ECLI:NL:RBMID:2007:AZ9292
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verbod op gebruik bouwvergunning in kort geding tussen buren
In deze zaak vordert eiseres, wonende te Middelburg, dat gedaagde wordt verboden gebruik te maken van een bouwvergunning die aan hem is verleend voor het bouwen van een berging in zijn voortuin. Eiseres stelt dat de bouwvergunning ten onrechte is verleend en dat zij hierdoor onrechtmatig in haar belangen wordt geschaad, met name door vermindering van uitzicht en lichtinval in haar woning. De voorzieningenrechter oordeelt dat aan een eigenaar in principe het recht toekomt om zijn woning uit te bouwen, maar dat hierop uitzonderingen bestaan wanneer de bouwplannen de bestuursrechtelijke toets niet kunnen doorstaan of wanneer buren civielrechtelijk onredelijk worden benadeeld. In dit kort geding is er geen ruimte voor bestuursrechtelijke toetsing, en de vraag of de bouwvergunning terecht is verleend, moet door de bestuursrechter worden beoordeeld.
De voorzieningenrechter overweegt dat de bouw van de berging niet tot een onomkeerbare situatie leidt, maar dat het voor eiseres moeilijk zal zijn om de gevolgen ongedaan te maken als zij in een bodemprocedure in het gelijk wordt gesteld. De rechter wijst de vordering van eiseres toe en verbiedt gedaagde om gebruik te maken van de bouwvergunning totdat er een onherroepelijke beslissing is genomen door de civiele bodemrechter. Tevens wordt bepaald dat gedaagde bij overtreding van dit verbod een dwangsom van € 10.000,-- verbeurt. De voorzieningenrechter benadrukt dat de dagvaarding in de civiele bodemprocedure door eiseres binnen vier weken na de bestuursrechtelijke beslissing moet worden uitgebracht.