ECLI:NL:RBMID:2007:BB0284
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.J.G. Lameijer
- I.J.M. Woltring
- M.A.V. van Aardenne
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in een zaak van seksueel misbruik
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 18 juli 2007, stond de verdachte terecht op beschuldiging van ontuchtige handelingen met minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, oom van de slachtoffers, niet in een afhankelijkheidsrelatie tot hen stond, ondanks het leeftijdsverschil. De officier van justitie, mr. G. Oosterveld, had een werkstraf van 150 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden geëist, evenals een schadevergoeding voor de benadeelde partij. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De verklaringen van de slachtoffers waren niet specifiek genoeg en er ontbraken voldoende aanwijzingen om de beschuldigingen te onderbouwen. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging en het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, J. Buijze, en de raadsman van de verdachte, mr. M. Kalle. De zaak is behandeld in het kader van de beleidsregels voor opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik, waarbij de rechtbank oordeelde dat de niet-naleving van deze regels niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.