ECLI:NL:RBMID:2008:BG5129
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot uitvoering van erfdienstbaarheid van voetpad en verwijdering van schutting
In deze zaak vorderen eisers, eigenaren van een woonhuis in 's-Heerenhoek, dat gedaagde, eigenaar van een aangrenzend perceel, wordt veroordeeld tot uitvoering van een erfdienstbaarheid van voetpad. Deze erfdienstbaarheid is in 1955 gevestigd en geeft eisers het recht om over een gedeelte van het perceel van gedaagde te lopen naar de dijk. Gedaagde heeft in maart 2008 een schutting opgericht die het gebruik van deze erfdienstbaarheid belemmert. Eisers stellen dat zij hierdoor niet meer in staat zijn om hun recht van voetpad uit te oefenen, wat hen dwingt om over onverhard gemeentegrond te lopen, wat bij slecht weer problematisch is. Gedaagde betwist dat zij in strijd met de erfdienstbaarheid handelt en doet een beroep op verjaring van het recht van voetpad.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering van eisers voorshands toewijsbaar is. De rechter stelt vast dat gedaagde door het oprichten van de schutting het gebruik van de erfdienstbaarheid onmogelijk maakt. De rechter wijst erop dat een erfdienstbaarheid op de minst bezwarende wijze moet worden uitgeoefend en dat de voorgestelde wijziging van de erfdienstbaarheid door eisers, waarbij een strook van een meter aan het einde van de tuin van gedaagde wordt verhard, een redelijke oplossing biedt. Gedaagde wordt veroordeeld om binnen 48 uur na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de uitvoering van de erfdienstbaarheid en een dwangsom van € 100 per dag wordt opgelegd bij niet-nakoming, tot een maximum van € 5.000.
De kosten van de procedure worden aan gedaagde opgelegd, aangezien zij in het ongelijk is gesteld. Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en is openbaar uitgesproken op 15 oktober 2008.