ECLI:NL:RBMID:2008:BE0035
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van arbitraal vonnis in geschil over maatschapsovereenkomst en echtscheiding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg werd behandeld, betreft het een geschil tussen partijen die op 11 januari 1994 een maatschapsovereenkomst hebben gesloten met als doel het exploiteren van een agrarisch bedrijf. In deze overeenkomst was een arbitraal beding opgenomen. Naar aanleiding van geschillen tussen partijen heeft eiser een arbitrageprocedure aangespannen, die resulteerde in een arbitraal vonnis op 6 november 2007. Dit vonnis werd op 20 november 2007 bij de griffie van de rechtbank gedeponeerd. Eiser heeft vervolgens de rechtbank verzocht om het arbitraal vonnis te vernietigen, met de veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
De rechtbank heeft de vordering van eiser beoordeeld aan de hand van artikel 1065 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de gronden voor vernietiging van een arbitraal vonnis opsomt. Eiser stelde dat de arbiters zich niet aan hun opdracht hebben gehouden, omdat zij niet op de grondslagen van de vorderingen hebben beslist en de beslissingsmaatstaven niet correct hebben toegepast. De rechtbank oordeelde dat de toetsingsmogelijkheden beperkt zijn en dat een inhoudelijke toetsing van het arbitrale vonnis niet mogelijk is. De rechtbank concludeerde dat de vordering tot vernietiging van het arbitraal vonnis niet toewijsbaar was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van gedaagde, die op dat moment waren begroot op € 1158,-. Dit vonnis werd openbaar uitgesproken op 30 juli 2008.