ECLI:NL:RBMID:2008:BD8606

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
11 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/709079 en 12/706906-08
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • I.J.M. Woltring
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van vervolging in verband met eigendomsrecht van beschadigd perceel

In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Middelburg op 11 juli 2008 uitspraak gedaan in de strafzaken tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van straatwerk dat toebehoorde aan de Gemeente Reimerswaal. De verdachte, geboren in 1917, heeft herhaaldelijk stenen van parkeervakken verwijderd, wat leidde tot een conflict over het eigendomsrecht van de grond waarop deze parkeervakken zijn aangelegd. De verdachte betwistte dat hij de grond ooit aan de gemeente had verkocht en stelde dat hij eigenaar was van het perceel, terwijl de gemeente beweerde dat de grond al lange tijd door de verdachte ter beschikking was gesteld en deel uitmaakte van de openbare weg.

De politierechter heeft vastgesteld dat er een geschil bestaat over de eigendom van de grond en dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte de grond aan de gemeente heeft overgedragen. De rechter oordeelde dat het in het belang van de rechtspraak is om de vervolging van de verdachte te schorsen voor een periode van drie jaren, zodat een uitspraak van de burgerlijke rechter over het eigendomsrecht kan worden afgewacht. Dit besluit is genomen in het kader van artikel 14 van het Wetboek van Strafvordering, dat de mogelijkheid biedt om de vervolging te schorsen in afwachting van een civiele uitspraak.

De uitspraak van de politierechter is gedaan na onderzoek op de terechtzittingen van 3 maart en 11 juli 2008, waarbij de officier van justitie, mr. Th.W. d’Anjou, en de verdachte zelf aanwezig waren. De politierechter heeft de vervolging van de verdachte geschorst tot de terechtzitting van 11 juli 2011, waarbij de zaak opnieuw zal worden beoordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector strafrecht
politierechter
Parketnummers: 12/709079-07 en 12/706906-08
Tegenspraak
U I T S P R A A K
van de Politierechter in de rechtbank Middelburg in de strafzaken tegen:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1917 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
ter terechtzitting verschenen.
Onderzoek van de zaak
Deze uitspraak is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 maart en 11 juli 2008.
De politierechter heeft ter terechtzitting van 11 juli 2008 de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De politierechter heeft kennisgenomen van hetgeen door de officier van justitie mr. Th.W. d’Anjou en van hetgeen door en/of namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen luidt als volgt.
Aan verdachte wordt in de zaak met parketnummer 12/709079-07 tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 05 september 2007 te [woonplaats], gemeente Reimerswaal, opzettelijk en wederrechtelijk (enkele m2) straatwerk (in/van parkeervakken), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Gemeente Reimerswaal, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
12-706880-08
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 05 juni 2008 tot en met 10 juni 2008 te [woonplaats], gemeente Reimerswaal, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk (een gedeelte van) enig(e) parkeervak(ken), althans enige bestrating, geheel of ten dele toebehorende aan de Gemeente Reimerswaal, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte wordt in de zaak met parketnummer 12/706906-08 tenlastegelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 maart 2008 tot en met 3 juni 2008 te [woonplaats], gemeente Reimerswaal, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk (een gedeelte van) enig(e) parkeervak(ken), althans enige
bestrating, geheel of ten dele toebehorende aan de Gemeente Reimerswaal, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Schorsing der vervolging
Uit de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is naar voren gekomen, dat tussen verdachte en de gemeente Reimerswaal reeds zeer geruime tijd verschil van mening bestaat over de eigendom van (een gedeelte van) de grond waarop door de gemeente parkeervakken zijn aangelegd en waarvanaf verdachte bij herhaling een aantal stenen heeft weggenomen. Verdachte stelt dat deze grond destijds niet door hem aan de gemeente is verkocht en dat hij zich voortdurend tegen het door de gemeente gemaakte gebruik van (ook) deze grond heeft verzet, onder meer door acties als waarvoor hij thans terechtstaat. De gemeente stelt dat deze grond reeds zeer geruime tijd door verdachte aan haar ‘om niet’ ter beschikking is gesteld en deel uit maakt van de openbare weg (parkeervakken). Naar het oordeel van de gemeente dient verdachte zijn betere recht aan te tonen. Verdachte heeft dit gemotiveerd betwist.
In het strafdossier bevindt zich onder meer het afschrift van een notariële akte d.d. 28 maart 1957 ter zake van de eigendomsoverdracht aan de (rechtsvoorgangster van de huidige) gemeente Reimerswaal van enkele percelen grond. Niet is de politierechter gebleken dat het in deze strafzaak aan de orde zijnde stukje grond destijds tot de door verdachte aan de gemeente in eigendom overgedragen perceeltjes behoorde. Het heeft er voorshands dan ook tenminste alle schijn van dat de verdachte de eigenaar van dit stukje grond kan zijn gebleven, al acht de politierechter het geenszins denkbeeldig dat in 1957 wel wilsovereenstemming tussen verdachte en de rechtsvoorgangster van de gemeente ten aanzien van de verkoop en overdracht van ook dit stukje grond tot stand is gekomen, maar dat er in de uitvoeringssfeer iets is misgegaan.
Het is evenmin ondenkbaar, dat de gemeente door zaaksvorming, al dan niet in combinatie met zgn. horizontale natrekking, toch eigenaar is geworden van dit perceeltje. Verdachte stelt zich echter op het standpunt dat de van de parkeerplaats deeluitmakende stenen, voorzoveel op het in zijn eigendom gebleven perceeltje gelegen, door verticale natrekking zijn, verdachtes, eigendom zijn geworden.
De politierechter is, gelet op vorenstaande, van oordeel dat het geval als bedoeld in artikel 14 van het Wetboek van Strafvordering zich hier voordoet. De politierechter zal dan ook de vervolging van verdachte schorsen voor een periode van drie jaren, teneinde een uitspraak van de burgerlijke rechter af te wachten omtrent het eigendomsrecht van de vernielde parkeerplaats.
DE BESLISSING
De politierechter beslist als volgt.
Hij schorst de vervolging van verdachte tot de terechtzitting van de politierechter in deze rechtbank van 11 juli 2011.
Deze uitspraak is gewezen door: mr. I.J.M. Woltring, politierechter, in tegenwoordigheid van mr. A.P.M. Philipsen als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 juli 2008.