ECLI:NL:RBMID:2008:BD3176
Rechtbank Middelburg
- Raadkamer
- R.J.G. Lameijer
- I.J.M. Woltring
- S.R.B. Walther
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift tegen beslaglegging op bedrijfspand te Terneuzen
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 4 juni 2008 uitspraak gedaan over een klaagschrift van een klager die de teruggave van een inbeslaggenomen bedrijfspand in Terneuzen verzocht. Het pand, waarin een café-restaurant en een coffeeshop zijn gevestigd, was in beslag genomen door het Openbaar Ministerie met het doel tot verbeurdverklaring, vanwege de grote schaal waarop in de coffeeshop drugs werden verhandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het klaagschrift tijdig en op de juiste wijze was ingediend, en dat de klager als belanghebbende kan worden aangemerkt volgens artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering.
Tijdens de behandeling in raadkamer heeft het Openbaar Ministerie verklaard dat het beslag is gelegd om te voorkomen dat er opnieuw strafbare feiten gepleegd zouden worden vanuit de coffeeshop. De rechtbank oordeelde dat de beslaglegging niet onrechtmatig was, en dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen opheffing van het beslag, ondanks de belangen van de klager. De rechtbank concludeerde dat de volledige afsluiting van het pand geen misbruik van bevoegdheid door het Openbaar Ministerie opleverde, en dat de klager verantwoordelijk was voor de onmogelijkheid tot exploitatie van het café-restaurantgedeelte.
De rechtbank heeft uiteindelijk het beklag ongegrond verklaard, waarmee de inbeslagname van het pand werd gehandhaafd. De beslissing werd genomen door een meervoudige raadkamer, waarbij de griffier aanwezig was. De rechtbank benadrukte dat de klager geen afstand had gedaan van het inbeslaggenomen goed en dat er tegen hem vervolging was ingesteld, wat de beslissing om het beslag te handhaven verder onderstreepte.