ECLI:NL:RBMID:2008:BD0867

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
29 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/700252-07 en 13/528193-06
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake ernstige strafzaken met psychologisch onderzoek

In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 29 april 2008 een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van ernstige misdrijven, waaronder seksueel geweld. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M. Overmeer, die een gevangenisstraf van vier jaar en terbeschikkingstelling met dwangverpleging heeft geëist. De rechtbank heeft vastgesteld dat er serieuze aanwijzingen zijn voor persoonlijkheidsproblematiek bij de verdachte, zoals aangegeven door psychiater Trompenaars en psycholoog Van den Bergh. Beide deskundigen adviseren om de verdachte nader te laten onderzoeken in het Pieter Baan Centrum te Utrecht. De rechtbank heeft besloten dit advies op te volgen, aangezien een weloverwogen strafoplegging niet mogelijk is zonder nader onderzoek naar de geestesvermogens van de verdachte. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting geschorst en heropend, en zal de zaak binnen drie maanden opnieuw behandelen. De verdachte en zijn raadsman zijn opgeroepen voor de volgende zitting. Dit tussenvonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. A.P.M. Philipsen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector strafrecht
meervoudige kamer
Parketnummers: 12/700252-07 en 13/528193-06
Datum uitspraak: 29 april 2008
Tegenspraak
-------------------------------------
Datum inverzekeringstelling: 29 oktober 2007
Datum voorlopige hechtenis: 31 oktober 2007
-------------------------------------
T U S S E N V O N N I S
van de rechtbank Middelburg, meervoudige kamer voor strafzaken, in de strafzaak tegen:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende [adres],
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [X],
ter terechtzitting verschenen.
Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting verschenen mr. O.E. de Jong, advocaat te Utrecht.
Onderzoek van de zaak
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
17 april 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Overmeer en van hetgeen door en/of namens de verdachte naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van voorarrest, en dat aan hem zal worden opgelegd de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
Zij heeft voorts gevorderd dat de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen [BP1] en [BP2] bij wijze van voorschot zullen worden toegewezen tot een bedrag van € 2.014,25 (materiële schade € 14,25 (morning after pil) en immateriële schade € 2.000,00) respectievelijk € 1.500,00, met de verplichting tot betaling van genoemd bedrag aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer conform artikel 36f Wetboek van Strafrecht, en dat de benadeelde partijen voor het overige niet ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen.
Verder heeft zij gevorderd dat de in beslag genomen medicijnen, papieren, schroevendraaiers, dekbedovertrek, dekbed, bijl, handdoek en messen (nrs. 1, 2, 3, 5, 7, 9, 10, 15, 16 en 17 op de beslaglijst) zullen worden teruggegeven aan de verdachte, dat de in beslag genomen bustehouder en slipje (nrs. 11 en 13 op de beslaglijst) zullen worden teruggegeven aan [rechthebbende 1] en dat de in beslag genomen trui (nr. 12 op de beslaglijst) zal worden teruggegeven aan [rechthebbende 2]. Daarnaast heeft zij gevorderd dat de in beslag genomen gas (nr. 4 op de beslaglijst) zal worden onttrokken aan het verkeer en dat het in beslag genomen mes (nr. 8 op de beslaglijst) zal worden verbeurd verklaard.
Tot slot heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van de aan verdachte bij vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken te Amsterdam d.d. 12 december 2006 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren.
Subsidiair heeft de officier van justitie gevorderd dat de zaak zal worden aangehouden dan wel na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting zal worden heropend, opdat verdachte alsnog klinisch zal worden geobserveerd in het Pieter Baan Centrum te Utrecht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, zoals ter terechtzitting op vordering van de officier van justitie gewijzigd.
De tekst van de (gewijzigde) tenlastelegging luidt als volgt.
Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 27 oktober 2007 te Vlissingen,
meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
en/althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2]
(telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die
bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer 2],
hebbende verdachte en/of zijn mededader die [slachtoffer 2] gedwongen hem,
verdachte, te pijpen en/of zijn/hun penis in de vagina van die [slachtoffer]
gebracht en/of zijn/hun penis tegen de mond van die [slachtoffer 2] geduwd/gebracht
en/of de borsten van die [slachtoffer 2] betast en/of die [slachtoffer] gebeft en/of een
tong in de vagina van die [slachtoffer 2] geduwd/gebracht en
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het door verdachte en/of zijn
mededader op een bed duwen van die [slachtoffer 2] en/of (vervolgens) meermalen,
althans eenmaal, slaan en/of stompen van die [slachtoffer 2] en/of (-in het zicht
en/of bijzijn van die [slachtoffer 2]-) op een bed duwen van [slachtoffer 1] en/of
slaan en/of stompen van die [slachtoffer 1] en/of (voorts) boven op die
[slachtoffer 2] gaan zitten en/of in het gezicht knijpen van die [slachtoffer 2] (teneinde
haar te beletten te gaan schreeuwen) en/of (daarna) die [slachtoffer 2] (met kracht)
(op een oog) slaan en/of stompen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] een arm om
de nek doen/klemmen en/of (daarbij) tonen van een mes aan die [slachtoffer 2] en/of
maken van één of meer stekende beweging(en) met een/dat mes in de richting van
die [slachtoffer 2] en/of (opnieuw/nogmaals) slaan en/of stompen en/of naar een
slaapkamer slepen en/of (aldaar) op een bed duwen van die [slachtoffer 2] en/of
(meermalen) uittrekken en/of naar beneden trekken van de broek en/of onderbroek,
in elk geval één of meer kledingstuk(ken), van die [slachtoffer 2] en/of bovenop die
[slachtoffer 2] gaan liggen en/of (daarna) die [slachtoffer 2] omdraaien (zodat zij op
haar knieën kwam te zitten) en/of vastpakken van het hoofd van die [slachtoffer 2]
en/of die [slachtoffer 2] op dreigende toon de woorden toevoegen: "Doe normaal
anders wil je problemen?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
met een hand de mond van die [slachtoffer 2] dichtknijpen, althans een hand op de
mond van die [slachtoffer 2] houden en/of gebruik maken van uit een verschil in
leeftijd en/of postuur en/of getal/aantal (in elk geval de gelijktijdige aanwezigheid van verdachte en zijn mededader in de slaapkamer) voortvloeiend overwicht en/of de (door eerder die avond door verdachte en/of zijn mededader jegens die [slachtoffer 2] en/of
die [slachtoffer 1] gebruikt geweld) opgewekte vrees dat (opnieuw) geweld tegen die [slachtoffer 2] zou worden uitgeoefend en/of (aldus) (in elk geval) voor die [slachtoffer 2]
en/of voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie doen ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 27 oktober 2007 te Vlissingen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het
ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1],
hebbende verdachte en/of zijn mededader meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer 1] gedwongen hem, verdachte, te pijpen, en/of zijn, verdachtes, penis in
de mond te nemen en/of zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1]
geduwd/gebracht en/of de borsten van die [slachtoffer 1] betast en/of gelikt en/of
de tepels van die [slachtoffer 1] gelikt en/of die [slachtoffer 1] gekust en
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het door verdachte en/of zijn
mededader op een bed duwen van die [slachtoffer 1] en/of meermalen, althans eenmaal
tegen/op het hoofd en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] slaan en/of
stompen en/of (-in het zicht en/of bijzijn van die [slachtoffer 1]-) op een bed
duwen en/of slaan en/of stompen van [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 1] (die
zich inmiddels op het toilet bevond) dreigend de woorden toevoegen dat die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] vermoord zou(den) worden als die [slachtoffer 1] de
deur niet zou opendoen en/of (in elk geval) gebruik maken van de bij die [slachtoffer 1] (mede door eerder die avond door verdachte en/of zijn mededader jegens
die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 1] gebruikt geweld) opgewekte vrees dat
haar en/of die [slachtoffer 2] geweld zou worden aangedaan en/of die [slachtoffer 1]
aan de haren pakken en/of trekken en/of bij het achterhoofd pakken en/of (aldus)
het hoofd van die [slachtoffer 1] in de richting van zijn, verdachtes, penis duwen/brengen
en/of de (boven)kleding van die [slachtoffer 1] omhoog trekken en/of kapot trekken
en/of (aldus) (in elk geval) voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] een
bedreigende situatie doen ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Heropening van het onderzoek
Na de sluiting van het onderzoek is onder de beraadslaging gebleken dat het onderzoek in de zaak niet volledig is geweest.
De rechtbank is tot het oordeel gekomen dat zij in de onderhavige zaak - gelet op de feiten en omstandigheden zoals die uit het dossier en op grond van het onderzoek ter terechtzitting zijn gebleken en gelet op de eis van de officier van justitie - niet tot een juiste beoordeling van de persoonlijke omstandigheden van verdachte alsmede tot een weloverwogen strafoplegging kan komen, zonder dat een nader onderzoek naar de geestesvermogens van verdachte is uitgevoerd. Volgens psychiater Trompenaars bestaan er serieuze aanwijzingen voor
– mogelijk zelfs ernstige – persoonlijkheidsproblematiek. De psycholoog Van den Bergh heeft geconcludeerd dat verdachte lijdende is aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van zwakbegaafdheid en dat er sprake is van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven. Beide deskundigen adviseren om verdachte nader te laten onderzoeken in het Pieter Baan Centrum te Utrecht of een andere observatiesetting. De rechtbank zal dit advies volgen. Zij overweegt daarbij dat verdachte wordt verdacht van zeer ernstige feiten. De conclusie van de psycholoog dat verdachte zwakbegaafd is roept naar het oordeel van de rechtbank vragen op gelet op de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij de MTS heeft gedaan en dat hij deze opleiding heeft afgerond met een diploma.
De rechtbank acht het gelet op bovenstaande noodzakelijk dat verdachte ter observatie zal worden overgebracht naar het Pieter Baan Centrum te Utrecht ter beantwoording van de gebruikelijke vragen omtrent de persoonlijkheid, de geestvermogens van verdachte, de toerekeningsvatbaarheid en de aan te bevelen straf en/of maatregel. Een bevel tot voornoemde observatie vindt ingevolge artikel 317 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering echter niet plaats dan nadat het oordeel over de noodzakelijkheid daartoe is ingewonnen bij een of meer deskundige(n) en de officier van justitie, de verdachte en diens raadsman in de gelegenheid zijn gesteld om ter zake te worden gehoord. Nu dit laatste nog niet is gebeurd zal de rechtbank overeenkomstig het bepaalde in artikel 316 van het Wetboek van Strafvordering het gesloten onderzoek in de zaak heropenen en - met schorsing van het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd - de stukken in handen stellen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank teneinde bovengenoemde onderzoekshandelingen te laten verrichten.
Het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat op een nader te bepalen terechtzitting
die zal plaatsvinden meer dan één maand, doch binnen drie maanden na heden.
Hervatting van het onderzoek binnen een maand is niet mogelijk om de klemmende reden dat naar ver¬wachting bedoeld onderzoek niet binnen die termijn gereed zal zijn.
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Zij heropent en schorst het onderzoek en beveelt dat het onderzoek zal worden hervat op een nader te bepalen terechtzitting van deze rechtbank binnen drie maanden na heden.
Zij draagt aan de rechter-commissaris, belast met de behandeling van straf¬zaken in deze rechtbank, het in dit tussenvonnis omschreven nader onderzoek op en stelt daartoe de stukken in handen van die rechter-commissaris.
Zij beveelt de oproeping van de verdachte en diens raadsman tegen de nader te bepalen terechtzit¬ting.
Zij beveelt de kennisgeving aan de benadeelde partijen tegen het tijdstip waarop met de behandeling van de zaak zal worden voortgegaan.
Dit tussenvonnis is gewezen door:
mr. A.W. Ente, voorzitter,
mrs. J.P.M. Hopmans en C.M.J. Peeters, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.P.M. Philipsen als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 april 2008.
Mr. C.M.J. Peeters is buiten staat dit tussenvonnis te ondertekenen.