ECLI:NL:RBMID:2007:BB9167

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
29 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/374
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen voorlopige aanslag forensenbelasting

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 29 november 2007, gaat het om een geschil tussen eiseres, wonende te [woonplaats], en de heffingsambtenaar van de gemeente Veere. Eiseres heeft een voorlopige aanslag forensenbelasting voor het jaar 2006 ontvangen, met dagtekening 30 april 2006, ter hoogte van € 537,03. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft verweerder op 29 maart 2007 de aanslag gehandhaafd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld op 27 april 2007.

De rechtbank heeft op 3 oktober 2007 de zitting gehouden, waarbij eiseres in persoon aanwezig was, bijgestaan door haar echtgenoot, en verweerder vertegenwoordigd werd door M.G. van Dommele. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ook een definitieve aanslag forensenbelasting voor het jaar 2006 is opgelegd, met dagtekening 30 april 2007, ter hoogte van € 556,92, waartegen eiseres geen rechtsmiddel heeft aangewend.

De rechtbank oordeelt dat op grond van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen belanghebbenden beroep kunnen instellen tegen besluiten. Aangezien de definitieve aanslag onherroepelijk is geworden, is het procesbelang van eiseres met betrekking tot de voorlopige aanslag komen te vervallen. Hierdoor is het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector bestuursrecht, enkelvoudige
belastingkamer
Procedurenummer: AWB 07/374
Uitspraakdatum: 29 november 2007
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Veere, verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2006 een voorlopige aanslag (aanslagnummer [000000]) forensenbelasting opgelegd. De aanslag heeft dagtekening 30 april 2006.
Eiseres heeft tegen de aanslag bezwaar gemaakt.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 29 maart 2007 de aanslag gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 27 april 2007 beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2007 te Middelburg. Eiseres is daar in persoon verschenen, bijgestaan door haar echtgenoot. Namens verweerder is verschenen M.G. van Dommele.
2. Feiten
De aanslag forensenbelasting 2006 met dagtekening 30 april 2006 is een voorlopige aanslag. Het bedrag van deze aanslag is € 537,03.
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2006 voorts een definitieve aanslag (aanslagnummer [111111]) forensenbelasting opgelegd. De aanslag heeft dagtekening 30 april 2007 en het bedrag van de aanslag is € 556,92.
Eiseres heeft tegen de definitieve aanslag geen rechtsmiddel aangewend.
3. Beoordeling van het geschil
Artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) luidt:
Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Op grond van artikel 8:1 van de Awb is slechts voor een belanghebbende beroep mogelijk tegen besluiten in de zin van die wet.
Eiseres is in beroep opgekomen tegen de uitspraak op bezwaar van 29 maart 2007 waarbij de voorlopige aanslag forensenbelasting 2006 is gehandhaafd. De rechtbank stelt vast dat de definitieve aanslag forensenbelasting 2006, nu daartegen geen rechtsmiddel is aangewend, onherroepelijk is. Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank dat het procesbelang aan het beroep van eiseres dat betrekking heeft op de voorlopige aanslag forensenbelasting 2006, is komen te ontvallen. Het beroep is om die reden niet-ontvankelijk. Aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep komt de rechtbank niet toe.
4. Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
5. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 29 november 2007
en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. G.H. Nomes, in tegenwoordigheid van F.L. Blok, griffier.
Afschrift aangetekend
verzonden aan partijen op: 29 november 2007