ECLI:NL:RBMID:2008:BC8385

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
6 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
46155
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit koopovereenkomst van landbouwmachine met discussie over contractspartijen en bekrachtiging

In deze zaak vordert de eiseres, Gebroeders Weststrate B.V., betaling van een bedrag van € 63.363,- van de gedaagden, die betrokken zijn bij de besloten vennootschap Hespo B.V. De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst van 15 juli 2003 voor de verkoop van een maaidorser/combine, die bestemd was voor gebruik in Polen. De eiseres stelt dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling, terwijl de gedaagden aanvoeren dat de koopovereenkomst niet door hen, maar door Hespo B.V. is gesloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden de combine hebben gekocht, maar dat Hespo B.V. op het moment van de overeenkomst nog in oprichting was. Dit betekent dat de gedaagden hoofdelijk verbonden zijn voor de verplichtingen uit de overeenkomst totdat de vennootschap is opgericht en de overeenkomst heeft bekrachtigd. De rechtbank oordeelt dat de gedaagden niet meer aan de overeenkomst zijn gebonden, omdat Hespo B.V. op 16 juni 2005 is opgericht en alle handelingen van de onderneming in oprichting heeft bekrachtigd. De vordering van Weststrate wordt afgewezen, en de rechtbank veroordeelt Weststrate in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op € 3.769,-.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 46155 / HA ZA 05-4
Vonnis van 6 februari 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEBROEDERS WESTSTRATE B.V.,
gevestigd te Krabbendijke, gemeente Reimerswaal,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
procureur mr. J.J. Spijk,
tegen
1. [gedaagde sub 1],
wonende te Baarland, gemeente Borsele,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te Oleszna, Polen,
gedaagden in conventie,
eisers in voorwaardelijke reconventie,
procureur mr. C.J. IJdema.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 september 2006
- de akte vermindering eis aan de zijde van Weststrate
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in voorwaardelijke reconventie aan de zijde van gedaagde sub 2.
- het proces-verbaal van comparitie van 18 juni 2007
- de akte overlegging producties tevens vermeerdering van eis in voorwaardelijke reconventie aan de zijde van [gedaagden].
- de antwoordakte vermeerdering eis in voorwaardelijke reconventie aan de zijde van Weststrate
- de antwoordakte aan de zijde van Weststrate.
2. De feiten
2.1. Weststrate exploiteert een bedrijf dat handelt in landbouwwerktuigen.
2.2. Gedaagde sub 2 is directeur van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hespo B.V., gevestigd te Baarland. Hespo exploiteert sinds 1 juni 2002 een landbouwbedrijf in Polen, tot 16 juni 2005 als een besloten vennootschap in oprichting.
2.3. Weststrate heeft een door [gedaagden]. ondertekende koopovereenkomst van 15 juli 2003 betreffende de verkoop van een maaidorser/combine (hierna: de combine) in het geding gebracht.
Daarin is onder meer vermeld:
“VERKOCHT aan [gedaagden]
(…)
Bestemd voor jullie bedrijf in Polen”.
2.4. Bij factuur van 23 juli 2003, gericht aan Hespo, heeft Weststrate de koopsom van
€ 119.000,- (inclusief BTW) in rekening gebracht, te betalen in vier termijnen.
2.5. Hespo heeft de eerste termijn ad € 35.700,- betaald.
2.6. Ter zake van de overige termijnen zijn bankmachtigingen op naam van Hespo
afgegeven. Weststrate heeft deze niet kunnen incasseren.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Weststrate vordert – na vermindering van eis – veroordeling van [gedaagden]., hoofdelijk, tot betaling van € 63.363,-, te vermeerderen met de contractuele rente over
€ 44.937,- vanaf de dag dat de eis is verminderd tot de dag der algehele voldoening,
met veroordeling van [gedaagden]. in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.
3.2. Weststrate stelt dat zij de combine aan [gedaagden]. heeft verkocht. [gedaagden]. hebben de koopovereenkomst niet namens Hespo gesloten. De correspondentie zijdens Weststrate betreffende de (onderhandelingen over de) aankoop van de combine is aan [gedaagden]. gericht. De naam van Hespo is niet ter sprake gekomen. De koopovereenkomst is (gecorrigeerd en) ondertekend door [gedaagden]. in persoon, en niet door of namens Hespo. Uit de tenaamstelling van de factuur kan niet worden afgeleid dat Hespo de contractspartij van Weststrate is, omdat een verbintenis door een ander dan de schuldenaar kan worden nagekomen. Wanneer komt vast te staan dat [gedaagden]. wél namens Hespo hebben gehandeld, dan geldt dat Hespo geen contractspartij van Weststrate is geworden, omdat zij op het moment dat de koopovereenkomst werd gesloten nog in oprichting was en zij de koopovereenkomst nadien niet heeft bekrachtigd.
Weststrate stelt verder – kort gezegd – dat zij de koopovereenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden wegens niet betaling van de koopsom en vordert vervangende schadevergoeding.
3.3. [gedaagden]. stellen dat niet zij, maar Hespo de combine heeft gekocht. Bij het sluiten van de koopovereenkomst hebben zij duidelijk gemaakt, dat de combine op hun bedrijf in Polen gebruikt zou gaan worden. Dit was bij Weststrate bekend, zodat het voor haar duidelijk moet zijn geweest dat de koopovereenkomst met Hespo werd gesloten. Dit blijkt ook uit het feit dat de factuur op naam van Hespo is gesteld en door haar is betaald. Ook de bankmachtigingen zijn op naam van Hespo gesteld. Op 16 juni 2005 is de besloten vennootschap notarieel opgericht. De vennootschap heeft daarbij alle handelingen van de onderneming in oprichting bekrachtigd.
[gedaagden]. stellen voorts als inhoudelijk verweer – kort gezegd – dat de combine ernstige gebreken vertoonde, zodat er sprake is van non-conformiteit en dus van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Weststrate. Subsidiair beroepen zij zich op dwaling.
in voorwaardelijke reconventie
3.4. Voor het geval in conventie komt vast te staan dat Weststrate de combine aan [gedaagden]. heeft verkocht, en het beroep van [gedaagden]. op wanprestatie of dwaling slaagt, vorderen [gedaagden]. – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van Weststrate tot betaling van € 10.236,14, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag dat de eis is ingesteld tot de dag der algehele voldoening, en – na vermeerdering van eis – € 419,51, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag dat de eis is vermeerderd tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Weststrate in de proceskosten.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. In ieder geval staat vast dat [gedaagden]. vóór of bij het sluiten van de koopovereen-komst Weststrate hebben meegedeeld dat de combine bestemd was voor hun bedrijf in Polen. Dit volgt uit de onweersproken stellingen van [gedaagden]. en uit de vermelding “Bestemd voor jullie bedrijf in Polen” in de koopovereenkomst. Weststrate moet op basis van dat gegeven hebben geweten, althans heeft moeten begrijpen, dat [gedaagden]. de combine namens hun bedrijf kochten. Dat de naam van het bedrijf van [gedaagden]. daarbij op dat moment niet ter sprake is gekomen en in de koopovereenkomst ontbreekt, doet daar niet aan af.
4.2. Tussen partijen staat vast dat Hespo op het moment dat de koopovereenkomst werd gesloten nog in oprichting was. Ingevolge het bepaalde in artikel 2:203 lid 2 BW zijn degenen die een rechtshandeling verrichten namens een op te richten besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid daardoor hoofdelijk verbonden, totdat de vennootschap na haar oprichting de rechtshandeling heeft bekrachtigd. Gedaagde sub 2 heeft onweersproken gesteld dat op 16 juni 2005 de besloten vennootschap notarieel is opgericht en alle handelingen van de onderneming in oprichting heeft bekrachtigd. De rechtbank gaat om die reden voorbij aan de stelling van Weststrate dat Hespo de koopovereenkomst niet heeft bekrachtigd. Hieruit volgt dat [gedaagden]. sinds 16 juni 2005 niet meer door de koopovereen-komst zijn gebonden. [gedaagden]. kunnen dan ook niet worden aangesproken op een eventuele tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst. De rechtbank zal de vordering derhalve afwijzen.
4.3. Weststrate zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [gedaagden]. worden begroot op:
- vast recht € 1.087,-
- salaris procureur 2.682,- (3,0 punt × tarief € 894,-)
Totaal € 3.769,-
in voorwaardelijke reconventie
4.4. Uit hetgeen in conventie is overwogen, vloeit voort dat de eerste voorwaarde waarvan de vordering in reconventie afhankelijk is gesteld, niet is vervuld. De rechtbank komt daarom aan inhoudelijke beoordeling van deze vordering niet toe.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. wijst het gevorderde af,
5.2. veroordeelt Weststrate in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden]. tot op heden begroot op € 3.769,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2008.?