen, en dat betrokkene niet vrijwillig wilde worden opgenomen.
De rechtbank oordeelde dat de eisen van de Wet Bopz waren nageleefd en dat er geen noodzaak was voor een aanvullend geneeskundig onderzoek. De beslissing werd genomen op basis van de inhoud van de geneeskundige verklaring en de verklaringen van de aanwezigen. De rechtbank verleende uiteindelijk de voorlopige machtiging voor een periode van zes maanden, met de overweging dat de veiligheid van betrokkene en anderen in het geding was. Deze beschikking werd gegeven door mr. L.W. van de Merbel, in tegenwoordigheid van de griffier C. van de Guchte.