ECLI:NL:RBMID:2007:BC7706

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
19 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
55170/ HA ZA 06-558
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van managementvergoeding en vrijwaring in civiele procedure

In deze zaak vordert Vios B.V. van Martens Havenontvangstinstallatie Vlissingen B.V. (MHV) betaling van een bedrag van € 11.900,--, inclusief rente en kosten, voor verleende managementondersteuning. De overeenkomst tussen Vios en MHV werd op 20 december 2005 gesloten en gold voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006. Vios heeft MHV facturen gestuurd voor de maanden juli en augustus 2006, maar MHV heeft deze niet betaald. MHV betwist dat de overeenkomst na 30 juni 2006 is verlengd en stelt dat de werkzaamheden niet zijn verricht. In de vrijwaringszaak vordert MHV dat de gedaagde in de vrijwaringszaak wordt veroordeeld om MHV te vergoeden voor eventuele kosten die voortvloeien uit de hoofdzaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat Vios gerechtigd was om betaling te vorderen, omdat de directeur van MHV, [gedaagde in vrijwaringszaak], de opdracht aan Vios heeft gegeven. De rechtbank oordeelt dat de vordering van Vios toewijsbaar is en dat MHV in de proceskosten wordt veroordeeld. De vordering in de vrijwaring wordt afgewezen, omdat [gedaagde in vrijwaringszaak] niet onrechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank heeft de vordering van Vios toegewezen en de vordering van MHV in de vrijwaring afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 19 december 2007
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 55170 / HA ZA 06-558 (hoofdzaak) van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VIOS B.V.,
gevestigd te Drunen,
eiseres,
procureur mr. M.C. van der Want,
advocaat mr. H.C.A. van de Ven te Rosmalen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MARTENS HAVENONTVANGSTINSTALLATIE VLISSINGEN B.V.,
gevestigd te Nieuwdorp,
gedaagde,
procureur mr. S.D. Spruijt,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 58240 / HA ZA 07-294 ( vrijwaring) van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MARTENS HAVENONTVANGSTINSTALLATIE VLISSINGEN B.V.,
gevestigd te Nieuwdorp,
eiseres,
procureur mr. S.D. Spruijt,
tegen
[gedaagde in vrijwaringszaak],
wonende te Schilde, België,
gedaagde,
procureur mr. J.M.E. Schieman.
Partijen zullen hierna Vios, MHV en [gedaagde in vrijwaringszaak] genoemd worden.
1. De procedure in de hoofdzaak
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 juli 2007;
- het proces-verbaal van comparitie van 18 september 2007;
- de akte in het geding brengen productie van MHV;
- de akte ter rolle van Vios.
2. De procedure in de vrijwaringszaak
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 augustus 2007;
- het proces-verbaal van comparitie van 18 september 2007;
- de akte in het geding brengen productie van MHV;
- de antwoordakte in vrijwaring van [gedaagde in vrijwaringszaak].
3. De feiten
in de hoofdzaak en in vrijwaring
3.1. Op 20 december 2005 heeft Vios met MHV een overeenkomst gesloten ter zake van in opdracht en voor rekening van MHV door Vios te verstrekken managementondersteuning voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006 tegen een vergoeding van € 5.000,-- per maand inclusief reis- en telefoonkosten, exclusief BTW. De overeenkomst is voor akkoord ondertekend door [gedaagde in vrijwaringszaak], destijds statutair directeur van MHV. De werkzaamheden werden namens Vios verricht door [medewerker VIOS].
3.2. [gedaagde in vrijwaringszaak] is samen met [naam ] statutair directeur geweest van MHV tot in ieder geval 9 september 2006, de datum waarop [gedaagde in vrijwaringszaak] is afgetreden als gevolg van een aandelenoverdracht.
3.3. Vios heeft MHV facturen d.d. 1 augustus 2006 en 1 september 2006 gezonden voor een totaalbedrag van € 11.900,-- inclusief BTW met de omschrijving managementadvies en ondersteuning over de maanden juli en augustus 2006.
3.3. Door Vios is in het geding gebracht een schriftelijke verklaring van [gedaagde in vrijwaringszaak] d.d. 24 oktober 2006 inhoudende:
“Hierbij verklaart [gedaagde in vrijwaringszaak], statutair directeur van Martens dat na beëindigen van de initiële opdracht aan Vios b.v. per 30 juni 2006 ondergetekende opdracht heeft gegeven aan Vios de directie van Martens verder te adviseren met name op gebied van
- de verdere strategische ontwikkeling van Martens
- het opstellen van een sociaal plan
- advisering ten opzichte van de intenties van Sea Ports (openbare aanbesteding)
- contacten met eventuele overnamekandidaten
Vios heeft tot 9 september 2006 deze opdrachten naar behoren volbracht. “
3.4. De advocaat van Vios, Van de Ven, heeft werkzaamheden verricht voor de aanzet tot een sociaal plan ten behoeve van MHV. MHV heeft de nota van Van de Ven betaald.
4. Het geschil
in de hoofdzaak
4.1. Vios vordert - samengevat - MHV bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen aan Vios tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van € 11.900,-- met rente en kosten.
4.2. Vios voert daartoe aan dat na beëindiging van de onder 3.1. bedoelde managementovereenkomst [gedaagde in vrijwaringszaak] Vios na 30 juni 2006 wederom de opdracht heeft gegeven om werkzaamheden te verrichten voor MHV tot in ieder geval 9 september 2006. MHV heeft de facturen over de maanden juli en augustus 2006 ondanks sommatie daartoe niet betaald terwijl Vios wel de gedeclareerde werkzaamheden voor MHV heeft verricht.
4.3. MHV voert verweer. Zij betwist dat de overeenkomst met Vios na 30 juni 2006 is verlengd. [gedaagde in vrijwaringszaak] heeft in de directieteamvergadering van 6 juni 2006 medegedeeld dat hij op 29 mei 2006 de [medewe[medewerker van VIOS] van Vios op de hoogte heeft gesteld dat de overeenkomst niet werd verlengd. In de directieteamvergadering van 31 juli 2006 is besproken dat de laatste betaling aan Vios dient plaats te vinden en [gedaagde in vrijwaringszaak] heeft bevestigd dat [medewerker van VIOS] geen werkzaamheden meer voor MHV verricht. MHV betwist dat Vios van 30 juni tot 9 september 2006 werkzaamheden heeft verricht voor MHV. [gedaagde in vrijwaringszaak] heeft niet namens MHV maar in privé opdracht gegeven aan Vios zodat Vios haar nota’s aan [gedaagde in vrijwaringszaak] zal dienen te zenden. Subsidiair betwist MHV dat de verrichte werkzaamheden een factuur van € 11.900,-- rechtvaardigden.
in de vrijwaringszaak
4.4. MHV vordert - samengevat - dat [gedaagde in vrijwaringszaak] wordt veroordeeld, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om aan MHV te betalen al hetgeen waartoe MHV jegens Vios in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld, met inbegrip van de kostenveroordeling, met veroordeling van [gedaagde in vrijwaringszaak] in de kosten van de vrijwaring.
4.5. MHV is van mening dat [gedaagde in vrijwaringszaak] jegens MHV onrechtmatig heeft gehandeld nu hij namens MHV alsnog een opdracht aan Vios heeft verstrekt over de maanden juli en augustus 2006. In de directievergadering van 23 mei 2006 is volgens MHV afgesproken dat de onder 3.1. bedoelde overeenkomst met Vios niet zal worden verlengd en dat dit aan Vios zal worden medegedeeld. In de directievergadering van 6 juni 2006 heeft [gedaagde in vrijwaringszaak] medegedeeld dat hij [medewerker van VIOS] op de hoogte heeft gesteld van de beslissing tot beëindiging van het contract en dat Vios nog tot en met juni 2006 betaald zou worden.
4.6. [gedaagde in vrijwaringszaak] voert verweer. Hij stelt namens MHV aan Vios opdracht te hebben gegeven een sociaal plan op te stellen en te zoeken naar eventuele overnamekandidaten. [gedaagde in vrijwaringszaak] handelde niet in strijd met directieafspraken nu de directieafspraken zagen op het niet continueren van het interim-management door Vios. De opdracht welke [gedaagde in vrijwaringszaak] in zijn hoedanigheid van bestuurder van MHV verstrekte aan Vios viel volledig binnen zijn bestuurstaak en is dan ook rechtmatig. [gedaagde in vrijwaringszaak] is niet gehouden MHV ter zake de facturen van Vios te vrijwaren.
5. De beoordeling
in de hoofdzaak
5.1. Uit de schriftelijke verklaring van [gedaagde in vrijwaringszaak] als geciteerd onder 3.3. blijkt dat [gedaagde in vrijwaringszaak] Vios per 30 juli 2006 opdracht heeft gegeven MHV te adviseren. [gedaagde in vrijwaringszaak] heeft dit bevestigd tijdens de comparitie gelijktijdig gehouden in hoofdzaak en in de vrijwaringszaak. Als niet weersproken staat vast dat uit het handelsregister blijkt dat [gedaagde in vrijwaringszaak] (tot 9 september 2006) als statutair directeur van MHV bevoegd was MHV te vertegenwoordigen. Nu de stelling van Vios dat [gedaagde in vrijwaringszaak] namens MHV aan Vios voornoemde opdracht heeft verstrekt, door [gedaagde in vrijwaringszaak] wordt bevestigd, en [gedaagde in vrijwaringszaak] bevoegd was MHV te vertegenwoordigen, is bij Vios het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat [gedaagde in vrijwaringszaak] namens MHV de opdracht heeft verstrekt. Dat wellicht binnen de directie van MHV andere afspraken zijn gemaakt, regardeert Vios niet. Vios heeft MHV derhalve terecht aangesproken op betaling.
5.2. Ter comparitie is door de advocaat van Vios, Van de Ven, uit eigen wetenschap bevestigd dat door [medewerker van VIOS] werkzaamheden zijn verricht voor het opstellen van een sociaal plan ten behoeve van MHV. Daartegen is door [naam statutair directeur MHV] namens MHV alleen ingebracht: “Als Van de Ven zegt dat [medewerker van VIOS] werkzaamheden heeft verricht, dan staan wij met de rug tegen de muur”. De betwisting dat Vios geen werkzaamheden heeft verricht voor MHV na 30 juni 2006, wordt derhalve als onvoldoende onderbouwd, verworpen.
5.3. Het ligt op de weg van MHV haar stelling dat de verrichte werkzaamheden het gedeclareerde bedrag niet rechtvaardigden, te onderbouwen. Dit geldt temeer nu het gedeclareerde bedrag overeen komt met de vergoeding die Vios was overeengekomen met MHV in het kader van de onder 3.1. bedoelde managementovereenkomst. Nu MHV dit heeft nagelaten, wordt deze stelling verworpen.
5.4. De gevorderde wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, begroot conform rapport Voorwerk II, kunnen als niet inhoudelijk weersproken, worden toegewezen.
in de vrijwaringszaak
5.5. Deze zaak heeft een internationaal karakter.
De Nederlandse rechter heeft op grond van artikel 6 EEX-verordening rechtsmacht ten aanzien van de vordering in vrijwaring nu de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen.
5.6. Bij gebreke van een gezamenlijke rechtskeuze, op rechtens juiste wijze uitgebracht, en van een zelfde gewone verblijfplaats dan wel vestigingsplaats van partijen, dient op de vordering uit onrechtmatige daad Nederlands recht te worden toegepast, als het recht van het land, op welks grondgebied de gestelde onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden.
5.7. Als niet dan wel onvoldoende ter comparitie weersproken staat vast dat [gedaagde in vrijwaringszaak] als statutair directeur namens MHV bevoegd was om (alleen) te beslissen over geldelijke belangen onder een bedrag van € 250.000,--. Nu de opdracht aan Vios een bedrag van
€ 10.000,-- exclusief BTW bedroeg, was [gedaagde in vrijwaringszaak] in beginsel bevoegd deze opdracht namens MHV te verstrekken.
5.8. Volgens MHV heeft [gedaagde in vrijwaringszaak] door het verstrekken van voornoemde opdracht aan Vios onrechtmatig gehandeld jegens MHV omdat in de directievergadering afgesproken zou zijn dat de onder 3.1. bedoelde opdracht aan Vios niet zou worden verlengd. Volgens [gedaagde in vrijwaringszaak] betrof de opdracht aan Vios echter geen verlenging van de onder 3.1. bedoelde opdracht, maar een nieuwe opdracht. Deze opdracht betrof onder andere het onderzoeken van de mogelijkheden van een sociaal plan voor MHV. Door Vios en haar advocaat, Van de Ven, is ter comparitie bevestigd dat er werkzaamheden zijn verricht ten behoeve van een sociaal plan. Vervolgens heeft MHV haar stelling dat [gedaagde in vrijwaringszaak] gehandeld heeft in strijd met de directieafspraken alleen nader onderbouwd met een verslag van het directieteamoverleg van 31 juli 2006, waarin is opgenomen dat [gedaagde in vrijwaringszaak] desgevraagd bevestigt dat W. [medewerker van VIOS] geen werkzaamheden voor MHV verricht. [gedaagde in vrijwaringszaak] stelt dat deze mededeling betrekking had op werkzaamheden in het kader van de onder 3.1. bedoelde opdracht, welke inmiddels was geëindigd. Waarop deze mededeling betrekking had kan echter in het midden blijven, nu het – eventueel in strijd met de waarheid - mededelen door [gedaagde in vrijwaringszaak] dat Vios op dat moment geen werkzaamheden meer verrichtte, niet zonder meer leidt tot de conclusie dat [gedaagde in vrijwaringszaak] zodanig onrechtmatig heeft gehandeld jegens MHV dat [gedaagde in vrijwaringszaak] MHV dient te vrijwaren voor de aanspraken van Vios.
5.9. Volgens MHV is het in strijd met de goede trouw indien [gedaagde in vrijwaringszaak] zonder overleg met mededirecteur [naam statutair directeur MHV], (op kosten van MHV) activiteiten uitbesteedt ten eigen faveure. Zoals hierboven is overwogen, was [gedaagde in vrijwaringszaak] formeel bevoegd een (nieuwe) opdracht te verstrekken aan Vios. Nu de opdracht betrof het opstellen van een sociaal plan ten behoeve van MHV, kan niet gezegd worden dat deze opdracht niet in het belang van MHV is gegeven. Het enkele niet mededelen aan [naam statutair directeur MHV] dat aan Vios vorenbedoelde opdracht was gegeven maakt het geven van de opdracht zelf niet onrechtmatig.
5.10. Uit het bovenstaande volgt dat de vordering jegens [gedaagde in vrijwaringszaak] dient te worden afgewezen. MHV zal als in de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
6. De beslissing
De rechtbank:
in de hoofdzaak:
- veroordeelt MHV aan Vios tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van € 11.900,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 11.900,-- te rekenen vanaf de data van het verzuim tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt MHV aan Vios tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 544,--;
- veroordeelt MHV in de kosten van dit geding welke aan de zijde van Vios tot aan dit moment worden begroot op € 299,-- wegens griffierecht, € 71,32 wegens overige verschotten en € 904,-- wegens procureurssalaris;
verklaart deze vordering uitvoerbaar bij voorraad;
in de vrijwaring:
- wijst de vordering van MHV af;
- veroordeelt MHV in de kosten van dit geding welke aan de zijde van [gedaagde in vrijwaringszaak] tot aan dit moment worden begroot op € 251,-- wegens griffierecht en € 904,-- wegens procureurssalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. T. van de Poll en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2007.
--------------------------------------------------------------------------------