ECLI:NL:RBMID:2007:BC6309

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
18 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
59491/KG ZA 07-166
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot staking van uitvoeringshandelingen en uitnodiging van leden in een coöperatie

In deze zaak vorderen eisers, bestaande uit tien leden van de coöperatie Exploitatie Coöperatie van Eigenaren in het Villapark De Oesterbaai U.A., dat de Vereniging wordt veroordeeld tot staking van uitvoeringshandelingen die betrekking hebben op besluiten genomen op recente algemene ledenvergaderingen. Eisers stellen dat op deze vergaderingen, gehouden op 25 november 2006, 16 december 2006, 16 juni 2007 en 30 juni 2007, leden de toegang is geweigerd en dat hen stem- en spreekrecht is onthouden. Dit heeft geleid tot ingrijpende besluiten met grote financiële gevolgen, waaronder de bouw van een receptie en de ontwikkeling van een terrein op het park. De eisers vorderen ook dat de Vereniging alle leden, die niet via een in de statuten vastgelegde procedure relevante rechten zijn ontzegd, deugdelijk uitnodigt voor toekomstige ledenvergaderingen.

De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 22 augustus 2007 geoordeeld dat een eerder besluit van de algemene ledenvergadering, dat wanbetalers uitsluit van stemrecht, nietig is. Dit heeft implicaties voor de geldigheid van besluiten genomen in daaropvolgende vergaderingen. De eisers hebben bewijs aangeboden van hun stelling dat hen het recht is ontzegd om te stemmen en te spreken op de vergaderingen. De rechtbank oordeelt dat er voldoende spoedeisend belang is bij de vorderingen van eisers en dat het geschil zich leent voor behandeling in kort geding.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eisers toewijsbaar zijn, met inachtneming van de onzekere situatie die is ontstaan door het tussenvonnis. De rechtbank heeft de Vereniging veroordeeld tot staking van uitvoeringshandelingen met betrekking tot de besluiten van de recente ledenvergaderingen en heeft de dwangsommen gematigd. Tevens is de Vereniging veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en openbaar uitgesproken op 18 oktober 2007.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
59491KG ZA 07-16659491KG ZA 07-16617 oktober 2007
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 59491 / KG ZA 07-166
Vonnis van 18 oktober 2007
in de zaak van
1. [eiseres sub 1],
wonende te Kapelle,
2. [eisereres sub 2],
wonende te Kapelle,
3. [eiseres sub 3],
wonende te Wemeldinge, gemeente Kapelle,
4. [eiseres sub 4],
wonende te Wemeldinge, gemeente Kapelle,
5. [eiseres sub 5],
wonende te Gouda,
6. [eiseres sub 6],
wonende te Gouda,
7. [eiseres sub 7],
wonende te Gouda,
8. [eiseres sub 8],
wonende te Wemeldinge, gemeente Kapelle,
9. [eiseres sub 9],
wonende te Wemeldinge, gemeente Kapelle,
10. [eiseres sub 10],
wonende te Bergen op Zoom,
eisers,
procureur mr. N.A. Koole,
tegen
de coöperatie Exploitatie Coöperatie van Eigenaren in het
VILLAPARK DE OESTERBAAI U.A.,
gevestigd te Wemeldinge, gemeente Kapelle,
gedaagde,
advocaat mr. J. Mikes
procureur mr. J.M. van Koeveringe-Dekker.
Partijen zullen hierna eisers en de Vereniging genoemd worden.
De procedure
Het dossier bevat de volgende processtukken:
de dagvaarding
de brieven van 10 oktober 2007 van de procureur van de Vereniging met producties
de pleitnotities van mr. Mikes.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 11 oktober 2007, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
De feiten
Het Villapark De Oesterbaai bestaat uit 142 (recreatie-)woningen. De Vereniging voert het beheer over het park. Het lidmaatschap van de Vereniging is verbonden aan het bezit van een recreatiewoning op een perceel in het Villapark De Oesterbaai. Op grond van artikel 17 van de statuten is ieder lid bevoegd, hetzij in persoon, hetzij bij een schriftelijk daartoe gemachtigde, de algemene ledenvergaderingen bij te wonen en om in die vergaderingen het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.
In haar vergadering van 13 maart 2004 heeft de algemene ledenvergadering een motie aangenomen waarbij wanbetalers worden uitgesloten van stemrecht in de ledenvergaderingen met ingang van de eerstvolgende algemene ledenvergadering.
Op 12 november 2005, 20 mei 2006, 25 november 2006, 16 december 2006, 16 juni 2007 en 30 juni 2007 hebben algemene ledenvergaderingen plaatsgevonden.
Eisers hebben de Vereniging gedagvaard voor deze rechtbank en gevorderd alle besluiten genomen op de ledenvergaderingen van 12 november 2005 en 20 mei 2006, alsmede het besluit van 13 maart 2004 te vernietigen, dan wel te verklaren voor recht dat deze besluiten nietig zijn.
Bij tussenvonnis van 22 augustus 2007 heeft deze rechtbank onder meer overwogen dat voornoemd besluit van de algemene ledenvergadering in haar vergadering van 13 maart 2004 nietig is. Tevens heeft de bodemrechter overwogen dat, indien een of meer leden op basis van het besluit in de vergadering van 13 maart 2004 in daarop gevolgde algemene ledenvergaderingen daarvan uitgesloten is of zijn geweest, alle in die vergaderingen genomen besluiten door dezelfde nietigheid worden getroffen. Aan eisers is het bewijs opgedragen van hun stelling dat op de algemene ledenvergaderingen van 12 november 2005 en 20 mei 2006 aan één of meer eisers het recht is ontzegd het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. De getuigenverhoren staan gepland op 12 en 13 december aanstaande.
Eisers hebben gedaagden vervolgens gedagvaard en een verklaring voor recht gevorderd dat alle besluiten genomen op de ledenvergaderingen van 25 november 2006, 16 december 2006, 16 juni 2007 en 30 juni 2007 nietig zijn, althans deze besluiten te vernietigen.
Tijdens deze laatstgenoemde vergaderingen zijn onder meer besluiten genomen met betrekking tot de bouw van een receptie op het middenterrein en besluiten met betrekking tot de ontwikkeling van “de Bult”, een terrein op het park.
Het geschil
Eisers vorderen veroordeling van de Vereniging tot staking van iedere uitvoeringshandeling die betrekking heeft op besluiten genomen op de in r.o. 2.2. genoemde ledenvergaderingen totdat de betreffende besluiten na deugdelijke agendering opnieuw in stemming zijn gebracht op enige algemene ledenvergadering waarvoor alle leden tijdig per aangetekende post zijn opgeroepen, dan wel dat er in de bodemprocedures terzake de nietigheid/vernietiging van genoemde besluiten een rechtens uitvoerbare beslissing is gegeven, op straffe van een dwangsom van € 100.000,-- per overtreding. Tevens vorderen eisers veroordeling van de Vereniging om alle leden, die niet via een in de statuten vastgelegde procedure relevante rechten zijn ontzegd, voor de toekomstige ledenvergaderingen deugdelijk uit te nodigen en hun stem- en spreekrecht te laten uitoefenen, op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per geweigerd lid per gehouden ledenvergadering.
Eisers stellen dat op de recente algemene ledenvergaderingen (d.d. 25 november 2006, 16 december 2006, 16 juni 2007 en 30 juni 2007) minimaal een tiental leden tegen hun zin de toegang tot de vergadering is geweigerd en/of diverse leden het stemrecht en zelfs het spreekrecht is onthouden. Op deze vergaderingen zijn ingrijpende besluiten met grote financiële gevolgen genomen. Het betreft met name besluiten ten aanzien van de bouw van een receptie op het middenterrein en de (bouw)ontwikkeling van de Bult. De Vereniging weigert haar handelingen te dien aanzien stop te zetten. De besluiten zullen, blijkens het tussenvonnis van de rechtbank van 27 augustus 2007, nietig zijn. Het zal echter nog een aanzienlijke tijd duren voordat daarover een uitvoerbare beslissing is genomen. Het doorgaan met het uitvoeren van de besluiten resulteert in een feitelijk onomkeerbare situatie en mogelijk aanzienlijke schade. Door het uitvoeren van deze besluiten handelt de Vereniging onrechtmatig.
De Vereniging betwist gemotiveerd dat het besluit van 13 maart 2004 nietig is of vernietigbaar en dat de besluiten op de genoemde algemene ledenvergaderingen niet rechtsgeldig zouden zijn genomen. Op de genoemde algemene ledenvergaderingen is een ieder toegelaten en heeft een ieder altijd zijn spreekrecht gehouden. Echter zekerheidshalve worden die besluiten op de komende algemene ledenvergadering van 3 november 2007 opnieuw in stemming gebracht, voorzover vereist, dat wil zeggen voorzover uit een onherroepelijk (en dus definitieve) rechterlijke uitspraak (in de bodemprocedures) blijkt dat die besluiten niet rechtsgeldig zijn genomen en dus nietig of vernietigbaar zijn en voorzover de uitvoering hiervan is gestaakt op last van de kort gedingrechter. Nu bovendien een statutenwijziging op de agenda staat, door middel waarvan de Vereniging de schorsing van een lid met betalingsachterstand mogelijk wil maken, ontbeert het eisers aan elk belang bij hun vordering en zijn zij niet-ontvankelijk althans dienen de vorderingen te worden afgewezen. Overigens betwist de Vereniging het spoedeisend belang en de geschiktheid van de discussie over de besluiten in kort geding. De Vereniging concludeert primair tot niet-ontvankelijk verklaring van eisers dan wel afwijzing van de vorderingen, subsidiair tot toewijzing van de gevorderde bevelen uitsluitend voorzover het betreft de besluiten waarvoor de reparatie niet slaagt doordat daarvoor onvoldoende stemmen zijn, in beide gevallen met afwijzing dan wel matiging van de gevorderde dwangsommen.
De beoordeling
Voldoende aannemelijk is dat eisers spoedeisend belang hebben bij hun vorderingen. Uit hetgeen hierna wordt overwogen volgt voorts dat onderhavig geschil zich leent voor een behandeling in kort geding.
Uit de aard van het kort geding volgt dat de voorzieningenrechter het oordeel van de rechter in de bodemprocedure dient te volgen. De bodemrechter heeft bij tussenvonnis van 22 augustus 2007 geoordeeld dat het besluit van de algemene ledenvergadering van 13 maart 2004 dat wanbetalers worden uitgesloten van stemrecht in de ledenvergaderingen met ingang van de eerstvolgende algemene ledenvergadering nietig is en dat, indien één of meer leden op basis van dit besluit in daarop gevolgde algemene ledenvergaderingen uitgesloten is of zijn geweest, alle in die vergaderingen genomen besluiten door dezelfde nietigheid worden getroffen. Aan eisers is bewijs opgedragen van hun stelling dat op de algemene ledenvergaderingen van 12 november 2005 en 20 mei 2006 aan één of meer eisers het recht is ontzegd het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.
Eisers stellen thans dat op de recente algemene ledenvergaderingen, genoemd in r.o. 2.4, aan diverse leden de toegang is geweigerd en/of het stemrecht en spreekrecht is onthouden. Door de Vereniging is weliswaar betwist dat aan diverse leden de toegang tot de vergaderingen is geweigerd en dat het spreekrecht is ontzegd, maar niet is weersproken dat aan diverse leden het stemrecht is onthouden. Dit laatste moet dan ook als vaststaand worden aangenomen. Uitgaande van het oordeel van de bodemrechter, moet er voorshands van worden uitgegaan dat de besluiten genomen in de recente algemene ledenvergaderingen nietig zijn.
De bodemrechter heeft reeds overwogen dat eisers belang hebben bij de vernietiging van de besluiten die genomen zijn op de algemene ledenvergaderingen van 12 november 2005 en 20 mei 2006. Voortbordurend op deze beslissing gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat eisers eveneens belang hebben bij vernietiging van de besluiten genomen op de recente algemene ledenvergaderingen. Blijkens hetgeen door eisers is gesteld, gaat het met name om de besluiten met betrekking tot de ontwikkeling van het middenterrein en de ontwikkeling van de Bult.
Door de Vereniging is onweersproken gesteld dat op de eerstvolgende algemene ledenvergadering van 3 november 2007 onder meer staat geagendeerd de reparatie van de besluiten genomen op de in de dagvaarding genoemde algemene ledenvergaderingen voorzover de uitvoering hiervan is gestaakt op last van de kort gedingrechter. De voorzieningenrechter zal de vordering van eisers toewijzen in die zin dat de Vereniging veroordeeld zal worden tot staking van iedere uitvoeringshandeling die betrekking heeft op de besluiten met betrekking tot de ontwikkeling van het middenterrein en de ontwikkeling van de Bult genomen op de recente algemene ledenvergaderingen en wel tot de ledenvergadering van 3 november 2007.
Voorzover de vordering betrekking heeft op de besluiten genomen in de algemene ledenvergaderingen van 12 november 2005 en 20 mei 2006, zal deze eveneens worden toegewezen, gelet op de onzekere situatie die als gevolg van het tussenvonnis van de rechtbank van 22 augustus 2007 omtrent die besluiten is ontstaan.
De Vereniging heeft gemotiveerd betwist dat de statuten oproeping van de leden voor de algemene ledenvergadering per aangetekende post voorschrijven. De Vereniging heeft ter zitting toegezegd dat alle leden voor de komende vergadering van 3 november 2007 per gewone post zullen worden uitgenodigd. Derhalve zal dienovereenkomstig worden beslist. De dwangsom zal worden gematigd en aan een maximum worden gebonden.
Uit het vonnis van de bodemrechter volgt dat de vordering in het petitum onder B. kan worden toegewezen, met dien verstande dat ook op dit punt de dwangsom zal worden gematigd en aan een maximum worden gebonden.
De Coöperatie zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
De beslissing
De rechtbank
veroordeelt de Vereniging tot het staken van iedere uitvoeringshandeling die betrekking heeft op de besluiten met betrekking tot de ontwikkeling van het middenterrein en de ontwikkeling van de Bult, genomen op de algemene ledenvergaderingen van 12 november 2005, 20 mei 2006, 25 november 2006, 16 december 2006, 16 juni 2007 en 30 juni 2007, tot de ledenvergadering van 3 november 2007, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per overtreding met een maximum van € 10.000,--,
veroordeelt de Vereniging alle leden die niet via een in de statuten vastgelegde procedure relevante rechten zijn ontzegd, voor de toekomstige ledenvergaderingen deugdelijk uit te nodigen en hun stem- en spreekrecht te laten uitoefenen, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per geweigerd lid per ledenvergadering met een maximum van
€ 10.000,--,
veroordeelt de Vereniging in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op EUR 251,-- wegens verschotten en € 1.054,-- wegens procureurssalaris,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2007.