ECLI:NL:RBMID:2008:BD3248

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
1 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
61801/KG ZA 08-48
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsgeschil tussen Krinkels B.V. en de gemeente Schouwen-Duiveland met betrekking tot de opdracht Strandonderhoud

In deze zaak heeft de gemeente Schouwen-Duiveland de opdracht voor 'Strandonderhoud' aanbesteed, waarbij vier ondernemingen, waaronder Krinkels B.V. en Groencombinatie Schouwen-Duiveland, hebben ingeschreven. Krinkels vorderde in kort geding dat de gemeente zou worden verboden om de opdracht aan een ander dan Krinkels te gunnen, op straffe van een dwangsom. Krinkels stelde dat haar referentiewerk voldeed aan de eisen die de gemeente had gesteld, maar de gemeente oordeelde dat de referentie niet overeenkwam met de aard en omvang van de aanbestede opdracht. De gemeente had eerder aangegeven voornemens te zijn de opdracht aan Groencombinatie te gunnen, wat leidde tot bezwaar van Krinkels. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Krinkels niet had voldaan aan de inschrijvingsvereisten, met name wat betreft de referentie, en verklaarde Krinkels niet-ontvankelijk in haar vorderingen. De rechter oordeelde dat de inschrijving van Krinkels ongeldig was, omdat het referentiewerk niet in verhouding stond tot de aanbestede werkzaamheden. Hierdoor had Krinkels geen belang meer bij haar vorderingen, en werd zij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
61801 / KG ZA 08-482 april 2008
Sector civiel recht,
voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 61801 / KG ZA 08-48
Vonnis van 1 april 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KRINKELS B.V.,
gevestigd te Wouw,
eiseres,
procureur mr. C.J. IJdema,
advocaat mr. L.C. van den Berg,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND,
zetelend te Zierikzee,
gedaagde,
procureur mr. U.T. Hoekstra.
en
de vennootschap onder firma
GROENCOMBINATIE SCHOUWEN-DUIVELAND,
gevestigd te Bruinisse,
eiseres tot tussenkomst,
procureur: mr. J.P. Quist,
advocaten: mrs. M. Semmekrot en A. Stellingwerff Beintema.
Partijen zullen hierna Krinkels, de gemeente en Groencombinatie genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding;
de brief d.d. 18 maart 2008 van mr. Hoekstra met producties;
de fax d.d. 20 maart 2008 van mr. Van den Berg met producties;
de incidentele conclusie tot tussenkomst;
de pleitnota’s zijdens alle partijen.
De feiten
De gemeente heeft als opdrachtgever de opdracht genaamd “Strandonderhoud” aanbesteed. Deze opdracht is aangekondigd en het betreffende bestek met nummer [besteknummer] is op de markt gebracht.
Voor zover van belang luidt de aankondiging als volgt:
“II.1.5) …
De diensten bestaan in hoofdzaak uit:
Het schoonmaken van duinovergangen;
Het aanbrengen en verwijderen van stelconplaten bij duinovergangen;
Het aanbrengen en verwijderen van boeien, afvalbakken en stelconplaten op het strand;
Het opruimen van vuil op het strand en duinovergangen;
Het herstellen van zitbanken, afrasteringen en borden bij duinovergangen;
Opruim- en herstelwerkzaamheden toeristische fiets-/voetpaden.
III.2.3) Inlichtingen en formaliteiten om na te gaan of aan de vereisten is voldaan: e. De Inschrijver dient een referentielijst bij te sluiten van minimaal 1 opdracht, uitgevoerd vanaf 2002 en later, die naar de aard en omvang in verhouding staat met de aangeboden dienst.
....”
Op de aanbesteding is het Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005) van toepassing verklaard.
Vier ondernemingen, waaronder Krinkels en de Groencombinatie, hebben ingeschreven. Krinkels heeft bij haar inschrijving een referentie opgevoerd van een opdracht die is uitgevoerd door Interplant N.V., hierna Interplant, genaamd “Onderhoud Domeinduinen 2005-2006 ”.
De aanbesteding heeft plaatsgevonden op 21 januari 2008.
Krinkels heeft bij brief d.d. 28 januari 2008 antwoord gegeven op door de gemeente bij brief d.d. 25 januari 2008 gestelde vragen. Zij geeft in die brief onder meer aan dat Interplant niet zal worden ingezet voor het uitvoeren van de werkzaamheden en dat Interplant bij dit project geen rol van betekenis zal spelen. Bij die brief is een terbeschikkingstellingovereenkomst d.d. 25 januari 2008 tussen Interplant en Krinkels gevoegd.
De gemeente heeft bij brief d.d. 14 februari 2008 te kennen gegeven voornemens te zijn het werk op te dragen aan Groencombinatie. De aanbieding van Krinkels voldoet volgens de gemeente niet aan het selectiecriterium betreffende opgave referentie, nu de aard en omvang van de opgegeven referentie niet overeenkomt met de kernbestanddelen/hoofdelementen van de aanbestede opdracht. Krinkels heeft bij brief d.d. 19 februari 2008 bezwaar gemaakt tegen dit gunningvoornemen.
Bij fax d.d. 29 februari 2008 laat Krinkels de gemeente weten dat Interplant voor het hele werk beschikbaar zal zijn en, daar waar vereist, ook zal worden ingezet. Krinkels geeft aan hiermee haar brief d.d. 28 januari 2008 te willen corrigeren.
Het geschil
Ten aanzien van de verzochte tussenkomst heeft Krinkels geen verweer gevoerd.
Krinkels vordert, kort samengevat, de gemeente te verbieden gevolg te geven aan het door haar geuite gunningvoornemen en haar te verbieden aan een ander dan Krinkels op te dragen, beide op straffe van een dwangsom. Zij stelt daartoe dat het door haar ingediende referentiewerk voldoet aan de door de gemeente gestelde eis dat het referentiewerk van gelijke aard en omvang dient te zijn als de aangeboden dienst, zodat het ten onrechte buiten beschouwing is gelaten. Krinkels is voorts van mening dat de gemeente in haar beoordeling van het referentiewerk zich veeleer door haar onuitgesproken ambities in plaats van de werkelijk door haar gestelde eisen heeft laten leiden. Ten aanzien van de beschikbaarheid en inzet van Interplant verwijst ze naar haar brief d.d. 29 februari 2008 en de daarbij gevoegde terbeschikkingstellingovereenkomst.
De gemeente heeft zich gerefereerd ten aanzien van de verzochte tussenkomst. Zij voert verweer tegen de vordering van Krinkels en stelt dat de referentie van Krinkels zowel qua aard als qua omvang niet overeen komt met de kernbestanddelen/hoofdelementen van de aanbestede opdracht. Ook nadat daar door de gemeente nader om verzocht was heeft Krinkels geen duidelijke toelichting verstrekt betreffende de onderdelen van het referentiebestek welke in redelijke verhouding tot de opdracht van de gemeente zouden staan. Subsidiair stelt de gemeente dat de ervaring van Interplant niet relevant is omdat Krinkels heeft aangegeven daarvan geen gebruik te gaan maken.
Groencombinatie heeft verzocht haar toe te staan te mogen tussenkomen in dit kort geding. Ten aanzien van de vordering van Krinkels voert zij verweer. Zij vordert gunning van de opdracht aan haarzelf dan wel een verbod tot gunning van de opdracht aan een ander dan haarzelf. Groencombinatie is van mening dat de gemeente de inschrijving van Krinkels terecht ongeldig heeft verklaard. Zij stelt dat Krinkels bij haar inschrijving niet heeft aangetoond daadwerkelijk te kunnen beschikken over de ervaring van Interplant en gelet op het bepaalde in artikel 2.14.4. ARW 2005 te laat was met het indienen van de terbeschikkingstellingovereenkomst. Verder sluit haar verweer aan bij dat van de gemeente.
De beoordeling
Voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling heeft de voorzieningenrechter Groencombinatie toegestaan tussen te komen in dit kort geding. Zij heeft daartoe overwogen dat Groencombinatie voldoende aannemelijk heeft gemaakt daarbij belang te hebben en voorts dat daartegen door de gemeente en Krinkels geen bezwaren zijn aangevoerd.
Uitgangspunt bij de beoordeling is artikel 2.25.1 ARW 2005 dat bepaalt dat een inschrijving die niet voldoet aan de eisen gesteld in dat reglement, de aankondiging, het bestek of de nota van inlichtingen, ongeldig is.
In casu bestaat, gelet op de stellingen van partijen, met name verschil van mening omtrent de vraag of Krinkels heeft voldaan aan de eis betreffende het referentiewerk, die zowel in de aankondiging als in het bestek staat vermeld.
In de aankondiging onder III 2.3 en in het bestek onder paragraaf 0.04 sub 3 e wordt vermeld dat de inschrijver bij zijn inschrijving (onder meer) een referentielijst van minimaal 1 opdracht uitgevoerd vanaf 2002, die naar de aard en omvang in verhouding staat met de aangeboden dienst, dient te overleggen.
Krinkels heeft bij haar inschrijving een referentie opgevoerd van een opdracht die is uitgevoerd door Interplant, genaamd “Onderhoud Domeinduinen 2005-2006 ”. Naar aanleiding hiervan is bij brief d.d. 25 januari 2008 nadere informatie gevraagd door de gemeente, waarop door Krinkels bij brief d.d. 28 januari 2008 is geantwoord. De voorzieningenrechter overweegt dat het in dit verband door Groencombinatie gevoerde verweer onder verwijzing naar art 2.14.4. ARW 2005 niet kan slagen. De in dit artikel genoemde termijn van 2 werkdagen is niet overschreden, nu de dag van verzending van de brief door de gemeente een vrijdag was.
Voor beoordeling van de geldigheid van de inschrijving van Krinkels is van belang of de werkzaamheden in het referentiewerk van Interplant naar aard en omvang in verhouding staan tot de werkzaamheden zoals beschreven in het onderhavige bestek en de aankondiging. De voorzieningenrechter overweegt dat daarin duidelijk wordt aangegeven dat het werkzaamheden betreft die op en rond het strand plaatsvinden en zij is voorshands van oordeel dat uit de omschrijving van de werkzaamheden voldoende duidelijk blijkt dat van de inschrijver specifieke ervaring op het gebied van strandonderhoud wordt gevraagd. Mede gelet op de formulering van de eis betreffende het referentiewerk (naar aard en omvang in verhouding staan tot de aangeboden dienst) moet dan voor de inschrijver duidelijk zijn dat het referentiewerk dat wordt opgegeven daaraan in voldoende mate dient te voldoen.
Uit de omschrijving van de werkzaamheden in het referentiebestek blijkt echter niet dat strandreiniging een substantieel onderdeel was van de werkzaamheden. De betreffende opdracht had volgens het bestek ten doel werkzaamheden uit te voeren voor onderhoud, uitbreiding en verbetering van bestaande of aan te leggen beplantingen en opschikkingen in het betreffende gebied. De in dat bestek genoemde werkzaamheden zijn dan ook met name gericht op onderhoud van groenvoorzieningen en onweersproken is dat uit navraag door de gemeente is gebleken dat strandreiniging slechts incidenteel onderdeel heeft uitgemaakt van de werkzaamheden. Krinkels heeft, nadat daar door de gemeente om verzocht was, nagelaten gemotiveerd en specifiek aan te gegeven waarom de betreffende werkzaamheden wel in verhouding zouden staan tot de aanbestede opdracht. Zij heeft slechts verwezen naar het referentiebestek. Ook ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is een dergelijke toelichting c.q. onderbouwing uitgebleven.
Op grond hiervan is voorshands niet gebleken dat het referentiewerk naar aard in verhouding staat met de aangeboden dienst.
Daarnaast is de voorzieningenrechter vooralsnog van oordeel dat het referentiewerk ook qua omvang niet in verhouding staat tot de aangeboden dienst. Uit de overgelegde stukken volgt namelijk dat het aanbestede werk ruim 5 maal duurder is dan het referentiewerk, hetgeen kan worden aangemerkt als een substantieel verschil.
De voorzieningenrechter is gelet op het vorenstaande voorshands van oordeel dat het referentiewerk zowel qua aard als qua omvang niet in verhouding staat tot het aanbestede werk. Nu daarmee niet is voldaan aan een van de inschrijvingsvereisten, heeft dit ongeldigheid van de inschrijving van Krinkels tot gevolg. Die inschrijving wordt derhalve geacht niet te zijn gedaan, zodat zij geen deel uitmaakt van het aanbestedingsproces. Krinkels heeft hierdoor geen belang meer bij haar vorderingen en zij dient daarin derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Gelet op het vorenstaande zal Krinkels niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vorderingen, zodat de overige stellingen en weren van partijen onbesproken kunnen blijven.
Dit betekent ook dat de vorderingen van Groencombinatie wegens een gebrek aan belang zullen worden afgewezen.
Krinkels zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
De beslissing
De voorzieningenrechter
verklaart Krinkels niet-ontvankelijk in haar vorderingen;
veroordeelt Krinkels in de proceskosten aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 1.054,-- wegens procureurssalaris en € 254,--, wegens griffierechten en aan de zijde van Groencombinatie begroot op € 1.054,-- wegens procureurssalaris en € 254,-- wegens griffierechten;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 1 april 2008