ECLI:NL:RBMID:2008:BD3049

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
23 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
50316/HA ZA 05-582
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en schadevergoeding bij aannemingsovereenkomst voor jachtwerkzaamheden

In deze zaak vordert eiser, eigenaar van het zeiljacht M., dat Standfast B.V. wordt veroordeeld tot betaling van € 71.742,77, vermeerderd met wettelijke rente. Eiser stelt dat Standfast niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwame jachtwerf verwacht mag worden, en dat de kosten die zijn gemaakt voor de werkzaamheden aan het zeiljacht aanzienlijk hoger zijn dan oorspronkelijk begroot. Standfast heeft op 21 december 2004 een eerste inspectie uitgevoerd en een calculation sheet opgesteld met een begroting van € 57.598,00. Eiser heeft deze sheet ondertekend, maar stelt dat de uiteindelijke kosten veel hoger uitvielen en dat de werkzaamheden veel langer duurden dan afgesproken.

De rechtbank oordeelt dat partijen op 7 januari 2005 een aannemingsovereenkomst hebben gesloten, waarbij is overeengekomen dat de kosten op basis van nacalculatie worden gefactureerd. De rechtbank concludeert dat eiser geen gerechtvaardigde verwachtingen kon ontlenen aan de calculation sheet, omdat deze expliciet geen offerte was en de uiteindelijke kosten niet substantieel van de begroting zouden afwijken. Eiser was nauw betrokken bij het proces en heeft de meeste facturen zonder protest voldaan. De rechtbank verwerpt de vordering van eiser en oordeelt dat Standfast niet onzorgvuldig heeft gehandeld. Eiser wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Standfast.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 50316 / HA ZA 05-582
Vonnis van 23 april 2008
in de zaak van
[eiser],
wonende te Yokohama (Japan),
eiser,
procureur mr. E. Bregonje,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STANDFAST B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Breskens, gemeente Sluis,
gedaagde,
procureur mr. R.R.E. Nobus.
Partijen zullen hierna [eiser] en Standfast genoemd worden.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 maart 2006;
- het proces-verbaal van comparitie van 29 januari 2008.
2. De feiten
2.1. [eiser] is eigenaar van het zeiljacht [naam jacht] (hierna: het zeiljacht). Standfast exploiteert een jachtwerf.
2.2. [eiser] heeft zich in december 2004 gewend tot Standfast met problemen aan het leidingwerk en de systemen van het zeiljacht. Op 21 december 2004 heeft Standfast het zeiljacht bekeken en een calculation sheet opgesteld. Na overleg met [eiser] heeft Standfast de calculation sheet aangepast. Op 7 januari 2005 hebben partijen de calculation sheet, waarin de kosten op € 57.598,00 zijn begroot, ondertekend.
2.3. Op 7 januari 2005 hebben partijen tevens een overeenkomst ondertekend. Daarin is onder meer het volgende opgenomen:
in aanmerking nemende dat:
(…)
- De werf op 21-12-2004 aan ca 1 uur boord is geweest om een eerste globale indruk te verkrijgen van de genoemde problemen en aansluitend op basis hiervan een globale begroting heeft opgesteld en heeft gepresenteerd welke aan deze overeenkomst is gehecht.
- Dat de opdrachtgever de wens te kennen heeft gegeven om te vernemen wat de totale kosten zullen bedragen voor zowel het leidingwerk en elektrisch werk samen.
- Dat de werf hierop gereageerd heeft de totale kosten niet te kunnen begroten daar hiervoor in elk geval een duidelijke specificatie van de uit te voeren werkzaamheden noodzakelijk is om te begroting op te kunnen baseren. De werf is bereid om deze specificatie op te stellen echter dit neemt enige tijd in beslag daar er hiervoor demontage werkzaamheden moeten worden uitgevoerd.
- Dat de opdrachtgever te kennen heeft gegeven niet de tijd te willen nemen om dit af te wachtten
- Dat de werf met klem adviseert de systemen en componenten sterk te vereenvoudigen om de bedrijfszekerheid, bereikbaarheid en onderhoudbaarheid te vergoten en de kosten voor her installatie, toekomstig onderhoud, en –reparatie te verlagen.
(…)
Artikel 1 – Onderwerp overeenkomst
De Werf verbindt zich voor de opdrachtgever om alle leidingwerk werk aan het zeiljacht [naam jacht] te vernieuwen, zodanig dat de systemen goed functioneren, bereikbaar- en onderhoudbaar zijn. (…)
De uitvoering van elektrische werkzaamheden maakt geen deel uit van deze overeenkomst.
Artikel 2 – Bepaling werkzaamheden
De werkzaamheden die noodzakelijk zijn om het beoogd resultaat, zoals genoemd onder artikel 1, te bewerkstelligen zijn niet bepaald noch gespecificeerd bij het aangaan van deze overeenkomst.
In overleg met de opdrachtgever zal door de werf per systeem een principe schema worden getekend met hierop per systeem aangegeven de belangrijkste componenten van het systeem en schematisch de leidingen, afsluiters, pompen, filters etc. Verder zal hierop aangegeven worden de eventuele te verplaatsen componenten en aanpassing van de betimmering.
De werking van het systeem alsmede de hieruit voortvloeiende werkzaamheden worden hiermee voldoende bepaald geacht en zullen worden voorgelegd aan de opdrachtgever ter goedkeuring.
Artikel 3 – Uitvoering Werkzaamheden en Communicatie
Na goedkeuring zullen de uit deze schema’s voortvloeiende werkzaamheden door de werf worden uitgevoerd geheel naar eigen inzicht van de werf.
Opdrachtgever zal dagelijks voldoende aanwezig zijn om de werkzaamheden te volgen. Eventuele vragen, opmerkingen en commentaar van welke aard dan ook zullen door de opdrachtgever worden genoteerd en dagelijks worden besproken met de werf.
Communicatie namens opdrachtgever en namens de werf zal uitsluitend gedaan worden door respectievelijk de heer [eiser] en de heer [J.F.].
De gemaakte afspraken zullen schriftelijk worden vastgelegd en door beiden voor akkoord voorzien van een paraaf en datum.
Artikel 6 – Kosten en tarieven
De kosten zullen op basis van nacalculatie worden gefactureerd als volgt:
6.1 Arbeidskosten
Voor alle bestede uren aan tekenwerk, overleg, begeleiding en uitvoering
Per gewerkt uur: € 47,50
6.2 Materiaalkosten
Magazijn artikelen worden tegen actuele verkoop prijzen doorberekend
Inkoop materialen worden tegen inkoop prijs vermeerderd met 30% doorberekend
6.3 Materieelkosten
Uitsluitend kosten voor kraan- en hijs- en transport materieel worden doorberekend volgens bijgaand tarieven blad
Alle genoemde bedragen zijn exclusief BTW
Artikel 7 Facturatie en Betaling
Alle gemaakte kosten worden per week gefactureerd.
Facturen dienen binnen 14 dagen na factuurdatum op onze rekening te zijn bijgeschreven.
3. Het geschil
3.1. [eiser] vordert, samengevat, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Standfast te veroordelen tot betaling van € 71.742,77, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 69.954,77 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Standfast in de proceskosten.
3.2. [eiser] stelt daartoe het volgende.
Standfast heeft niet gehandeld als van een redelijk bekwame en redelijk handelende werf mag worden verwacht. Zij heeft geen juiste inschatting gemaakt van de werkzaamheden en de kosten. Standfast is meermalen aan boord van het zeiljacht geweest en beschikte dan ook over alle benodigde informatie om de uit te voeren werkzaamheden en de daaraan verbonden kosten vast te stellen. [eiser] mocht erop vertrouwen dat de calculation sheet een getrouw beeld van de werkzaamheden en de kosten gaf, althans dat de werkzaamheden na het opstellen van de principeschema’s voldoende bepaald zouden zijn. Standfast heeft bovendien voor de totstandkoming van de overeenkomst van opdracht aangegeven dat de uiteindelijke kosten niet substantieel van het totaalbedrag op de calculation sheet zouden afwijken. Het feit dat de kosten op basis van nacalculatie zijn gefactureerd, doet hieraan niet af. De werkelijke kosten hebben de begrote kosten echter in zeer aanzienlijke mate overschreden. Bovendien heeft Standfast de doorlooptijd van het project verkeerd ingeschat. Zij heeft niet de overeengekomen termijn van drie maanden, maar een termijn van achtenhalve maand nodig gehad voor haar werkzaamheden.
Nu Standfast onzorgvuldig jegens [eiser] heeft gehandeld, is zij schadeplichtig. De schade bestaat uit de overschrijding van het budget, de extra kosten als gevolg van het verlengde verblijf van vijfenhalve maand, en onnodig betaalde verzekeringskosten. Daarnaast maakt [eiser] aanspraak op de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente.
3.3. Standfast voert als verweer het volgende aan.
Standfast betwist onzorgvuldig te hebben gehandeld. Zij is niet meermalen aan boord van het zeiljacht geweest. [eiser] wilde niet de tijd nemen voor een gedegen onderzoek. Zonder een dergelijk onderzoek kon Standfast geen juiste indicatie geven van de kosten. Standfast betwist dat zij voor de totstandkoming van de overeenkomst van opdracht heeft aangegeven dat de uiteindelijke kosten niet substantieel van het totaalbedrag op de calculation sheet zouden afwijken. [eiser] wilde geen offerte, maar heeft ervoor gekozen de werkzaamheden op basis van nacalculatie uit te laten voeren. De principeschema’s zijn niet bedoeld om duidelijk te maken welke materialen zullen worden gebruikt en hoeveel uren er gewerkt zullen worden, maar om een globaal beeld te geven van de wijze waarop een systeem werkt. Daarnaast was [eiser] dagelijks aanwezig op het zeiljacht. De werkzaamheden hebben plaatsgevonden in samenspraak met hem. Op grond van de overeenkomst had [eiser] zijn opmerkingen en klachten dagelijks met Standfast moeten bespreken. Ook heeft Standfast [eiser] wekelijks facturen gestuurd. [eiser] heeft de meeste facturen zonder protest behouden en voldaan; een aantal malen is een factuur aangepast.
Standfast betwist voorts dat is overeengekomen dat de werkzaamheden binnen drie maanden afgerond zouden moeten zijn. [eiser] kan Standfast de gestelde vertraging bovendien niet verwijten. Ook andere bedrijven hebben werkzaamheden verricht en [eiser] heeft zelf, tegen het advies van Standfast in, niet gekozen voor vereenvoudiging van de systemen en componenten en gevraagd om extra werkzaamheden.
Standfast betwist tot slot gemotiveerd de hoogte van de schade.
4. De beoordeling
4.1. Partijen hebben op 7 januari 2005 een aannemingsovereenkomst gesloten, waarbij zij onder meer zijn overeengekomen dat de kosten op basis van nacalculatie worden gefactureerd. In de overeenkomst is opgenomen welke berekening Standfast ten aanzien van de kosten betreffende arbeid, materiaal en materieel hanteert. Hieruit blijkt dat partijen vooraf geen vaste prijs hebben afgesproken. [eiser] is dientengevolge op grond van artikel 7:752 BW een redelijke prijs aan Standfast verschuldigd.
4.2. Aan de orde is allereerst de vraag of de calculation sheet een prijsindicatie bevat waaraan [eiser] verwachtingen omtrent de uiteindelijke kosten mocht ontlenen. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend. Partijen zijn het erover eens dat in de calculation sheet een globale opsomming van de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden kosten is opgenomen. Op iedere bladzijde is uitdrukkelijk vermeld dat de calculation sheet geen offerte is. Zoals ook blijkt uit hetgeen in de overeenkomst onder ‘in aanmerking nemende dat’ is opgenomen, heeft Standfast aangegeven dat zij op basis van de haar bekende informatie geen definitieve begroting kon opstellen. Daartoe zou zij het zeiljacht gedurende enkele weken tot haar beschikking moeten hebben om een ‘inwendig’ onderzoek te doen. [eiser] wilde daar niet op wachten. Standfast heeft om die reden geen offerte uitgebracht, maar de kosten op basis van nacalculatie in rekening gebracht. Partijen hebben dus, zoals ook expliciet is opgenomen in de overeenkomst, ervan afgezien de werkzaamheden nader te bepalen en te specificeren. Ook de daaraan gerelateerde kosten zijn dientengevolge onbepaald gebleven. Onder deze omstandigheden heeft [eiser] daarom geen gerechtvaardigde verwachtingen kunnen ontlenen aan het kostenoverzicht uit de calculation sheet. De rechtbank verwerpt de stelling dat Standfast voor de totstandkoming van de overeenkomst van opdracht heeft aangegeven dat de uiteindelijke kosten niet substantieel van het totaalbedrag op de calculation sheet zouden afwijken. [eiser] heeft, gelet op het bovenstaande en de betwisting door Standfast, deze stelling onvoldoende onderbouwd.
4.3. Indien en voor zover [eiser] stelt dat Standfast in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid handelt door de begrote kosten uit de calculation sheet in zeer aanzienlijke mate te overschrijden, verwerpt de rechtbank deze stelling. [eiser] is nauw bij het proces betrokken geweest. Onbetwist staat vast dat hij dagelijks op de werf aanwezig was. Op grond van de overeenkomst diende hij vragen, opmerkingen en commentaar te noteren en te bespreken met Standfast. Niet gesteld of gebleken is dat [eiser] op enig moment deze werkwijze heeft toegepast. Daarnaast heeft Standfast [eiser] wekelijks facturen gestuurd. [eiser] heeft niet betwist dat hij de meeste facturen zonder protest heeft behouden en voldaan, en dat enkele facturen op zijn verzoek zijn aangepast. Ook heeft [eiser] niet betwist dat hij de door Standfast geadviseerde vereenvoudigingen, die kostenbeperkend hadden gewerkt, niet heeft geaccepteerd. Uit het bovenstaande blijkt dat [eiser] op de hoogte was van de kostenontwikkeling en hierop invloed heeft kunnen uitoefenen. Nu hij die mogelijkheid niet heeft benut maar de meeste facturen heeft voldaan, komt [eiser] geen beroep op de redelijkheid en billijkheid (meer) toe.
4.4. De door Standfast opgestelde principeschema’s leiden niet tot een andere conclusie. Standfast heeft gemotiveerd betwist dat de principeschema’s een nader inzicht geven in de benodigde manuren en materialen. [eiser] heeft, gegeven deze betwisting, zijn stelling dat de werkzaamheden op grond van de principeschema’s voldoende bepaald zouden zijn onvoldoende onderbouwd.
4.5. Vast staat dat de werkzaamheden aan het zeiljacht achtenhalve maand in beslag hebben genomen. Standfast heeft gemotiveerd betwist dat zij met [eiser] is overeengekomen de werkzaamheden in drie maanden af te ronden. De afspraak met betrekking tot de opleveringstermijn is door [eiser] niet nader onderbouwd en blijkt ook niet uit de overeenkomst. De rechtbank verwerpt daarom de stelling van [eiser] op dit punt.
4.6. Uit het bovenstaande volgt dat Standfast niet onzorgvuldig heeft gehandeld jegens [eiser]. Niet is komen vast te staan dat Standfast een onjuiste begroting heeft opgesteld dan wel een onredelijke prijs heeft gevraagd en ook niet dat zij de doorlooptijd van het project verkeerd heeft voorgesteld. De rechtbank zal daarom de vordering van [eiser] afwijzen.
4.7. De rechtbank zal [eiser] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van Standfast veroordelen.
5. De beslissing
De rechtbank
- wijst de vorderingen af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, welke aan de zijde van Standfast tot aan dit moment worden begroot op € 1.580,00 wegens griffierecht en € 1.788,00 wegens procureurssalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2008.
MR