ECLI:NL:RBMID:2007:BB8656
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugzending van bankgarantie in kort geding tussen Vette Beheer BV en Continental Shellfish Organisation B.V.
In deze zaak vordert Vette Beheer BV veroordeling van Continental Shellfish Organisation B.V. (CSO) om de originele bankgarantie aan haar raadsman te zenden, zodat deze kan worden teruggezonden aan de bank met een verklaring dat er geen aanspraak op de bankgarantie zal worden gemaakt. Vette Beheer BV stelt dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 EVRM, ook de schadestaat- en executieprocedure omvat. De vraag of deze termijn is overschreden, hangt af van de feitelijke omstandigheden. CSO heeft in 1998 een procedure tegen Vette Beheer aanhangig gemaakt, waarin schadevergoeding werd gevorderd, nader op te maken bij staat. Vette Beheer BV betwist dat CSO schade heeft geleden.
Eén dag voor de behandeling van het kort geding komt CSO met een omvangrijk rapport dat door Vette Beheer BV integraal wordt betwist. Vette Beheer BV heeft spoedeisend belang bij haar vordering, aangezien zij driemaandelijks kosten van € 1.000,-- per kwartaal voor de bankgarantie moet betalen, wat inmiddels meer dan € 30.000 bedraagt. De rechtbank concludeert dat de redelijke termijn in de zin van artikel 6 EVRM is overschreden en dat de bankgarantie moet worden teruggezonden.
CSO voert verweer en betwist dat er sprake is van een onredelijke termijn. CSO heeft in 1995 een transactie met Vette Beheer BV uitgevoerd, waaruit een geschil is ontstaan. CSO heeft in Duitsland en Nederland procedures gevoerd. De rechtbank heeft eerder uitspraak gedaan in deze zaak, en CSO heeft een accountantskantoor ingeschakeld om de schade te berekenen. De rechtbank oordeelt dat CSO voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de zaak complex is en dat het opstellen van het accountantsrapport tijd heeft gekost. De vordering van Vette Beheer BV tot terugzending van de bankgarantie wordt afgewezen, en Vette Beheer BV wordt veroordeeld in de proceskosten.