ECLI:NL:RBMID:2007:BB5209
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.H. Nomes
- J.M. Bins-Scheffer
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep inzake boete opgelegd aan vennootschap onder firma
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 25 juli 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een vennoot van een vennootschap onder firma, en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een boete van € 16.000,- die aan zijn vennootschap was opgelegd wegens het in dienst hebben van vreemdelingen zonder de vereiste tewerkstellingsvergunningen. Eiser had aanvankelijk geen bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 13 juni 2005, maar had later alsnog een bezwaarschrift ingediend. De rechtbank oordeelde dat eiser redelijkerwijs kon worden verweten geen bezwaar te hebben gemaakt, omdat hij als vennoot verantwoordelijk was voor het voeren van procedures en op de hoogte had moeten zijn van de boeteoplegging. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk op grond van artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van vennoten binnen een vennootschap onder firma en de noodzaak om tijdig bezwaar te maken tegen besluiten van de overheid. Eiser was zich bewust van de lopende onderzoeken en had de plicht om ervoor te zorgen dat hij op de hoogte werd gehouden van belangrijke besluiten die zijn vennootschap aangingen. De rechtbank concludeerde dat het nalaten van eiser om bezwaar te maken voor zijn eigen risico kwam.