ECLI:NL:RBMID:2007:BB8650
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige concurrentie en vorderingen van een werkgever tegen ex-werknemer en concurrent
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 25 september 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Transport Schepen en Reiniging TSR B.V. (hierna: TSR) en [gedaagde sub 1] en Zeeland Maritime Cleaning B.V. (hierna: ZMC). TSR vorderde onder andere een verbod voor [gedaagde sub 1] om werkzaamheden te verrichten voor ZMC en Scheldepoort, een belangrijke klant van TSR, en een voorschot op schadevergoeding van € 100.000,--. TSR stelde dat [gedaagde sub 1] onrechtmatig handelde door klanten van TSR af te nemen, ondanks het ontbreken van een concurrentiebeding.
De rechtbank overwoog dat een werknemer zonder concurrentiebeding in beginsel vrij is om na zijn dienstverband zich in concurrentie te begeven. Echter, het afhandig maken van klanten van de ex-werkgever, vooral direct na het einde van het dienstverband, kan onrechtmatig zijn. In dit geval was onvoldoende bewijs geleverd dat [gedaagde sub 1] of ZMC actief klanten van TSR had benaderd. De directeur van TSR verklaarde dat Scheldepoort zelf had besloten om de schoonmaakwerkzaamheden aan ZMC over te dragen.
De rechtbank concludeerde dat er geen onrechtmatig handelen was vastgesteld van [gedaagde sub 1] of ZMC. De vorderingen van TSR werden afgewezen, evenals de vordering tot schadevergoeding. TSR werd veroordeeld in de proceskosten. Deze uitspraak benadrukt de grenzen van onrechtmatige concurrentie en de rechten van werknemers zonder concurrentiebeding.