ECLI:NL:RBMID:2008:BF0057

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
6 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
59816/HA ZA 07-480
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij bouwproject en tekortkoming in nakoming overeenkomst

In deze zaak heeft Maritima een tuincentrum gebouwd op een bedrijventerrein in Middelburg, genaamd de “Mortiere”. Maritima heeft de werkzaamheden voor de bouw laten uitvoeren door Grimbergen Constructies B.V. Op advies van dit bedrijf zijn de werkzaamheden gesplitst. In 2001 is het terrein gesondeerd door een derde partij. Voor de bouw van de kassen zijn onder de kolommen geheid. Op 23 juni 2004 heeft de gedaagde partij een offerte uitgebracht voor het aanbrengen van bestrating en het leveren van riolering op basis van een plattegrond van Maritima. Begin november 2004 heeft de gedaagde partij een nieuwe offerte uitgebracht, rekening houdend met het opbrengen van zand. Maritima vordert in conventie een verklaring voor recht dat de gedaagde partij tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en aansprakelijk is voor de geleden schade. Daarnaast vordert Maritima een voorschot van € 48.600,00, vermeerderd met rente en kosten van deskundigen en juridische bijstand. In reconventie vordert de gedaagde partij betaling van een openstaande rekening van € 2.500,00, vermeerderd met rente en kosten. Maritima stelt dat zij een opschortingrecht heeft voor dit bedrag.

De rechtbank heeft in haar vonnis van 6 augustus 2008 de vorderingen van Maritima in conventie afgewezen en Maritima veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij. In reconventie is de vordering van de gedaagde partij tot betaling van € 2.975,00, vermeerderd met wettelijke rente, toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de oorzaak van de verzakking van de grond in de kassen ligt in het opbrengen van een zandpakket op een slappe ondergrond. De gedaagde partij heeft haar werkzaamheden uitgevoerd volgens de instructies van Maritima en was niet verantwoordelijk voor de bodemgesteldheid. De rechtbank concludeert dat de verwijten van Maritima aan de gedaagde partij onterecht zijn en dat de gedaagde partij niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade.

Uitspraak

Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
59816 / HA ZA 07-480
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 59816 / HA ZA 07-480
Vonnis van 6 augustus 2008
in de zaak van
1. de vennootschap onder firma
TUINCENTRUM MARITIMA V.O.F.,
gevestigd te Middelburg,
2. [eiser sub 2],
wonende te Middelburg,
3. [eiser sub 3],
wonende te Middelburg,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MARITIMA B.V.,
gevestigd te Middelburg,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
procureur mr. J.W. van Koeveringe,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde 1],
gevestigd te Serooskerke, gemeente Veere
2. [gedaagde 2],
wonende te Serooskerke, gemeente Veere
3. [gedaagde 3],
wonende te Serooskerke, gemeente Veere
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
procureur mr. J.A. de Waard.
Partijen zullen hierna Maritima en [gedaagden] worden genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het tussenvonnis van 9 januari 2008
het proces-verbaal van comparitie van 27 februari 2008
de akte van Maritima houdende wijziging van eis.
De feiten
Maritima heeft een tuincentrum gebouwd op een bedrijventerrein te Middelburg genaamd de “Mortiere”. Maritima wilde alle werkzaamheden ten behoeve van de bouw van het tuincentrum laten uitvoeren door Grimbergen Constructies B.V. Op advies van dit bedrijf zijn de werkzaamheden gesplitst.
Ten behoeve van het hele bedrijventerrein is in 2001gesondeerd door [VS].
Voor de bouw van de kassen van het tuincentrum is onder de kolommen van de kassen geheid.
[gedaagden] heeft aan Maritima op 23 juni 2004 een offerte uitgebracht voor het aanbrengen van bestrating en het leveren en aanbrengen van de vuilwaterriolering en kolkafvoerleidingen op basis van een plattegrond van Maritima en op basis van de door [eiser sub 2] van Maritima opgegeven hoeveelheden. Het terrein zou bouwrijp beschikbaar worden gesteld.
Begin november 2004 heeft [gedaagden] op verzoek van Maritima een nieuwe offerte uitgebracht, rekening houdend met het opbrengen van het zand.
Op 6 november 2004 heeft [gedaagden] de nieuwe opdracht aan Maritima bevestigd. In die opdracht was opgenomen het ontvangen, verwerken, profileren en verdichten van 6.500 kubieke meter zand op een oppervlakte van ongeveer 6.500 vierkante meter. De planning was bijgevoegd.
[gedaagden] heeft in overeenstemming met de offerte de grond opgehoogd doormiddel van het opbrengen van één meter zand. Dit zand is gekocht door Maritima en geleverd door een derde.
De kassen zijn inclusief de bestrating opgeleverd op 24 maart 2005. Kort na de oplevering zijn aanzienlijke scheuren ontstaan in de muren van het kantoor, de kantine en de ontvangstruimte. Ook de bestrating is verzakt. In het begin is deze door [gedaagden] hersteld, de bestrating is echter blijven zakken tot soms tien centimeter en meer in de buurt van de kolommen.
Het geschil
in conventie en in reconventie
Maritima vordert in conventie na wijziging van eis samengevat – een verklaring voor recht dat [gedaagden] te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, aansprakelijk is voor ten gevolge daarvan geleden schade en het opmaken van die schade bij staat;
verder hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] tot betaling van een voorschot van €.48.6000,00 vermeerderd met rente en tot betaling de kosten van deskundigen en juridische bijstand, alsmede een veroordeling in de proceskosten.
Maritima stelt dat uit onderzoek is gebleken dat de verzakking van de bestrating in het tuincentrum gelegen is in de slappe ondergrond. Doordat die ondergrond is belast met een zandpakket van één meter, is die ten opzichte van de staalconstructie gaan verzakken.
[gedaagden] kan worden aangemerkt als deskundige zowel op het gebied van grondwerk als wat betreft de kennis van de bodemgesteldheid ter plaatse. Zij heeft zonder onderzoek naar de zetting van de ondergrond uitvoering gegeven aan de opdracht. Als aannemer had zij moeten waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht. Maritima was op dit gebied een leek.
[gedaagden] voert verweer. Zij stelt dat zij de werkzaamheden heeft uitgevoerd met door Maritima geleverde materialen en in haar strakke tijdsplanning. Maritima had het ontwerp en [gedaagden] heeft gehandeld volgens haar instructies. De dikte van het zandpakket is door niet [gedaagden] bepaald maar door Maritima of door de constructeur van de kassen. [gedaagden] was slechts uitvoerend.
Onder de overeenkomst viel niet het maken van zettingberekeningen door de aannemer.
Ook was [gedaagden] niet op de hoogte van de bodemgesteldheid. Maritima kon dat wel zijn omdat de grond is gesondeerd door [VS] en Maritima in het bezit was van dat rapport.
Het advies over de dikte van het zandpakket was afkomstig van de bouwer van de kassen Grimbergen Constructie B.V., die ook op de hoogte was van de bodemgesteldheid. In ieder geval weegt de mededelingsplicht van Maritima zwaarder dan de onderzoeksplicht van [gedaagden]. Maritima was immers zelf op de hoogte.
[gedaagden] heeft bestreden dat Maritima recht heeft op de gevorderde bedragen ter zake van juridische bijstand, kosten van onderzoek en kosten voor herstel.
In reconventie heeft [gedaagden] betaling van een nog openstaande rekening van €.2.500,00 gevorderd vermeerderd met rente en kosten.
Maritima stelt dat zij een opschortingrecht heeft voor dit bedrag.
De beoordeling
in conventie en in reconventie
Tussen partijen staat vast dat de oorzaak van de verzakking van de grond in de kassen is gelegen in het opbrengen van een zandpakket van één meter op een slappe klei/veengrond.
In de eerste offerte van [gedaagden] is er door haar vanuit gegaan dat zij haar werkzaamheden zou uitvoeren in en op een door derden aangebracht zandbed. Begin november 2004, kort voor de aanvang van de werkzaamheden, heeft [gedaagden] op verzoek van Maritima een offerte uitgebracht voor het verwerken van 6500 kubieke meter zand. Deze offerte is geaccepteerd.
Maritima heeft het zand zelf ingekocht en door een derde laten aanvoeren. [gedaagden] heeft het aangevoerde zand in overeenstemming met wat was overeengekomen, in twee fasen verspreid over het terrein.
[gedaagden] is dus niet betrokken geweest bij de bepaling van de hoeveelheid zand. Haar enige opdracht was het verspreiden ervan. Gezien deze minimale betrokkenheid van [gedaagden] zou zij alleen aansprakelijk kunnen zijn voor de huidige verzakking wanneer zij op de hoogte was geweest van de samenstelling van de ondergrond. In dat geval had [gedaagden] moeten waarschuwen voor de mogelijke gevolgen van het opbrengen van deze hoeveelheid zand. Maritima stelt ook dat [gedaagden] bekend was met de algemene gesteldheid van de bodem in en rond Middelburg en dus met de gesteldheid van deze bodem.
Dat [gedaagden] als bestratingbedrijf in en om Middelburg werkt, heeft nog niet tot gevolg dat [gedaagden] ook bekend mag worden verondersteld met de bodemgesteldheid onder het tuincentrum. Deze door [gedaagden] betwiste stelling is niet nader onderbouwd en wordt dan ook gepasseerd.
Eerder ligt die bekendheid met de bodemgesteldheid aan de kant van Maritima. Zoals uit haar eigen stelling blijkt is op initiatief van Grimbergen Constructies B.V. het zandpakket aangebracht ter ondersteuning van de heipalen. Grimbergen Constructie B.V. heeft voor het bouwen van de kassen moeten heien en heeft ten behoeve daarvan over sonderingrapporten beschikt. Deze rapporten waren opgemaakt door [VS]. [gedaagden] is van de inhoud van deze rapporten niet op de hoogte gesteld.
De rechtbank verwerpt dan ook de stelling van Maritima dat het op de weg van [gedaagden] lag onderzoek te doen naar de zetting van de grond. Gelet ook op de wijze van totstandkoming van de opdracht, de kennis aan de kant van Maritima en de aard van de zeer beperkte opdracht aan [gedaagden] met betrekking tot de verwerking van het zand, kon [gedaagden] niet waarschuwen en bestond voor haar geen verplichting nader onderzoek te doen. De verwijten van Maritima aan het adres van [gedaagden] zijn op dit punt dan ook onterecht.
De vorderingen van Maritima zullen dan ook worden afgewezen met veroordeling van haar in de proceskosten van [gedaagden]. Deze kosten zijn: procureurssalaris 2 x € 1.421,00 = € 2.842,00 en verschotten € 1.460,00 griffierecht.
Gelet op de samenhang met de vordering in conventie zal de rechtbank deze vordering zelf beoordelen en niet doorverwijzen naar de sector kanton.
De vordering in reconventie is toewijsbaar. Uit de beslissing in conventie blijkt dat de opschorting van de betaling niet terecht is. Maritima zal worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden bepaald op nihil.
De beslissing
De rechtbank
in conventie:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt Maritima in de proceskosten aan de zijde van [gedaagden] gevallen zijnde voor procureurssalaris € 2.842,00 en voor verschotten € 1.460,00;
In reconventie
veroordeelt Maritima tot betaling van € 2.975 ,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2005;
veroordeelt Maritima in de proceskosten ten deze bepaald op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2008