ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
21 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
37277 HA ZA 03-51
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over scheurvorming in de vloer van een bedrijfshal en de gevolgen voor de overeenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen de vennootschap onder firma V.O.F. Pauluswegeling en een gedaagde in conventie, eiser in reconventie, over scheurvorming in de vloer van een bedrijfshal. De rechtbank heeft na een deskundigenonderzoek vastgesteld dat de gedaagde niet de vloer heeft ontvangen die hij op grond van de overeenkomst met Pauluswegeling had mogen verwachten. De deskundige concludeerde dat de scheurvorming het gevolg is van verschillende soorten krimp van het beton, en dat er te veel en te grote scheuren zijn die gerepareerd moeten worden.

De rechtbank heeft de vordering van Pauluswegeling in conventie afgewezen, omdat zij in het ongelijk werd gesteld. In reconventie heeft de rechtbank de vordering van de gedaagde tot gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst toegewezen, evenals de vordering tot schadevergoeding voor de kosten van herstel van de scheuren in de vloer. De rechtbank heeft de kosten voor het herstel vastgesteld op EUR 7.250,00 en daarnaast EUR 1.000,00 voor schadevergoeding wegens het onbruikbaar zijn van de hal. De rechtbank heeft Pauluswegeling veroordeeld tot betaling van een bedrag van EUR 2.850,02 aan de gedaagde, vermeerderd met wettelijke rente.

De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van de gedaagde toegewezen, en bepaald dat de kosten van het deskundigenbericht voor rekening van Pauluswegeling blijven. Dit vonnis is uitgesproken op 21 november 2007 door mr. H.A. Witsiers.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
37277HA ZA 03-5137277HA ZA 03-5131 oktober 2007
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 37277 / HA ZA 03-51
Vonnis van 21 november 2007
in de zaak van
de vennootschap onder firma
V.O.F. PAULUSWEGELING,
gevestigd te Middelburg,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. B.H. Vader,
tegen
[GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE],
wonende te Aagtekerke,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
procureur mr. J.P. Quist.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding
de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie
akte aan de zijde van [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] d.d. 2 april 2003
de conclusie van antwoord in reconventie
het tussenvonnis van 2 april 2003, van 16 juli 2003 en van 26 november 2003
de processen-verbaal van comparitie van 11 juni 2003, 9 juni 2004, 29 november 2004 en 11 april 2007
de conclusie na comparitie tevens vermeerdering van eis in reconventie
de antwoordconclusie na comparitie
- ten slotte is vonnis bepaald.
De feiten
Pauluswegeling heeft bij brief van 26 oktober 2001 aan [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] een offerte gestuurd met betrekking tot een bedrijfshal te Westkapelle. Deze hal maakt deel uit van een project met meerdere hallen en heeft als [nummer].
[GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft de opdrachtbevestiging zoals opgenomen in de brief van Pauluswegeling van 2 november 2001 ondertekend.
Pauluswegeling heeft bij brief van dezelfde datum het volgende geschreven:
“Hierbij verklaren wij t.a.v. de reparatie van Uw vloer e.e.a. zorgvuldig uit te voeren (zie bijgevoegd schrijven aan alle klanten van de Pauluswegeling) wat inhoudt dat wij U na reparatie de normaal gangbare garantie op deze vloer kunnen geven en derhalve daar ook verantwoordelijk voor zijn. In dit geven wil dat zeggen dat wij i.v.m. extremiteit verantwoordelijk zijn voor mogelijke gevolgschade aan de vloer, ontstaan door de scheurvorming. Enz…”
Het geschil in conventie en in reconventie
Pauluswegeling vordert betaling van de laatste termijn door [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] van EUR 5.399,98 vermeerderd met de proceskosten. Zij stelt aan haar verplichtingen uit de koop-aannemingsovereenkomst te hebben voldaan en recht te hebben op betaling van de laatste termijn.
[GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] beroept zich op zijn opschortingrecht. In de vloer van de hal zijn scheuren ontstaan. Pauluswegeling heeft wel getracht deze scheuren in de vloer te repareren, maar met onvoldoend resultaat. Er is na overleg met de vereniging van eigenaren in april 2002 nog een coating aangebracht op de vloer. Daarna was [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] onder voorwaarden bereid tot oplevering over te gaan. Over die voorwaarden is verder niet gesproken. Na enkele maanden bleek dat de coating geen afdoende oplossing bood.
In reconventie heeft [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] gevorderd een partiële ontbinding van de overeenkomst met Pauluswegeling, zodanig dat de nog bestaande verplichtingen tussen partijen komen te vervallen, met terugbetaling van EUR 1.886,12. Dit laatste bedrag was gebaseerd op een offerte van Traas voor het herstel van de vloer van EUR 7.285,00. In de conclusie na comparitie is dit bedrag verhoogd naar EUR 17.945,20, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2003. Dit was naar aanleiding van het uitgebrachte deskundigenbericht. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] vordert de kosten van herstel van de scheuren in de vloer. Daarbij gaat hij uit van 116 meter scheur. De deskundige heeft voor hem weliswaar de lengte van de scheuren op slechts 58 meter geschat, maar hij berekent aan de hand van de berekening van de andere getroffen personen ([B.] en [G.]) dat dit het dubbele moet zijn. Het verschil is ontstaan doordat er over zijn vloer een coating is gegaan die, ook volgens de deskundige, tot gevolg heeft dat de scheurwijdte kleiner wordt geschat.
Subsidiair vordert [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] nakoming van de overeenkomst door Pauluswegeling op straffe van een dwangsom. Ten aanzien van de overige geleden schade vordert [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] verwijzing naar de schadestaat procedure. Tevens worden buitengerechtelijke kosten gevorderd.
Pauluswegeling heeft verweer gevoerd tegen de eisen in reconventie. Zij stelt dat de berekening van de deskundige met betrekking tot de te repareren scheuren onnauwkeurig is zowel wat betreft de lengte van de te repareren scheuren als wat betreft de kosten per meter.
Verder heeft zij betwist toerekenbaar tekort te zijn geschoten. Zij heeft erop gewezen dat zij geen vloeistofdichte vloer is overeengekomen. De scheuren die in de vloer zitten zijn “te verwachten scheuren”, zodat ook dat niet tot aansprakelijkheid kan leiden.
De verschuldigdheid van de gevorderde buitengerechtelijke kosten is betwist.
De beoordeling van het geschil in conventie en reconventie
Uit de stellingen van partijen blijkt dat het geschil gaat om de scheurvorming in de vloer van de gekochte hal. De vraagstelling aan de door de rechtbank na de comparitie van partijen benoemde deskundige is veel omvangrijker geweest.
Over het onderwerp van geschil heeft de deskundige bericht dat hij scheurvorming heeft aangetroffen. Deze scheurvorming is het gevolg van verschillende soorten krimp van het beton. De deskundige heeft ook drie oorzaken van deze scheurvorming gegeven (rapport desk. blad 9/31).
Uit zijn waarnemingen en zijn beschrijving van de oorzaken concludeert de rechtbank dat [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] niet de vloer geleverd heeft gekregen waarop hij op grond van zijn overeenkomst met Pauluswegeling recht had. Er is sprake van teveel en te grote scheuren die gerepareerd moeten worden (rapport desk. blad 20/31 sub 19).
De rechtbank laat terzijde de vraag of de vloer ook vloeistofdicht is. Gesteld noch gebleken is dat [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] met Pauluswegeling overeengekomen is dat een vloeistofdichte vloer zou worden geleverd.
Gelet op het oordeel van de deskundige, dat de rechtbank overneemt, beroept [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] zich terecht op zijn opschortingrecht.
[GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft recht op nakoming van de overeenkomst met Pauluswegeling. Partijen gaan er kennelijk vanuit dat niet Pauluswegeling zelf voor die nakoming zal zorgen maar een derde. Zij twisten immers over de lengte van de scheuren en de daaraan verbonden kosten per meter zoals die door de diverse deskundigen zijn berekend. In verband daarmee ook heeft [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst gevorderd.
[GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft een berekening gemaakt van de lengte van de scheuren. Hij stelt dat die het dubbele van 58 meter bedraagt omdat een deel van de scheuren door de aangebrachte coating niet te zien is.
De rechtbank gaat af op wat de deskundige aangeeft aan lengte in zijn aanvullend deskundigenbericht van 27 februari 2006. Hij komt op vier maal 13 meter plus 10% is totaal circa 58 meter. De door de rechtbank benoemde deskundige heeft de kosten voor het injecteren geraamd op EUR 100,00 per meter en in het rapport van 22 maart 2004 op EUR 150,00 per meter. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft overgelegd een offerte van BIM waarin voor het injecteren EUR 138,00 per meter wordt berekend. De rechtbank zal gelet op deze gegevens de kosten voor het injecteren in redelijkheid vaststellen op EUR 125,00 per strekkende meter. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft aldus recht op een vergoeding van 58 maal EUR 125,00 is EUR 7.250,00.
Omdat [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] de hal toch in ieder geval gedeeltelijk zal moeten ontruimen en enige tijd niet zal kunnen gebruiken heeft hij recht op vergoeding van die schade. Tijdens de comparitie van 9 juni 2004 heeft Pauluswegeling toegezegd naar redelijkheid bij te dragen in deze kosten. De rechtbank zal deze kosten in redelijkheid begroten op EUR 1.000,00. Zij zal dit bedrag toewijzen en de vordering te verwijzen naar de schadestaat procedure afwijzen. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen. Gelet op het verweer van Pauluswegeling is deze vordering onvoldoende onderbouwd.
Pauluswegeling heeft de kosten van het deskundigenbericht in deze zaak en in de parallelle zaken voorgeschoten. Gelet op de uitkomst van deze procedure dienen deze kosten voor haar rekening te blijven. [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] heeft EUR 500,00 betaald voor het aanvullende onderzoek van de deskundige.
Omdat bij de vraagstelling is uitgegaan van een vloeistofdichte vloer, terwijl dit tussen partijen niet was overeengekomen, heeft de deskundige in deze zaak meer werk verricht dan noodzakelijk. De rechtbank zal in redelijkheid het door [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] betaalde voorschot dan ook voor zijn rekening laten.
De rechtbank zal in conventie de vordering van Pauluswegeling afwijzen en omdat zij in het ongelijk wordt gesteld, veroordelen in de proceskosten.
In reconventie is de vordering tot gedeeltelijke ontbinding toewijsbaar. Verder zullen worden toegewezen de hierboven genoemde bedragen EUR 7.250,00 en EUR 1.000,00 onder aftrek van het door Pauluswegeling gevorderde bedrag van EUR 5.399,98. Dit is per saldo EUR 2.850,02.
Pauluswegeling zal in reconventie in de proceskosten worden veroordeeld omdat zij in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De rechtbank
in conventie:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt Pauluswegeling in de proceskosten tot op deze uitspraak aan de zijde van [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] gevallen zijnde voor procureurssalaris EUR 1.920,00 en voor verschotten (griffierecht)
EUR 230,00;
bepaalt dat de kosten van het eerste deskundigenbericht die door Pauluswegeling zijn voorgeschoten, ten laste van haar blijven;
in reconventie:
ontbindt gedeeltelijk de overeenkomst tussen partijen;
veroordeelt Pauluswegeling tot betaling aan [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] van EUR 2.850,02 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 mei 2007 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Pauluswegeling in de proceskosten tot op deze uitspaak aan de zijde van [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] gevallen zijnde voor procureurssalaris EUR 960,00 en voor verschotten nihil;
bepaalt dat de kosten van het deskundigenbericht die door [GEDAAGDE IN CONVENTIE, EISER IN RECONVENTIE] zijn voorgeschoten ten laste van hem blijven;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2007.