ECLI:NL:RBMID:2007:BA3581

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
20 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
56056 / KG ZA 07-15
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van voormalig clubgebouw door gemeente Vlissingen

In deze zaak vorderde de gemeente Vlissingen ontruiming van het voormalige clubgebouw aan het Baskenburgplein 2a te Vlissingen, dat in gebruik was bij [gedaagde]. De gemeente stelde dat er geen huurovereenkomst bestond en dat [gedaagde] het pand zonder recht of titel in gebruik had genomen. De gemeente had het pand op 14 september 2006 in eigendom verkregen en had [gedaagde] herhaaldelijk gesommeerd het pand te ontruimen, maar hij had hieraan geen gevolg gegeven. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente spoedeisend belang had bij de ontruiming, aangezien het pand gesloopt moest worden in het kader van herontwikkeling van het bedrijventerrein. De rechter wees de vordering van de gemeente toe, waarbij [gedaagde] werd veroordeeld om het pand binnen vier dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Tevens werd [gedaagde] in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak vond plaats op 20 februari 2007.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 20 februari 2007 in de zaak van:
Kort gedingnr.: 15/2007
De openbare rechtspersoon de gemeente Vlissingen,
zetelend te Vlissingen,
eiseres,
procureur: mr P. van den Berg,
tegen
[gedaagde],
wonende te Vlissingen,
gedaagde,
procureur: mr H. Goedegebure.
1. Het verloop van het geding
Partijen worden verder aangeduid als de gemeente en [gedaagde].
Het dossier bevat de volgende processtukken:
- de dagvaarding;
- de pleitnotities van mr Van den Berg.
2. De feiten
2.1. Sinds november 2004 maakt [gedaagde] gebruik van het voormalige clubhuis van de Sportvereniging Ritthem aan het Baskenburgplein 2a te Vlissingen. [gedaagde] heeft een hek om het terrein geplaatst. Hij laat zijn honden daar lopen en heeft in het clubgebouw onder meer fietsen opgeslagen.
2.2. Op 14 september 2006 heeft de gemeente het voormalige clubhuis in eigendom verkregen van de Sportvereniging Ritthem.
2.3. Bij brieven van 14 september 2006, 3 oktober 2006, en 22 december 2006 van de gemeente is [gedaagde] gesommeerd het voormalige clubgebouw tegen in die brieven genoemde data geheel ontruimd aan de gemeente ter beschikking te stellen. [gedaagde] heeft aan deze sommaties geen gevolg gegeven.
2.4. Bij brief van 15 januari 2007 heeft de gemeente aan [gedaagde] onder meer gedeeld dat de sloop van het gebouw begint op 18 januari 2007 om 8.00 uur en hem gewezen op zijn aansprakelijkheidsrisico.
2.5. Op 18 januari 2007 is de voorgenomen sloop van het clubgebouw ter plekke afgeblazen.
2.6. Bij brief van 24 januari 2007 is [gedaagde] namens de gemeente nogmaals gesommeerd binnen zeven dagen het pand te ontruimen en ontruimd aan de gemeente ter beschikking te stellen. [gedaagde] heeft niet aan deze sommatie voldaan.
Het geschil
3.1.1. De gemeente vordert veroordeling van [gedaagde] om met het zijne en - eventueel - de zijnen binnen vier dagen na betekening van dit vonnis het voormalige clubhuis aan het Baskenburgplein 2a te ontruimen en het clubhuis en terrein ontruimd ter beschikking te stellen aan de gemeente, met machtiging van de gemeente om deze ontruiming zonodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie op kosten van [gedaagde] te bewerkstelligen, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
3.1.2. De gemeente stelt dat [gedaagde] het pand zonder recht of titel in bezit heeft. Tussen partijen is geen huurovereenkomst gesloten en [gedaagde] heeft ook niet uit andere hoofde rechtmatig het voormalige clubgebouw in gebruik genomen.
[gedaagde] heeft geweigerd te voldoen aan de sommaties van 3 oktober 2006 en 22 december 2006. Aangezien het pand op 18 januari 2007 nog steeds niet ontruimd was, de aanwezige politieambtenaren er zonder rechterlijk bevel niet toe wilden overgaan om [gedaagde] uit het gebouw te verwijderen, de honden van [gedaagde] nog steeds op het terrein liepen en de gemeente geen veilige werkomgeving kon garanderen, kon nog niet worden begonnen met de sloop, hoewel op 18 januari 2007 het sloopbedrijf en medewerkers van Delta klaarstonden. Dezen moesten onverrichter zake vertrekken.
[gedaagde] heeft er geen belang bij het pand nog langer te gebruiken; hij moet uitkijken naar een ander(e) kennel en/of fietsenstalling. Kraken is op zichzelf onrechtmatig, en dat impliceert het spoedeisende belang. Daar komt bij dat de gemeente het perceel Baskenburgplein 2a heeft verworven in het kader van de herontwikkeling en revitalisering van het bedrijventerrein en de sportvelden in Baskenburg. In dat kader heeft zij er belang bij dat zij spoedig kan gaan slopen en bouwen.
3.2. [gedaagde] stelt dat hij sinds november 2004 in het voormalige clubgebouw verblijft. Hij heeft zijn huurwoning aangehouden. In de afgelopen periode heeft hij diverse mondelinge contacten gehad met gemeenteambtenaren en de betrokken wethouder waarin bij hem het vertrouwen is gewekt dat hij het feitelijk gebruik van het clubgebouw kon handhaven. Hij heeft op eigen kosten een hek geplaatst. [gedaagde] voert verder aan dat hij geen gelegenheid heeft gehad om het clubgebouw officieel in gebruik te nemen. Hij heeft plannen voor een alternatief gebruik. Daarnaast betwist hij het spoedeisend belang van de vordering. De gemeente heeft de noodzaak van het slopen niet dan wel onvoldoende onderbouwd.
[gedaagde] stelt tenslotte dat het niet aan hem te wijten was dat er op 18 januari 2007 niet ontruimd kon worden. Hij heeft het clubgebouw op een gegeven moment verlaten. De gemeente heeft zijn honden zelf weer in het clubgebouw gelaten.
4. De beoordeling
4.1. Voldoende aannemelijk is geworden dat de gemeente spoedeisend belang heeft bij haar vordering.
4.2. Vaststaat dat tussen partijen geen huurovereenkomst is gesloten met betrekking tot het voormalige clubgebouw. De gemeente heeft voorts aangevoerd dat [gedaagde] ook niet uit andere hoofde het clubgebouw rechtmatig in gebruik heeft genomen.
[gedaagde] beroept zich op de stelling dat bij hem tijdens mondelinge contacten met medewerkers van de gemeente het vertrouwen is gewekt dat hij het feitelijk gebruik van het clubgebouw kon handhaven. De gemeente heeft dit betwist. Het verweer van [gedaagde] staat ook lijnrecht tegenover de inhoud van de aan hem verzonden brieven waarin hij wordt gesommeerd tot ontruiming en is dan ook niet aannemelijk geworden.
Er moet derhalve van worden uitgegaan dat [gedaagde] zonder recht of titel in het voormalige clubgebouw verblijft. Van de gemeente kan in redelijkheid niet worden verlangd dat zij het gebruik van het clubgebouw door [gedaagde] nog langer toestaat. Voldoende aannemelijk is geworden dat de gemeente belang heeft bij de gevorderde ontruiming. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
4.3. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding worden veroordeeld.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
veroordeelt [gedaagde] om met het zijne en - eventueel - de zijnen binnen vier dagen na betekening van dit vonnis het voormalige clubhuis aan het Baskenburgplein 2a te Vlissingen te ontruimen en het clubhuis en terrein ontruimd ter beschikking te stellen aan de gemeente, met machtiging van de gemeente om deze ontruiming zonodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie op kosten van [gedaagde] te bewerkstelligen;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de gemeente begroot op € 251,-- wegens griffierechten en € 1.054,-- wegens procureurssalaris;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 februari 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.
FM