ECLI:NL:RBMID:2007:BC7177

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
21 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
60413/ KG ZA 07-202
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de voorzieningenrechter in aanbestedingsgeschil

In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 21 december 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Zeeuws Vlaamse Regie B.V. en het Samenwerkingsverband Collectief Vervoer Zeeuws-Vlaanderen. Het geschil ontstond naar aanleiding van twee Europese aanbestedingen voor WMO-Vraagafhankelijk taxivervoer en leerlingenvervoer in Zeeuws-Vlaanderen. Het Samenwerkingsverband had gekozen voor een openbare procedure met als gunningscriterium de economisch meest voordelige aanbieding. Regie, Taxi De Zwart B.V. en een combinatie van Taxicentrale Oostburg B.V., Taxi Segers B.V. en Taxi Grenszicht V.O.F. hadden ingeschreven op de aanbestedingen. Regie werd echter niet in aanmerking gebracht voor gunning van de opdrachten, waarop zij bezwaar maakte en een kort geding aanhangig maakte.

De voorzieningenrechter diende te beoordelen of hij bevoegd was om van het geschil kennis te nemen. Het Samenwerkingsverband stelde dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam bevoegd was, zoals bepaald in de bestekken van de aanbestedingen. Regie voerde aan dat de artikelen in de bestekken niet duidelijk waren en dat de voorzieningenrechter te Middelburg bevoegd was. De voorzieningenrechter oordeelde dat de forumkeuze in de bestekken duidelijk was en dat Regie deze had aanvaard door in te schrijven. De voorzieningenrechter verklaarde zich onbevoegd en verwees de zaak naar de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam.

De beslissing van de voorzieningenrechter in het incident was dat de vordering tot onbevoegdverklaring werd toegewezen en dat de beslissing omtrent de proceskosten werd aangehouden. In de hoofdzaak verklaarde de voorzieningenrechter zich onbevoegd en verwees de zaak naar de rechtbank Rotterdam, sector civiel.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
60413KG ZA 07-20260413KG ZA 07-2022 januari 2008
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 60413 / KG ZA 07-202
Vonnis in incident van 21 december 2007
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZEEUWS VLAAMSE REGIE BV,
gevestigd te Terneuzen,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. H.C. Struijk,
tegen
de openbare rechtspersoon de gemeenschappelijke regeling
SAMENWERKINGSVERBAND COLLECTIEF VERVOER ZEEUWSCH-VLAANDEREN,
gevestigd te Terneuzen,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. C.J. IJdema,
advocaten mr. D.C. Orobio de Castro en mr. S.F.K. Dittner te Amsterdam.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding
de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid
de conclusie van antwoord in het incident
De feiten in het incident
Het Samenwerkingsverband heeft twee Europese aanbestedingen uitgeschreven voor respectievelijk het WMO-Vraagafhankelijk taxivervoer (EG-publicatienummer 2007-214000) en het leerlingenvervoer (EG-publicatienummer 2007-214002) in het vervoersgebied Zeeuws-Vlaanderen.
Het Samenwerkingsverband heeft ten aanzien van beide aanbestedingen gekozen voor een openbare procedure met als gunningscriterium de economisch meest voordelige aanbieding, gelet op de in de bestekken vermelde criteria.
Twee bedrijven en één combinatie van bedrijven, te weten Regie, Taxi De Zwart B.V. en de combinatie Taxicentrale Oostburg B.V./Taxi Segers B.V./Taxi Grenszicht V.O.F., hebben op de opdrachten ingeschreven.
Het Samenwerkingsverband heeft Regie laten weten dat zij niet in aanmerking komt voor gunning van de opdracht voor het leerlingenvervoer, noch die voor het WMO- en Vraagafhankelijk taxivervoer.
Regie heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt bij het Samenwerkingsverband en een kort gedingprocedure aanhangig gemaakt bij deze rechtbank. In deze procedure hebben Taxi De Zwart B.V. en de combinatie Taxicentrale Oostburg B.V./Taxi Segers B.V./Taxi Grenszicht V.O.F. verzocht te mogen tussenkomen.
In het bestek “Leerlingenvervoer” is onder meer het volgende bepaald:
“1.7 Geschillenregeling
Alle geschillen naar aanleiding van de Europese aanbestedingsprocedure en het Bestek ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder medebegrepen die welke slechts door een der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, tenzij de partijen inzake een geschil arbitrage of mediation overeenkomen. (…)”
en
“2.4. Voorwaarden
Door het indienen van een Inschrijving stemt de Inschrijver in met de voorwaarden - waaronder (maar niet beperkt tot) de voorwaarden in deze paragraaf “Voorwaarden”- zoals opgenomen in dit Bestek.
(…)
Deze aanbesteding wordt uitsluitend beheerst door Nederlands recht. Geschillen naar aanleiding van deze aanbesteding worden in eerste instantie voorgelegd aan de bevoegde rechter te Rotterdam.”
In het bestek “WMO- en Vraagafhankelijk taxivervoer” is onder meer het volgende bepaald:
“1.8. Geschillenregeling
Alle geschillen naar aanleiding van de Europese aanbestedingsprocedure en het Bestek ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder medebegrepen die welke slechts door een der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, tenzij de partijen inzake een geschil arbitrage of mediation overeenkomen. (…)”
en
“2.4. Voorwaarden
Door het indienen van een Inschrijving stemt de Inschrijver in met de voorwaarden - waaronder (maar niet beperkt tot) de voorwaarden in deze paragraaf “Voorwaarden”- zoals opgenomen in dit Bestek.
(…)
Deze aanbesteding wordt uitsluitend beheerst door Nederlands recht. Geschillen naar aanleiding van deze aanbesteding worden in eerste instantie voorgelegd aan de bevoegde rechter te Rotterdam.”
Het geschil in het incident en de beoordeling daarvan
Het Samenwerkingsverband stelt voor alle weren dat de Middelburgse voorzieningenrechter onbevoegd is van het geschil tussen partijen kennis te nemen en daarin uitspraak te doen, omdat uit de paragrafen 1.7 en 2.4 van het bestek “Leerlingenvervoer” en 1.8 en 2.4 van het bestek “WMO- en Vraagafhankelijk taxivervoer” volgt dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam bevoegd is.
Regie voert gemotiveerd verweer.
Zij stelt dat op grond van voormelde artikelen 1.7 en 1.8 van de litigieuze bestekken alle geschillen naar aanleiding van de aanbestedingsprocedure moeten worden voorgelegd aan de bevoegde rechter. Volgens de regels van het procesrecht zou dat de voorzieningenrechter te Middelburg zijn. In de artikelen 2.4 in beide bestekken staat pas, enigszins verstopt, een forumkeuze, namelijk voor de rechtbank Rotterdam, vermeld. Deze keuze wordt in feite in haar visie eenzijdig door het Samenwerkingsverband aan de inschrijvers opgelegd.
De voorzieningenrechter gaat hieraan voorbij. In de artikelen 1.7 en 1.8 wordt de bevoegde rechter genoemd, afgezet tegen de mogelijkheid van gezamenlijke keuze voor arbitrage of mediation. Vervolgens wordt in 2.4, onder hoofdstuk 2 “Voorwaarden voor de Offertes” van de bestekken een keuze gemaakt voor de bevoegde rechter te Rotterdam. Door in te schrijven heeft Regie de voorwaarden, waaronder de forumkeuze, aanvaard. Het Samenwerkingsverband stelt verder onweersproken dat over deze keuze in de aanbestedingsprocedures vragen zijn gesteld en beantwoord, hetgeen blijkt uit de overgelegde processen-verbaal d.d. 18 oktober 2007. Van een eenzijdig opgelegd, verstopt of voor meerderlei uitleg vatbaar beding is derhalve geen sprake.
De door Regie opgeworpen vraag of partijen voor een kort geding bij uitsluiting een president kunnen kiezen, beantwoordt de voorzieningenrechter bevestigend. Voor de procedure in kort geding geldt geen rechtsregel die zich verzet tegen het maken van een forumkeuze door partijen.
De voorzieningenrechter passeert ten slotte het beroep van Regie op misbruik van procesrecht, alsmede haar suggestie dat de voorzieningenrechter te Middelburg als plaatsvervangend voorzieningenrechter te Rotterdam zou kunnen optreden. Met honorering van één dezer stellingen zou een forumkeuze in feite illusoir worden gemaakt. Slechts op grond van bijzondere omstandigheden zou wellicht van een forumkeuze moeten worden afgeweken. Dergelijke bijzondere omstandigheden zijn echter gesteld, noch gebleken.
Bovenstaande leidt tot de slotsom dat het beroep op onbevoegdverklaring terecht is opgeworpen. De voorzieningenrechter zal zich onbevoegd verklaren en de hoofdzaak op de voet van artikel 110 lid 2 Rv verwijzen naar de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam.
De beslissing omtrent de proceskosten in het incident zal worden aangehouden.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
in het incident
wijst de vordering tot onbevoegdverklaring toe,
houdt de beslissing omtrent de proceskosten aan,
in de hoofdzaak
verklaart zich onbevoegd om van de vordering van Regie kennis te nemen,
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam, sector civiel.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken