ECLI:NL:RBMID:2008:BG1246

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
17 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
60675/HA ZA 07-602
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en vernietiging van schuldverklaring in het kader van koop en verkoop van antiek meubilair

In deze zaak, die op 17 september 2008 door de Rechtbank Middelburg werd behandeld, vorderden de eisers in conventie, [eisers in conventie], hoofdelijke veroordeling van de gedaagden in conventie, [gedaagden in conventie], tot betaling van € 12.000,-, vermeerderd met wettelijke rente. De eisers stelden dat er een schuldverklaring was opgesteld waarin [gedaagde in conventie 2] verklaarde € 14.250,- schuldig te zijn, met een betalingsregeling van € 300,- per maand. De gedaagden betwistten echter de eigendom van de verkochte goederen en stelden dat de schuldverklaring onder bedreiging was tot stand gekomen. De rechtbank oordeelde dat de schuldverklaring door [gedaagden in conventie] terecht was vernietigd, omdat deze onder bedreiging was verkregen. De rechtbank wees de vordering van de eisers af, omdat zij niet konden aantonen dat de gedaagden hen iets verschuldigd waren. In reconventie vorderden de gedaagden de verklaring voor recht dat de schuldverklaring rechtsgeldig was vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden in hun vordering gelijk hadden en dat de kosten aan de zijde van de gedaagden in reconventie moesten worden vergoed. De rechtbank veroordeelde de eisers in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden tot op heden waren begroot op € 226,-.

Uitspraak

Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
60675 / HA ZA 07-602
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 60675 / HA ZA 07-602
Vonnis van 17 september 2008
in de zaak van
1. [eisers in conventie],
2. [eisers in conventie 2],
beiden wonende te Amsterdam,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. N.D.Z.R. Mohamed Hoesein,
tegen
1. [gedaagden in conventie 1],
2. [gedaagden in conventie 2]
beiden wonende te Koudekerke, gemeente Veen,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. drs. J. Wouters.
Eisers in conventie, verweerders in reconventie worden hierna aangeduid als [eiser 1 in conventie] en [eiser in conventie 2], tezamen als [eisers in conventie].
Gedaagden in conventie, eisers in reconventie worden hierna aangeduid als [gedaagde in conventie 1] en [gedaagde in conventie 2], tezamen als [gedaagden in conventie].
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het tussenvonnis van 20 februari 2008,
de conclusie van antwoord in reconventie,
het proces-verbaal van de op 16 mei 2008 gehouden comparitie van partijen.
De feiten in conventie en in reconventie
Partijen hebben in ieder geval omstreeks 2001 contact gehad omtrent de koop en verkoop van (oude) kasten. [gedaagden in conventie]. heeft onder meer in 2004 een aantal stukken op de veiling verkocht.
In een handgeschreven, door partijen ondertekende verklaring (hierna: de schuldverklaring) is onder meer het volgende vermeld:
“Hierbij verklaar ik [gedaagde in conventie 2] dat ik het totaalbedrag van 14.250 euro schuldig ben aan
[eisers in conventie] en dat ik per maand in 300 euro betaal en vanaf 2 jan betaald € 250,-.
Elke maand € 300,- vanaf 20 januari (…)”
Het geschil
in conventie
[eisers in conventie]. vordert - samengevat - hoofdelijke veroordeling van [gedaagden in conventie]. tot betaling van € 12.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente over € 8.400,- vanaf
28 december 2004, met veroordeling van [gedaagden in conventie]. in de proceskosten.
[eisers in conventie]. heeft uiteindelijk het volgende aan de vordering ten grondslag gelegd:
Tussen partijen bestaat sinds 2001 een zakelijke relatie. [gedaagden in conventie]. heeft in december 2004 de hierna te noemen stukken voor [eisers in conventie]. verkocht.
een mahoniehouten kast voor € 900,-
een notenhouten tafel voor € 600,-
een wortelnoten bureau voor € 2.200,-
een ronde mahoniehouten tafel voor € 800,-
vier Biedemeyerstoelen voor € 500,-
een mahoniehouten Secretaire Louis XVI voor € 2.200,-
een tweedeurskastje Louis XVI voor € 1.200,-
een tweedeurs noten linnenkast voor € 700,-
een mahoniehouten Secretaire voor € 1.800,-
een mahoniehouten commode met schrijfklep voor € 550,-
een kast met schrijfklep voor € 800,-.
De achter elk stuk genoemde prijs, totaal € 12.250, moet de reële opbrengst zijn geweest.
Aanvankelijk bedroeg het verschuldigde bedrag, zoals ook in de schuldverklaring is vermeld, € 14.250,-. Nadat op 14 januari 2005 3 kasten aan [eisers in conventie]. zijn geretourneerd en een bedrag van € 250,- is voldaan, resteert een verschuldigd bedrag van € 12.000,-. Ondanks aanmaning en ondanks de schuldverklaring, is dit bedrag onbetaald gebleven.
[gedaagden in conventie]. voert gemotiveerd verweer. [gedaagden in conventie]. betwist goederen te hebben verkocht die eigendom van [eisers in conventie]. waren. [gedaagden in conventie]. heeft tot 2001 samen met [eiser in conventie] oude kasten verkocht. [gedaagden in conventie]. deed de in- en verkoop van de kasten, terwijl [eiser in conventie] de kasten voor verkoop restaureerde. Tussen partijen bestond de afspraak dat [eiser in conventie] de helft van de bij verkoop eventueel te behalen winst kreeg. In 2004 heeft [gedaagden in conventie]. de resterende partij stukken, waarvan [gedaagden in conventie]. eigenaar was, op de veiling verkocht. Weliswaar had [eisers in conventie]. ten aanzien van een aantal van die stukken (hiervoor onder 3.2 c, d en i genoemd) recht op de helft van de eventueel te behalen winst, maar nu bij die verkoop geen winst is gemaakt, is [gedaagden in conventie]. [eisers in conventie]. niets verschuldigd.
De (onder 2.2 bedoelde) schuldverklaring is door bedreiging tot stand gekomen, zodat deze vernietigbaar is (voor zover de overeenkomst niet reeds buitengerechtelijk is vernietigd). Verschuldigdheid van de wettelijke rente wordt betwist.
in reconventie
[gedaagden in conventie]. vordert te verklaren voor recht dat de overeenkomst c.q. schuldverklaring rechtsgeldig is vernietigd, dan wel de overeenkomst c.q. schuldverklaring te vernietigen, met veroordeling van [eisers in conventie]. in de proceskosten.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft [gedaagden in conventie]. aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
De schuldverklaring is door bedreiging tot stand gekomen. Daarbij is [gedaagden in conventie]. € 250,- afhandig gemaakt. [gedaagden in conventie]. heeft daarvan aangifte gedaan, hetgeen heeft geleid tot een strafrechtelijke veroordeling van [eisers in conventie]. wegens bedreiging, mishandeling en diefstal met geweld. Dit vonnis is in hoger beroep bekrachtigd, waarbij [eisers in conventie]. is veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan [gedaagden in conventie]. De overeenkomst is door [gedaagden in conventie]. bij brief d.d. 6 februari 2006 buitengerechtelijk vernietigd dan wel vernietigbaar.
[eisers in conventie]. concludeert tot afwijzing van de vordering. [eisers in conventie]. betwist dat de onder 2.2 bedoelde verklaring geschreven en getekend is door of als gevolg van bedreiging.
De beoordeling
De rechtbank ziet aanleiding eerst de reconventionele vordering te behandelen.
in reconventie
Op grond van artikel 161 Rv levert een in kracht van gewijsde gegaan, op tegenspraak gewezen vonnis, waarbij de Nederlandse strafrechter bewezen heeft verklaard dat iemand een feit heeft begaan, dwingend bewijs op van dat feit. [gedaagden in conventie]. heeft onweersproken gesteld dat [eiser in conventie] strafrechtelijk is veroordeeld wegens onder meer het door bedreiging met geweld laten ondertekenen van de schuldverklaring (door [gedaagde in conventie 2]). De rechtbank is ambtshalve bekend dat die strafrechtelijke veroordeling (door het Gerechtshof te ’s-Gravenhage) thans onherroepelijk is en het vonnis op tegenspraak is gewezen, zodat aan de eisen van artikel 161 Rv is voldaan. Dit vonnis levert dan ook dwingend bewijs op van het feit dat de schuldverklaring onder bedreiging tot stand is gekomen.
Op grond van artikel 151 lid 2 Rv staat tegenbewijs, ook tegen dwingend bewijs, vrij. De rechtbank ziet geen aanleiding [eisers in conventie]. tot het leveren van tegenbewijs toe te laten. Nu [eisers in conventie]. daartoe ook geen aanbod heeft gedaan, zal [eisers in conventie]. niet worden toegelaten tot het leveren van tegenbewijs.
[gedaagden in conventie]. heeft verklaard dat de schuldverklaring bij brief d.d. 6 februari 2006 buitengerechtelijk is vernietigd. [eisers in conventie]. heeft de ontvangst van deze brief niet betwist. De schuldverklaring is met deze brief, die voldoet aan de in artikel 3:50 BW gestelde eisen, vernietigd. De vordering tot verklaring voor recht dat de schuldverklaring is vernietigd, zal dan ook worden toegewezen.
in conventie
De schuldverklaring speelt, gelet op hetgeen hiervoor is geoordeeld, bij de beoordeling van de conventionele vordering geen rol meer.
[gedaagden in conventie]. heeft bij conclusie van antwoord gemotiveerd betwist stukken te hebben verkocht die eigendom van [eisers in conventie]. waren. [gedaagden in conventie]. heeft voorts aangevoerd dat [gedaagden in conventie]. de kasten in- en verkocht en dat [eisers in conventie]. daarbij deelde in de helft van de eventueel behaalde winst, vanwege door hem aan die kasten verrichte restauraties. Dat verweer is vervolgens ter comparitie door [eisers in conventie]. niet weersproken. Ter comparitie heeft [gedaagden in conventie]. voorts onweersproken verklaard dat van de door [eisers in conventie]. genoemde zaken, alleen de hiervoor onder 3.2 c, d en i genoemde stukken zijn waarvan de mogelijke winst tussen [gedaagden in conventie]. en [eisers in conventie]. verdeeld zou worden, en dat deze stukken zonder winst zijn verkocht, zodat [gedaagden in conventie]. [eisers in conventie]. terzake daarvan niets verschuldigd is. De overige door [eisers in conventie]. genoemde stukken waren óf eigendom van [gedaagden in conventie]. óf zijn [gedaagden in conventie]. geheel onbekend. Tegenover dit gemotiveerd gevoerde verweer, heeft [eisers in conventie]. de vordering niet nader (concreet) onderbouwd. De vordering zal daarom worden afgewezen.
in conventie en in reconventie
[eisers in conventie]. zal zowel in conventie als in reconventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van [gedaagden in conventie]. in conventie worden begroot op € 1.204,- wegens:
- betaald vast recht € 150,-
- in debet gesteld vast recht € 150,-
- salaris procureur € 904,- (2 punten x tarief € 452,-).
De kosten aan de zijde van [gedaagden in conventie]. in reconventie worden begroot op € 226,- wegens procureurssalaris (0,5 punt x tarief € 452,-).
Nu [gedaagden in conventie]. op basis van een toevoeging procedeert, zal [eisers in conventie]. worden veroordeeld om aan [gedaagden in conventie]. te betalen het door [gedaagden in conventie]. betaalde bedrag aan vast recht ad
€ 150,-. De overige kosten dienen te worden betaald aan de griffie van deze rechtbank.
De beslissing
De rechtbank
in conventie
- wijst de vordering af;
- veroordeelt [eisers in conventie]. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie]. tot op heden begroot op € 1.204,-, waarvan een bedrag van € 1.054,- dient te worden voldaan aan de griffier van deze rechtbank door overmaking op rekeningnummer 19.23.25.876 ten name van MvJ Arrondissement Middelburg (543) onder vermelding van “proceskostenveroor-deling in conventie” en het zaak- en rolnummer; het resterende bedrag van € 150,- dient te worden betaald aan [gedaagden in conventie]. zelf; in reconventie
verklaart voor recht dat de in 2.2 genoemde schuldverklaring tussen partijen terecht door [gedaagden in conventie]. is vernietigd;
- veroordeelt [eisers in conventie]. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie]. tot op heden begroot op € 226,-, welk bedrag dient te worden voldaan aan de griffier van deze rechtbank door overmaking op rekeningnummer 19.23.25.876 ten name van MvJ Arrondissement Middelburg (543) onder vermelding van “proceskostenveroordeling in reconventie” en het zaak- en rolnummer.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2008