ECLI:NL:RBMID:2008:BG4912
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling op basis van consumentenkrediet met bewindvoering
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg, is op 15 oktober 2008 een vonnis gewezen in de zaak tussen DSB Financieringen B.V. en twee gedaagden, waarbij gedaagde sub 1, B. Kwakkenbos, fungeert als bewindvoerder over het vermogen van gedaagde sub 2. De eiseres, DSB Financieringen B.V., heeft een vordering ingesteld tegen gedaagde sub 2, die zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland is, en heeft gedaagde sub 1 betrokken in de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de goederen van gedaagde sub 2 onder bewind zijn gesteld en dat gedaagde sub 1 als bewindvoerder is aangesteld. De eiseres heeft echter onvoldoende onderbouwd waarom gedaagde sub 1 verantwoordelijk zou moeten zijn voor de veroordelingen van gedaagde sub 2, wat heeft geleid tot de afwijzing van de vordering tegen gedaagde sub 1.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de overeenkomst tussen eiseres en gedaagde sub 2 onder de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) valt. De WCK schrijft voor dat er geen andere of hogere kosten in rekening mogen worden gebracht dan die zijn toegestaan op basis van de wet. De rechtbank heeft de vordering van eiseres tegen gedaagde sub 2 toegewezen, waarbij gedaagde sub 2 is veroordeeld tot betaling van een bedrag van EUR 25.193,78, vermeerderd met rente, en is veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die zijn begroot op EUR 1.205,80. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.