ECLI:NL:RBMID:2008:BE0048

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
30 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
59581/HA ZA 07-446
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur en opschorting van betaling in civiele zaak tussen aannemer en opdrachtgever

In deze civiele zaak heeft [eiser] werkzaamheden verricht voor Pronova Interieurbouw en Projectinrichting B.V. in augustus 2006, waarbij hij parketvloeren en traptreden heeft geschuurd, gekleurd en gelakt. Na het uitvoeren van de werkzaamheden heeft [eiser] een factuur van € 8.559,08 gestuurd, maar Pronova heeft deze factuur niet voldaan. [eiser] vordert nu betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Pronova beroept zich op opschorting van de betaling, omdat zij meent dat de geleverde werkzaamheden gebrekkig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiser] gebrekkig heeft gepresteerd, maar oordeelt dat de opschorting door Pronova niet gerechtvaardigd is. De rechtbank overweegt dat de gebreken niet zo ernstig zijn dat Pronova het recht heeft om meer dan de helft van het verschuldigde bedrag op te schorten. De rechtbank wijst de vordering van [eiser] tot betaling van de factuur toe en veroordeelt Pronova in de proceskosten. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf 24 oktober 2006, de datum waarop Pronova in verzuim is geraakt. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat [eiser] onvoldoende bewijs heeft geleverd van deze kosten.

Uitspraak

Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
59581 / HA ZA 07-44630 juli 2008
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 59581 / HA ZA 07-446
Vonnis van 30 juli 2008
in de zaak van
[eiser],
handelende onder de naam [naam bedrijf]
wonende te Putten,
eiser,
procureur mr. C.J. IJdema,
advocaat mr. E.Tj. van Dalen te Groningen, voorheen mr. H.L. Thiescheffer te Leeuwarden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRONOVA INTERIEURBOUW EN PROJECTINRICHTING B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Goes,
gedaagde,
procureur mr. B.H. Vader.
Partijen zullen hierna [eiser] en Pronova genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het tussenvonnis van 26 maart 2008;
het proces-verbaal van comparitie van 17 juni 2008.
De feiten
In of omstreeks augustus 2006 heeft [eiser] in opdracht en voor rekening van Pronova werkzaamheden verricht in een winkelpand. Deze werkzaamheden bestonden uit het schuren, kleuren en lakken van parketvloeren en traptreden.
Pronova heeft [eiser] een aanbetaling van € 5.706,04 gedaan. Op 12 september 2006 heeft [eiser] Pronova een factuur gestuurd voor een bedrag van
€ 8.559,08 inclusief BTW. Pronova heeft deze factuur niet voldaan.
Het geschil
[eiser] vordert na vermeerdering van eis, samengevat, Pronova te veroordelen voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- tot betaling van € 9.440,58, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van
€ 8.559,08 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- in de kosten van deze procedure.
[eiser] stelt hiertoe het volgende.
Pronova is niet tot betaling van de factuur overgegaan. Zij is dientengevolge toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de met [eiser] gesloten overeenkomst. [eiser] vordert nakoming van de betalingsverplichting tot een bedrag van € 8.559,08 inclusief BTW. Daarnaast maakt hij aanspraak op de wettelijke rente vanaf 19 september 2006 en op een bedrag van € 700,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten.
De werkzaamheden zijn deugdelijk uitgevoerd. Eventuele gebreken in de uitvoering moeten aan Pronova worden toegerekend. [eiser] heeft zich voor zover mogelijk aan de planning gehouden, maar de aanwezigheid van andere werklieden heeft [eiser] ernstig belemmerd in de uitvoering van zijn werkzaamheden. In de planning was geen ruimte meer om de lichte plekken bij te werken. Verder heeft [eiser] Pronova gewaarschuwd dat het verse lakwerk niet met andere tape dan schilderstape mocht worden afgeplakt. Desondanks hebben schilders powertape gebruikt, waardoor beschadigingen aan de lak zijn ontstaan.
Pronova komt geen beroep op opschorting van de betaling toe. Dat Pronova de factuur van 12 september 2006 niet heeft voldaan, staat niet in verhouding tot de ernst van de gebreken: driekwart van het totale factuurbedrag is niet betaald, terwijl alleen de randen door de powertape beschadigd zijn. Daarnaast heeft Pronova niet binnen bekwame tijd geklaagd en [eiser] niet in gebreke gesteld.
Pronova voert als verweer het volgende aan.
Zij beroept zich op haar recht de betaling op te schorten. De opschorting is proportioneel, want de gebreken zijn ernstig. De laklaag laat op diverse plekken los, ook op andere plekken dan waar afgeplakt zou zijn. Verder is een aantal plekken niet goed gebeitst en is de laklaag beschadigd geraakt, doordat deze onvoldoende was gedroogd. Dat valt [eiser] toe te rekenen, nu hij zich niet aan de planning heeft gehouden om op zaterdag te lakken. Pronova betwist dat [eiser] haar heeft gewaarschuwd voor de tape.
Pronova heeft onmiddellijk na het constateren van de tekortkomingen, al tijdens de uitvoering, herhaaldelijk mondeling gereclameerd. [eiser] heeft geweigerd een garantie te verstrekken en de gebreken te herstellen. [eiser] komt daarom geen beroep op tijdsverloop toe.
Voorts betwist Pronova dat de buitengerechtelijke incassokosten voor vergoeding in aanmerking komen.
De beoordeling
Pronova heeft als meest verstrekkende verweer een beroep op opschorting van de betaling gedaan. Anders dan [eiser] heeft aangevoerd is voor opschorting niet vereist dat Pronova [eiser] in gebreke heeft gesteld. Pronova kan de betaling opschorten als [eiser] niet deugdelijk heeft gepresteerd, tenzij de opschorting in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Ten aanzien van de deugdelijkheid van de werkzaamheden overweegt de rechtbank als volgt. [eiser] heeft erkend dat de door hem bewerkte vloer lichte plekken en beschadigingen bevat. Derhalve staat vast dat [eiser] gebrekkig heeft gepresteerd. Van een opdrachtnemer die parketvloeren schuurt en lakt mag worden verwacht dat hij de vloer in de afgesproken kleur en zonder beschadigingen aflevert. Pronova is dientengevolge in beginsel gerechtigd de betaling op te schorten. De rechtbank passeert de stelling van [eiser] dat eventuele gebreken niet aan hem maar aan Pronova moeten worden toegerekend. Voor opschorting is toerekenbaarheid geen vereiste.
Ten aanzien van de vraag of de opschorting in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid aanvaardbaar is, overweegt de rechtbank als volgt. Vast staat dat Pronova zestig procent van het totaalbedrag dat [eiser] bij haar in rekening heeft gebracht niet heeft betaald. Een dergelijke opschorting van de betaling is alleen gerechtvaardigd als deze gelet op de ernst van de gebreken een proportionele reactie is.
Ten aanzien van de ernst van de gebreken heeft Pronova aangevoerd dat de laklaag loslaat en de vloer ook anders dan door het afplakken met powertape is beschadigd. Zij heeft deze stelling tegenover de gemotiveerde betwisting door [eiser] echter onvoldoende onderbouwd. Dat klemt temeer, nu de rechtbank in haar tussenvonnis van 26 maart 2008 partijen uitdrukkelijk in de gelegenheid heeft gesteld nadere inlichtingen ten aanzien van de beschadigingen aan de laklaag te verstrekken.
Daarnaast heeft Pronova onvoldoende weersproken dat [eiser] door de aanwezigheid van andere onderaannemers in de uitvoering van zijn werkzaamheden is belemmerd. Dat [eiser] zich niet aan de (bijgestelde) planning zou hebben gehouden, sluit niet uit dat ook andere onderaannemers zich niet aan de planning hebben gehouden dan wel dat de planning te krap was om de gebreken te kunnen herstellen, zoals [eiser] heeft gesteld. Het lag op de weg van Pronova haar stelling c.q. verweer ten aanzien van de planning nader te onderbouwen, zeker omdat zij als opdrachtgever de verantwoordelijkheid voor de totale planning op zich had genomen. Nu zij dat niet heeft gedaan, kan zij zich in redelijkheid niet beroepen op de ernst van de gebreken.
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat Pronova zich in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft beroepen op het opschortingsrecht. Niet is komen vast te staan dat de gebreken dermate ernstig zijn geweest dat Pronova de betaling van meer dan de helft van het verschuldigde bedrag mocht opschorten. Pronova heeft ter zake geen ander verweer aangevoerd, zodat de rechtbank de vordering tot betaling van de eindfactuur zal toewijzen.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen vanaf 24 oktober 2006, te weten de dag waarop Pronova aan [eiser] heeft bericht dat zij de factuur niet zal betalen en waarop Pronova dientengevolge in verzuim is komen te verkeren.
De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten afwijzen. [eiser] heeft onvoldoende onderbouwd gesteld dat hij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Deze verrichtingen komen niet voor vergoeding in aanmerking, aangezien ze in de proceskosten van [eiser] zijn inbegrepen.
De rechtbank zal Pronova als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten van [eiser], tot aan dit moment begroot op € 1.714,85, waarvan € 300,00 wegens griffierecht, € 70,85 wegens dagvaardingskosten en € 1.344,00 wegens procureurssalaris.
De beslissing
De rechtbank
- veroordeelt Pronova tot betaling aan [eiser] van € 8.559,08, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 oktober 2006 tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt Pronova in de kosten van het geding, welke aan de zijde van [eiser] tot aan dit moment worden begroot op € 300,00 wegens griffierecht, € 70,85 wegens dagvaardingskosten en € 1.344,00 wegens procureurssalaris;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2008