ECLI:NL:RBMID:2007:AZ9275

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
2 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
56077 KG ZA 07-16
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verbod van verhuur van winkelruimte aan CoopCodis door Ahold

In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Exploitatie Maatschappij Logo BV, gevestigd te Kapelle, in kort geding dat Ahold Vastgoed B.V. wordt verboden de winkelruimte aan de Kalverstraat 1 te Middelburg aan CoopCodis te verhuren of in gebruik te geven, op straffe van een dwangsom. Logo stelt dat er geen sprake is van een bedrijfsovername in de zin van artikel 7:307 BW, maar eerder van een overname van een huurcontract. Ahold heeft haar vestiging verplaatst naar een andere locatie en er vindt geen voortzetting van het bedrijf plaats in de zin van de wet. In reconventie vordert Ahold dat Logo wordt veroordeeld om te gedogen dat Ahold de winkelruimte aan CoopCodis in gebruik geeft, met ingang van 3 februari 2007. Ahold stelt dat er wel degelijk sprake is van een bedrijfsovername en dat de kantonrechter dit ook zal oordelen. Ahold beroept zich op het recht tot onderverhuur, zoals vastgelegd in de huurovereenkomst, en stelt dat het verzoek van Logo om toestemming voor onderverhuur in het verleden niet betekent dat Ahold afstand heeft gedaan van dit recht.

De voorzieningenrechter oordeelt dat op basis van de huurovereenkomst voorshands moet worden aangenomen dat onderverhuur aan derden is toegestaan. Het feit dat Ahold in het verleden toestemming heeft gevraagd voor onderverhuur, betekent niet dat zij haar contractueel vastgelegde recht heeft prijsgegeven. De voorzieningenrechter concludeert dat Ahold het recht heeft om het winkelpand aan CoopCodis in gebruik te geven ten titel van onderhuur, waarbij Ahold hoofdhuurder blijft en aansprakelijk is voor de huurpenningen. De belangen van Logo zijn vooralsnog voldoende gewaarborgd totdat de kantonrechter in het bodemgeschil over de mogelijke indeplaatsstelling heeft beslist. De primaire en subsidiaire vorderingen van Logo worden afgewezen, en de vordering van Ahold in reconventie wordt toegewezen. Logo wordt veroordeeld in de proceskosten van de conventie, terwijl de kosten van de reconventie worden gecompenseerd.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 56077 / KG ZA 07-16
Vonnis van 2 februari 2007
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXPLOITATIE MAATSCHAPPIJ LOGO BV,
gevestigd te Kapelle,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. C.J. IJdema,
advocaat mr. C. van Kimmenade te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AHOLD VASTGOED B.V.,
gevestigd te Zaandam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A.D. Flesseman te Amsterdam.
De procedure
In het dossier bevinden zich de volgende processtukken:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie
- de pleitnota’s van beide advocaten;
- producties door partijen toegezonden.
De mondelinge toelichting is door de advocaten gegeven op de zitting van 1 februari 2007. Van deze zitting is proces-verbaal opgemaakt.
De feiten in conventie en in reconventie
Logo heeft aan Ahold sinds 22 augustus 1994 verhuurd de winkelruimte gelegen aan de Kalverstraat 1 te Middelburg. De overeenkomst eindigt op 22 augustus 2014.
Ahold heeft in 2006 een Konmar filiaal overgenomen dat op ongeveer 150 meter afstand ligt van het gehuurde. Het voormalige Konmar filiaal is eind 2006 omgebouwd tot Ahold filiaal. Vanuit het winkelpand aan de Kalverstraat 1, dat zich vlakbij de rechtbank bevindt, vinden geen reële verkoopactiviteiten van Ahold meer plaats.
In de huurovereenkomst is ondermeer de volgende bepaling opgenomen: “Zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder mag de huurder het gehuurde geheel of gedeeltelijk door dochterondernemingen en franchisenemers (van dochterondernemingen) van de Kon. Ahold NV laten gebruiken of in onderhuur afstaan. Onderverhuur c.q. ingebruikstelling aan derden is toegestaan. etc”.
Ahold heeft een koopovereenkomst met CoopCodis gesloten onder andere met betrekking tot de winkelruimte aan de Kalverstraat 1 te Middelburg. In die overeenkomst is, zo is uit een brief van CoopCodis van 30 januari 2007 op te maken, een prijs bepaald voor de overname van activa en goodwill en een regeling getroffen voor werknemers van de Ahold winkel. Tevens zijn afspraken gemaakt over de indeplaatsstelling of onderhuur. CoopCodis wil vanuit de winkelruimte ook levensmiddelen en dergelijke gaan verkopen, vergelijkbaar met de producten die Ahold verkocht.
Het geschil in conventie en in reconventie
Logo vordert in conventie samengevat Ahold te verbieden de winkelruimte aan de Kalverstraat 1 te Middelburg aan CoopCodis te verhuren of in gebruik te geven alles op straffe van een dwangsom.
Logo stelt dat geen sprake is van bedrijfsovername in de zin van art. 7:307 BW, maar eerder van overname van een huurcontract. De Ahold vestiging heeft zich verplaatst naar een locatie iets verderop en er wordt dus geen bedrijf voortgezet in de zin van de wet.
In beginsel zou Logo geen bezwaar hebben tegen contractovername, mits er voldoende waarborgen zijn voor voldoening van de huur. Die waarborgen wil Ahold niet althans onvoldoende geven.
Recht op onderverhuur heeft Ahold niet. De bepaling uit de overeenkomst onder het hoofdje "onderverhuur" kan niet als zodanig geïnterpreteerd worden mede doordat Ahold in het verleden toestemming heeft gevraagd voor onderverhuur.
Het toestaan het pand onder te verhuren stelt Logo voor een voldongen feit.
In reconventie vordert Ahold samengevat Logo te veroordelen te gehengen en te gedogen dat Ahold de genoemde winkelruimte in gebruik geeft aan CoopCodis met in gang van 3 februari 2007. Zij stelt dat er sprake is van een bedrijfsovername en dat ook de kantonrechter zo zal oordelen. In ieder geval mag zij de winkelruimte onderverhuren. Het huurcontract staat dit blijkens zijn bewoordingen toe. Dat zij in het verleden toestemming heeft gevraagd onder te mogen huren wil niet zeggen dat zij afstand heeft gedaan van dit recht.
De beoordeling in conventie en in reconventie
De voorzieningenrechter neemt op grond van de bepaling in de schriftelijke huurovereenkomst over onderhuur voorshands aan dat onderverhuur aan derden toegestaan is.
Dat Ahold in het verleden bij Logo toestemming heeft gevraagd voor onderverhuur betekent niet dat zij afstand van haar contractueel vastgelegde recht heeft gedaan. Daar is een uitdrukkelijke verklaring of handeling voor nodig.
Voorshands moet er dus vanuit worden gegaan dat Ahold het recht heeft het winkelpand aan CoopCodis in gebruik te geven ten titel van onderhuur. Ahold blijft daarbij hoofdhuurder en als zodanig aansprakelijk voor betaling van de huurpenningen. De belangen van Logo zijn daarmee vooralsnog voldoende gewaarborgd tot de kantonrechter zal hebben beslist in het bodemgeschil over de mogelijke indeplaatsstelling.
De primaire en subsidiaire vorderingen van Logo worden dus afgewezen. De vordering Ahold te verplichten het Albert Heijn filiaal aan de Kalverstraat 1 volledig geoutilleerd te exploiteren wordt eveneens afgewezen.
De vordering in reconventie is toewijsbaar.
Gelet op de te nemen beslissing zal Logo worden veroordeeld in de proceskosten van de conventie en zullen de kosten van de reconventie worden gecompenseerd.
De beslissing in conventie en reconventie
De voorzieningenrechter:
Wijst de vorderingen in conventie af;
Veroordeelt in reconventie Logo om te gehengen en te gedogen dat Ahold de gehuurde winkelruimte aan de Kalverstraat 1 te Middelburg met ingang van 3 februari 2007 in gebruik geeft aan CoopCodis totdat in een bodemgeschil onherroepelijk een machtiging tot indeplaatsstelling zal zijn verleend;
Veroordeelt Logo in de proceskosten in conventie tot op deze uitspraak begroot op EUR.1.054,00 procureurssalaris en EUR 248,00 griffierecht;
Compenseert de proceskosten in reconventie zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.?