ECLI:NL:RBMID:2007:AZ9840
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waardepeildatum en waardedrukkende invloed van windmolenpark op WOZ-waarde
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 23 januari 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een woning, gelegen in de Koegorspolder in Zeeuws-Vlaanderen. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. W.J.W.K. Suijkerbuijk, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Terneuzen, die de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2003 had vastgesteld op € 207.165,--. Eiser betoogde dat de waarde te hoog was, onder verwijzing naar de plannen voor de realisatie van een grootschalig windmolenpark in de nabijheid, waarvan hij stelde dat dit een waardedrukkende invloed had op de woningwaarde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar bij zijn beslissing een taxatierapport heeft overgelegd, waarin de waarde van de woning is onderbouwd met referentieobjecten die recentelijk zijn verkocht. De rechtbank oordeelde dat de referentieobjecten, ondanks enkele verschillen, voldoende vergelijkbaar waren met de woning van eiser. De rechtbank nam daarbij in aanmerking dat de verkoopprijzen van de referentieobjecten zijn verdisconteerd met de kennis van de plannen voor het windmolenpark, wat de waardepeiling op de waardepeildatum beïnvloedde.
De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde van de woning niet te hoog was en dat de beroepsgronden van eiser niet tot een ander oordeel leidden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep konden instellen bij het gerechtshof te ‘s-Gravenhage. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. G.H. Nomes, in tegenwoordigheid van M. Schouw, griffier.