ECLI:NL:RBMID:2008:BD2347

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
15 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
60587/KG ZA 07-211
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en schadevergoeding in kort geding na vernietiging overeenkomst

In deze zaak vordert Tsui Trading B.V. in kort geding betaling van een bedrag van € 120.000,-- van gedaagde, die een winkelruimte in Rotterdam heeft overgenomen. De partijen hebben op 8 september 2007 een intentieverklaring ondertekend, waarin zij overeenstemming bereikten over de overname van de winkelruimte, inclusief inboedel, maar exclusief voorraad. Gedaagde heeft de overeenkomst echter op 7 januari 2008 vernietigd, onder verwijzing naar dwaling, bedrog, bedreiging en/of misbruik van omstandigheden. Tsui Trading stelt dat er een rechtsgeldige overeenkomst is gesloten en dat gedaagde gehouden is tot betaling van de overeengekomen overnamesom van € 110.000,--. De voorzieningenrechter oordeelt dat op basis van de ondertekende intentieverklaring voldoende aannemelijk is dat er een overeenkomst tot stand is gekomen, en dat gedaagde zich verplicht heeft tot betaling van het bedrag. De vordering tot betaling van € 110.000,-- wordt toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De vorderingen tot schadevergoeding en vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, omdat Tsui Trading niet voldoende bewijs heeft geleverd voor deze vorderingen. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten en de kosten van beslaglegging.

Uitspraak

Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
60587KG ZA 07-21160587KG ZA 07-21116 januari 2008
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 60587 / KG ZA 07-211
Vonnis van 15 januari 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TSUI TRADING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
procureur: mr. K.P.T.G. Flos,
advocaat: mr. J. Thiele,
tegen
[gedaagde]
wonende te Rilland, gemeente Reimerswaal,
gedaagde,
advocaat: mr.drs. E.R. Knoester.
Partijen worden hierna aangeduid als Tsui Trading en [gedaagde].
De procedure.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding met producties;
de beslagstukken;
het telefaxbericht d.d. 7 januari 2008 van mr. Knoester met bijlage;
de mondelinge behandeling op 8 januari 2008;
de pleitnotities van mr. Thiele;
de pleitnotities van mr. Knoester;
- het door mr. Knoester ter zitting overgelegde uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel betreffende Bigextreme Store;
- de door mr. Thiele ter zitting overgelegde intentieverklaring tot overname huurovereenkomst/goodwill.
De feiten.
2.1. Via bemiddeling van de heer Erdem (de makelaar), zijn partijen met elkaar in contact getreden over de overname door [gedaagde] van een winkelruimte aan de [adres] te Rotterdam, in welke ruimte door Tsui Trading een winkel in kindermode werd geëxploiteerd.
2.2. Op 8 september 2007 hebben partijen een intentieverklaring ondertekend, waarin onder meer het navolgende is vastgelegd:
“Verkoper en koper verklaren hierbij elkaar een overeenstemming te hebben bereikt m.b.t. de overname van bovenvermelde zaak inclusief inboedel en exclusief voorraad.
Slechts onder voorbehoud dat de besprekingen van koper in Turkije positief verlopen tot het verkrijgen van dealerschap in Nederland van Rodi jeans, gaat koper akkoord met de overnamesom van 110.000,00 euro en zal uiterlijk in week 38 de definitieve overname overeenkomst worden getekend.”
2.3. De verhuurder, [verhuurder]., heeft zich met de contractsovername door [gedaagde] akkoord verklaard. Tussen verhuurder en partijen is een indeplaatsstellingsovereenkomst overeengekomen en ondertekend.
2.4. Op 4 oktober 2007 ondertekent [gedaagde] een schriftelijk stuk waarin zij verklaart een bedrag van € 120.000,-- verschuldigd te zijn aan Tsui Trading B.V. in verband met het overnemen van de ruimte aan de [adres] te Rotterdam en dat zij uiterlijk op 23 oktober 2007 dit bedrag zal betalen.
2.5. De onderneming van [gedaagde] is per 12 november 2007 bij de Kamer van Koophandel ingeschreven op de [adres] onder de naam “Rodi Jeans”.
2.6. Tsui Trading heeft ingevolge het op 30 november 2007 door de voorzieningenrechter van deze rechtbank verleende verlof conservatoir (derden-)beslag doen leggen onder [gedaagde], alsmede onder een debiteur van [gedaagde].
2.7. [gedaagde] heeft bij brief d.d. 7 januari 2008 de overeenkomst vernietigd wegens dwaling, bedrog, bedreiging en/of misbruik van omstandigheden.
3. Het geschil en de beoordeling daarvan.
3.1. Tsui Trading vordert [gedaagde] te veroordelen tot:
a. betaling van een bedrag ad € 120.000,--, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 23 oktober 2007 tot aan de dag van volledige betaling;
b. betaling van een bedrag ad € 30.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
c. betaling van een bedrag ad € 2.842,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
d. alsmede [gedaagde] te veroordelen in de kosten van het geding, daaronder begrepen de kosten van beslaglegging.
3.2. Als grondslag voor haar vorderingen voert Tsui Trading aan dat er tussen partijen een overeenkomst is gesloten met betrekking tot de overname van de winkelruimte aan de [adres] te Rotterdam en dat [gedaagde] gehouden is deze na te komen. [gedaagde] zou uiterlijk op 23 oktober 2007 een bedrag van € 120.000,-- aan Tsui Trading betalen, zo volgt uit de bij dagvaarding als productie 2 overgelegde schuldbekentenis d.d. 4 oktober 2007, waarbij [gedaagde] zou treden in de rechten en verplichtingen uit de huurovereenkomst. Tsui Trading betwist uitdrukkelijk de stelling van [gedaagde] dat de overeenkomst zou zijn gesloten onder invloed van dwaling, bedrog, bedreiging en/of misbruik van omstandigheden. Van enige bedreiging van de kant van Tsui Trading is geen sprake. Ook de bewering van [gedaagde] dat er herhaaldelijk om de cijfers van de onderneming van Tsui Trading zou zijn gevraagd wordt betwist. Uit de ter zitting zijdens Tsui Trading overgelegde intentieverklaring volgt duidelijk dat partijen overeenstemming hebben bereikt met betrekking tot de overname van het winkelpand aan de Karel Doormanstraat en tevens dat [gedaagde] akkoord is gegaan met een overnamesom van € 110.000,--. Dit bedrag is in oktober 2007 vermeerderd met € 10.000,-- wegens door Tsui Trading gemaakte kosten. Tsui Trading stelt voorts aanmerkelijke schade te hebben geleden door de niet-nakoming van de kant van [gedaagde]. Ten behoeve van een nieuw te starten winkel zijn door Tsui Trading voor een bedrag van € 30.000,-- textielgoederen besteld. In verband met het uitblijven van de betaling door [gedaagde] is de nieuwe lokatie niet doorgegaan. Tsui Trading wordt echter gehouden aan betaling van de bestelde goederen.
3.3. [gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde met veroordeling van Tsui Trading in de proceskosten. Zij voert daartoe het navolgende aan. Volgens [gedaagde] is er van overeenstemming over een overnamevergoeding van
€ 110.000,-- nooit sprake geweest. [gedaagde] wilde, voordat zij met dit bedrag zou instemmen, eerst inzicht hebben in de omzetcijfers van Tsui Trading. Het schriftelijke stuk van 4 oktober 2007 is onder bedreiging en dus niet rechtsgeldig tot stand gekomen. Er is dus geen sprake van een overeenkomst tussen partijen. Voorts betwist [gedaagde] de door Tsui Trading gestelde schade wegens een bestelling van textielgoederen. De door Tsui Trading bij dagvaarding overgelegde factuur van Bigextreme Store roept allerlei vragen op. Voorts -zo blijkt uit het ter zitting overgelegde uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel- ontbreekt van de persoon voor wiens rekening de eenmanszaak wordt gedreven thans elk spoor. [gedaagde] betwist dat de bewuste bestelling is geplaatst, geleverd en betaald.
3.4. De voorzieningenrechter oordeelt dat op grond van de door partijen ondertekende intentieverklaring voorshands voldoende aannemelijk is dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, onder meer inhoudende dat [gedaagde] aan Tsui Trading € 110.000,-- moet betalen voor de overname van de winkelruimte. Weliswaar is in deze overeenkomst een voorbehoud gemaakt, maar dit voorbehoud ziet niet, zoals door [gedaagde] steeds is aangevoerd, op het inzien van de omzetcijfers van Tsui Trading, maar op het verkrijgen van het dealerschap in Nederland van Rodi Jeans. Nu door [gedaagde] niet is betwist dat zij deze verklaring heeft ondertekend, noch is gesteld of gebleken dat het daarbij gemaakte voorbehoud is vervuld, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter in voldoende mate komen vast te staan dat er tussen partijen een overeenkomst is gesloten gericht op de overname van de winkelruimte aan de [adres] te Rotterdam en dat [gedaagde] zich op grond van deze overeenkomst heeft verplicht tot het betalen van een bedrag van € 110.000,-- aan Tsui Trading.
Uit het vorenstaande volgt dat de vordering onder 3.1. sub a zal worden toegewezen tot een bedrag van € 110.000,--. Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding, nu in de intentieverklaring geen betalingstermijn is genoemd en voorts uit de stukken niet blijkt tegen welke datum [gedaagde] in gebreke is gesteld.
3.5. De vordering weergegeven onder 3.1. sub b, strekt tot vergoeding van geleden schade. Tsui Trading stelt aan betaling te worden gehouden van een niet meer ongedaan te maken bestelling van textielgoederen bij Bigextreme Store. In het licht van de door [gedaagde] daartegen aangevoerde feiten en omstandigheden zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter het bestaan en de omvang van deze vordering onvoldoende aannemelijk gemaakt. De vordering dient daarom te worden afgewezen.
3.6. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, zoals weergegeven onder 3.1. sub c, zal worden afgewezen, omdat Tsui Trading niet heeft aangetoond dat de te dier zake gestelde verrichtingen meer hebben omvat dan die waarvoor de in artikel 214 Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten.
3.7. [gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit kort geding worden veroordeeld. De gevorderde kosten van het op 30 november 2007 gelegde beslag zijn eveneens toewijsbaar, nu dat beslag niet nietig, onnodig of onrechtmatig is gebleken. Deze kosten worden aan de zijde van Tsui Trading begroot op € 241,72 voor processen-verbaal en € 1.421,--voor salaris procureur (1 x rekest x € 1.421,--).
4. De beslissing.
De voorzieningenrechter:
4.1. veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag ad € 110.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
4.2. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Tsui Trading tot op heden begroot op € 3.365,-- wegens griffierecht, € 1.054,-- wegens procureurssalaris en
€ 70,85 wegens dagvaardingskosten;
4.3. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van beslaglegging, door de voorzieningenrechter begroot op € 1.662,72;
4.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2008.