60483KG ZA 07-20660483KG ZA 07-2062 januari 2008
zaaknummer / rolnummer: 60483 / KG ZA 07-206
Vonnis van 24 december 2007
ONDERNEMINGSRAAD VAN DE STICHTING REGIONALE AMBULANCE VOORZIENING ZEELAND,
procureur mr. C.J. IJdema,
advocaat mr. L.J.M. van Westerlaak,
STICHTING REGIONALE AMBULANCE VOORZIENING ZEELAND,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Middelburg,
procureur mr. N.M. Slump.
Partijen zullen hierna de ondernemingsraad en RAVZ genoemd worden.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
een fax d.d. 14 december 2007 van mr. Slump met producties;
een fax d.d. 19 december 2007 van mr. Slump met producties;
pleitnota’s zijdens beide partijen.
RAVZ is voornemens een nieuw roosterhandboek in te voeren, gelijktijdig met de invoering van een nieuw rooster(computer)programma genaamd Harmony.
RAVZ heeft voor de nieuwe roosterwerkwijze volgens het gewijzigde roosterhandboek, de “Roosterhandleiding Werktijden-& Vakantieregeling” instemming gevraagd aan de ondernemingsraad. De ondernemingsraad heeft die instemming niet gegeven.
RAVZ heeft zich hierop gewend tot de Bedrijfscommissie voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen, hierna: de Bedrijfscommissie, met het verzoek om bemiddeling en advies. De ondernemingsraad voert in deze procedure verweer. Op 8 januari 2008 zal de zitting bij de Bedrijfscommissie plaatsvinden.
Voor de maand januari 2008 ligt thans een rooster voor dat is gebaseerd op het gewijzigde roosterhandboek.
De ondernemingsraad vordert, kort samengevat, RAVZ te verbieden over te gaan tot invoering van het nieuwe roosterhandboek en/of ieder daarop gebaseerd dienstrooster of werktijdenregeling, alsook ieder ander dienstrooster of werktijdenregeling waarin sprake is van strijd met de Arbeidstijdenwet en/of het Arbeidstijdenbesluit, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Hij stelt daartoe dat het door RAVZ opgelegde rooster onrechtmatig is nu de ondernemingsraad zijn instemming heeft onthouden en voorts omdat het in strijd komt met de Arbeidstijdenwet, het Arbeidstijdenbesluit en het CAR-UWO, de toepasselijke CAO.
RAVZ heeft verweer gevoerd. Zij stelt dat het niet haar bedoeling is per 1 januari 2008 het complete nieuwe roosterhandboek in te voeren, maar slechts om een leerperiode in te gaan, hetgeen een besluit is van organisatorische aard wat niet onder het instemmingsrecht van de ondernemingsraad valt.
Voorts stelt zij dat de definitieve roosters, zoals door haar overgelegd, in alle opzichten voldoen aan de geldende arbeidstijdenregelgeving en dat door invoering van het nieuwe roosterhandboek naleving van de arbeidstijdenregelgeving juist gegarandeerd zal zijn, in tegenstelling tot de huidige situatie. RAVZ is derhalve van mening dat de ondernemingsraad geen belang heeft bij haar vordering.
Tussen partijen is niet in geschil dat RAVZ per 1 januari 2008 een rooster tracht in te voeren dat gebaseerd is op een gewijzigd roosterhandboek. Voorts staat vast dat RAVZ voor invoering van dat roosterhandboek instemming behoeft van de ondernemingsraad, welke instemming is gevraagd en niet is gegeven. Ongeacht de vraag of er sprake is van een besluit van organisatorische aard voor invoering van een leerperiode is in casu slechts van belang dat met het betreffende besluit kennelijk beoogd is dat per 1 januari 2008 feitelijk gewerkt wordt volgens het nieuwe roosterhandboek. Een dergelijk besluit valt te kwalificeren als een voorgenomen besluit tot vaststelling of wijziging van een arbeids- en rusttijdenregeling en behoeft ingevolge het bepaalde in artikel 27 lid 1 sub b Wet op de ondernemingsraden instemming van de ondernemingsraad.
Nu de ondernemingsraad haar instemming daartoe niet heeft gegeven en er ook nog geen sprake is van door de kantonrechter verleende vervangende instemming, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat het RAVZ niet is toegestaan de roosters gebaseerd op het nieuwe roosterhandboek in te voeren.
De voorzieningenrechter zal alle door partijen aangevoerde inhoudelijke argumenten ten aanzien van het nieuwe roostersysteem en de vraag of de daarop gebaseerde roosters al dan niet aan de arbeidstijdenregelgeving voldoen onbesproken laten, nu er in het kader van de onderhavige procedure geen plaats is om vooruit te lopen op de uitkomst van de procedure bij de Bedrijfscommissie dan wel de kantonrechter.
Gelet op het vorenstaande zal de vordering van de ondernemingsraad worden toegewezen, met dien verstande dat de mede gevorderde dwangsom zal worden gematigd en aan een maximum zal worden gebonden.
RAVZ zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
verbiedt RAVZ over te gaan tot invoering van (de pilot met) het nieuwe roosterhandboek en/of ieder daarop gebaseerd dienstrooster of werktijdenregeling alsook ieder ander dienstrooster of werktijdenregeling waarin sprake is van strijd met de Arbeidstijdenwet en/of het Arbeidstijdenbesluit, dan wel waarin structureel overwerk wordt ingeroosterd, op straffe van een dwangsom van € 10.000,-- per overtreding per dag, voor iedere dag dat RAVZ in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen, met een maximum van € 100.000,--;
veroordeelt RAVZ in de proceskosten, aan de zijde van de ondernemingsraad tot op heden begroot op € 1.054,-- aan procureurssalaris, € 251,-- aan griffierecht en € 84,31 aan dagvaardingskosten;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 24 december 2007.