ECLI:NL:RBMID:2006:AZ7728

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
20 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/705055-06
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot oplichting en valsheid in geschrift met betrekking tot onroerende zaken en het onttrekken van een minderjarige aan wettig gezag

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 20 december 2006, is de verdachte beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder oplichting, valsheid in geschrift en het onttrekken van een minderjarige aan het wettig gezag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 11 februari 2005 tot en met 14 februari 2005, samen met anderen een minderjarige heeft onttrokken aan het wettig gezag van haar moeder. De verdachte heeft de minderjarige meegenomen zonder enige kennisgeving aan de ouders, wat leidde tot grote spanning en onzekerheid voor de familie. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte zich ten onrechte als solvabel heeft voorgedaan bij verschillende bedrijven en personen, wat resulteerde in onbetaalde rekeningen en financiële schade voor de benadeelde partijen.

De officier van justitie had een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden geëist. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 240 uren, met een vervangende hechtenis van 120 dagen bij niet-naleving, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot een geldboete van €200,-, onvoorwaardelijk. De benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de rechtbank oordeelde dat de vorderingen te complex waren om in deze strafzaak te worden afgedaan. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar geestelijke gezondheid en de impact van haar daden op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector strafrecht
meervoudige kamer
Parketnummer: 12/705055-06
Datum uitspraak: 20 december 2006
Tegenspraak
V O N N I S
van de rechtbank Middelburg, meervoudige kamer voor strafzaken, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum-, plaats],
wonende te [adres]
ter terechtzitting verschenen.
Als raadsvrouw van de verdachte is ter terechtzitting verschenen mr. P.C. Schroeijers, advocaat te Middelburg.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 december 2006.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. R.C.P. Rammeloo en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het - na vernummering - onder 1, 2, 3, 4 primair, 6, 7 en 8 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaren. De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de verdachte ter zake van het onder 5 en 9 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van twee keer € 100,-, subsidiair 2 dagen hechtenis. Ten slotte heeft de officier van justitie geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partijen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding. De rechtbank heeft de feiten die in deze dagvaarding zijn opgenomen van een doorlopende nummering voorzien, daar er geen zevende feit in de dagvaarding is opgenomen. De rechtbank zal die nummering in dit vonnis aanhouden.
De tekst van de tenlastelegging luidt als volgt.
Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat:
1.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 februari 2005 tot en met 14 februari 2005 in de gemeente(n) Putten en/of Ermelo en/of Schouwen-Duivenland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een minderjarige, te weten [minderjarige], geboren [geboortedatum], heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag of aan opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende, te weten [moeder minderjarige] (moeder van [minderjarige]), immers heeft verdachte daar toen tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
- contact gehad met [minderjarige] via MSN en/of
- een afspraak gemaakt in Ermelo met [minderjarige] en/of
- die [minderjarige] met de auto vanuit Ermelo naar Renesse meegenomen, zonder achterlating van
(één van) verdachtes adres(sen) en/of persoonsgegevens en/of
- die [minderjarige] in de woning gelegen aan de [verblijfadres] laten verblijven;
art 279 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 februari 2005 tot en met 14 februari 2005 in de gemeente(n) Putten en/of Ermelo en/of Schouwen-Duiveland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een minderjarige, te weten [minderjarige] [geboortedatum], die onttrokken is aan het wettig over haar gesteld gezag en/of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over haar uitoefent, hebben/heeft verborgen en/of aan de nasporing van de ambtenaren van justitie of politie hebben/heeft onttrokken (gehouden);
art 280 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3. (12-708746-05)
zij in of omstreeks de periode 1 mei 2004 tot en met 31 december 2004, op na te noemen plaatsen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, hebbende verdachte en/of haar mededader(s), telkens met voormeld oogmerk, de navolgende goederen - op tijd en plaats daarbij vermeld - gekocht, te weten:
- washandjes en/of handdoeken en/of badlakens en/of gastendoekjes en/of badmatjes en/of dekbedovertreksets, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de maand mei 2004, te Brouwershaven (bij Ratex groothandel in textiel) en/of
- zeep- en/of toiletpapierdispensers en/of toiletborstelhouders en/of afvalemmers en/of papier en/of andere materialen, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 juni 2004 tot 1 oktober 2004, te Goes en/of Renesse (bij Ille Nederland B.V.) en/of
- schoenen en/of kleding en/of speelgoed en/of stofzuiger en/of zwembad, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 augustus 2004 tot en met 31 december 2004, in Renesse (bij Delta Warenhuis B.V.);
art 326a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4. (12-708746-05)
zij op of omstreeks 08 april 2004, in elk geval in de maand(en) maart en/of april 2004, in de gemeente Schouwen-Duiveland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een koopovereenkomst - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, terwijl die koopovereenkomst een authentieke akte is, immers heeft verdachte en/of haar mededader(s) valselijk ten behoeve van het op schrift stellen van die -notariële- koopovereenkomst onjuiste/foute gegevens (voornaam en/of naam) van de koper opgegeven/verschaft en/of (vervolgens) valselijk die schriftelijke koopovereenkomst -met onjuiste/foute gegevens- voor waarheid ondertekend,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 226, eerste lid, onder 1 Wetboek van strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en voor zover ter zake het onder 4 tenlastgelegde een veroordeling niet mocht kunnen volgen, ter zake dat
zij in of omstreeks de maand maart of april 2004, in de gemeente Schouwen-Duiveland,
een terzake strafrechtelijk niet aansprakelijke persoon (een notarieel medewerker van kantoor [notariskantoor]) een koopovereenkomst -zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft doen opmaken, terwijl die koopovereenkomst een authentieke akte is, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers heeft zij, verdachte, toen en aldaar valselijk ten behoeve van het op schrift stellen/opmaken van die -notariële- koopovereenkomst onjuiste/foute gegevens (voornaam en/of naam) van de koper opgegeven/verschaft;
art 47 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 226 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
5. (12-708746-05)
zij op of omstreeks 26 januari 2005, te Roermond, zonder daartoe gerechtigd te zijn de titel van advocaat of procureur heeft gevoerd, immers heeft verdachte zich toen en daar aan een politiefunctionaris voorgesteld als [valse naam] strafrechtadvocaat (in Middelburg) en/of zich voorgedaan/gepresenteerd als advocaat van een aangehouden persoon;
art 435 ahf/ond 3° Wetboek van Strafrecht
6. (12-708746-05)
zij in of omstreeks de periode van 1 maart 2004 tot 2 september 2005, te Renesse, in de gemeente Schouwen-Duiveland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels [benadeelde partij 1]., te bewegen tot de afgifte van een woonhuis en/of garage en/of ondergrond en/of erf en/of tuin (waarin was gevestigd het pension [naam pension]), in elk geval van enig(e) goed(eren),
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van haar mededader(s), althans alleen, zich tegenover die [benadeelde partij 1] heeft opgesteld/voorgedaan als een persoon die interesse toonde in de koop van genoemde goed(eren) en/of -daarbij- zich heeft gepresenteerd/ voorgewend als een solvabel persoon, althans als een persoon die over -voldoende- vermogen (voor de betaling van de koopprijs) beschikte/kon beschikken en/of (vervolgens) een of meer -foute/onjuiste- gegevens (naam en/of voornaam van de koper) heeft opgegeven/verschaft ten behoeve van het (laten doen) opmaken/op schrift zetten van een koopovereenkomst en/of
-vervolgens- die schriftelijke koopovereenkomst (als koper) heeft (mede-)ondertekend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
7. (12-707461-05)
zij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 15 november 2004 tot en met 15 december 2004 te Renesse, in de gemeente Schouwen-Duiveland, in elk geval in het Arrondissement Middelburg, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 2500 Euro, in elk geval van enig goed/geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich tegenover die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] voorgedaan als advocaat en/of (vervolgens) die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] voorgesteld/overgehaald om voor die [benadeelde partij 3] en/of één of meer gezinsleden van die [benadeelde partij 3] (een) verblijfsvergunning(en) aan te vragen en/of hen (als advocaat) juridische bijstand hiervoor te verlenen en/of (vervolgens) die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] om een geldbedrag van ongeveer 2500 Euro heeft gevraagd teneinde de zaak van die [benadeelde partij 3] aanhangig te maken bij het Europese Hof, waardoor die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
8. (12-707461-05)
zij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 april 2004 tot en met 30 november 2004 te Renesse, in de gemeente Schouwen-Duiveland, in elk geval in het Arrondissement Middelburg, een visitekaartje - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte (met behulp van een computer) valselijk een visitekaartje gemaakt met daarop vermeld de/een (door haar valselijk gebruikte/voorgewende) voorletter en/of naam ([valse naam]) en/of titulatuur (Mr.) en/of hoedanigheid (advocaat) en/of kantoornaam ([valse kantoornaam]), die moest(en) doorgaan voor haar werkelijke voorletter en/of naam en/of titulatuur en/of hoedanigheid en/of kantoornaam, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
en/of
dat zij op een tijdstip in de maand november 2004 in de gemeente Schouwen-Duiveland, in elk geval in het Arrondissement Middelburg, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals of vervalst geschrift (te weten een visitekaartje met daarop (onder meer) valselijk vermeld [valse kantoornaam] en/of Mevr. Mr. [valse naam], advocaat) als ware het echt en onvervalst, bestaande dat gebruik uit het tonen en/of aanbieden van dat visitekaartje aan (een) (potentiële) cliënt(en);
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
9. (12-707461-05)
zij, op (een) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2004 tot en met 15 december 2004, in de gemeente Schouwen-Duiveland, in elk geval in het Arrondissement Middelburg, meermalen, althans eenmaal (telkens), zonder daartoe gerechtigd te zijn, de titel van advocaat en/of procureur heeft gevoerd.
art 435 ahf/ond 3° Wetboek van Strafrecht
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 6 is tenlastegelegd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte een ondeugdelijke poging gedaan ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om [benadeelde partij 1] aan de hand van leugens te wegen tot afgifte van - kort gezegd - pension [naam pension]. Het gaat hier immers om een object zijnde een onroerende zaak, waarvan de afgifte niet kan worden gerealiseerd door de in de tenlastelegging bedoelde en door verdachte valselijk opgemaakte koopovereenkomst. De voor de overdracht van onroerende zaken vereiste levering kan uitsluitend geschieden door een daartoe bestemde, tussen partijen opgemaakte notariële akte (artikel 3:89 lid 1 BW). Van het verlijden van deze akte van levering zou het niet zijn gekomen omdat verdachte, die zich ten onrechte als solvabel heeft voorgedaan, niet in staat zou zijn geweest om, zoals artikel 3 van de litigieuze koopovereenkomst voorschrijft, de koopprijs te betalen op de dag dat de akte van levering zou worden ondertekend. Het had ten aanzien van het object van de oplichting derhalve nooit tot een voltooid delict kunnen komen.
Bewijsoverweging
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verdachte [minderjarige] niet opzettelijk aan de nasporing van justitie of politie heeft onttrokken. Verdachte heeft zich, anders dan haar raadsvrouw stelt, schuldig gemaakt aan het opzettelijk onttrekken van [minderjarige] aan de nasporing van justitie of politie. Verdachte heeft immers, op eigen initiatief, [minderjarige] geadviseerd haar MSN-logbestand te wissen, zodat haar vindplaats niet kon worden achterhaald. Verdachte heeft er bovendien, nadat [minderjarige] zelf had aangegeven dat zij bang was om gevonden te worden, mee ingestemd dat [minderjarige] haar GSM weg zou doen, althans stuk zou maken. Dat verdachte voornemens was om na enige tijd de politie in te lichten en daar twee dagen later ook toe over is gegaan, neemt het opzet aan de onttrekking in de dagen daarvóór niet weg.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte de goederen in samenspraak met [benadeelde partij 1] en - afgezien van enkele goederen die zij in privé bij Delta Warenhuis heeft gekocht - ten behoeve van het pension heeft gekocht. Verdachte zou niet hebben geweten van de financiële situatie waarin het pension verkeerde en ging ervan uit dat het pension de rekeningen zou (kunnen) betalen. Van het opzettelijk aanschaffen van goederen zonder hiervoor te willen betalen, laat staan van het maken van een gewoonte daarvan, is volgens de raadsvrouw aldus geen sprake.
De rechtbank overweegt in dit verband het volgende. In de eerste plaats is het niet van belang dat verdachte het merendeel van de goederen ten behoeve van het pension heeft aangeschaft, omdat het tenlastegelegde niet vergt dat de goederen in eigen bezit zijn gebracht. De omstandigheid dat de aankopen werden gedaan in samenspraak met [benadeelde partij 1] is evenmin van belang, daar verdachte zich tegenover hem als solvabel en als toekomstig eigenaar heeft voorgedaan, zodat verdachte zich niet achter zijn instemming kan verschuilen. Verdachte heeft zich ten onrechte als solvabel voorgedaan, niet alleen tegenover haar toenmalige vriend [naam vriend] en [benadeelde partij 1], maar ook ten overstaan van de desbetreffende verkopers. Zij heeft dus naar de uiterlijke verschijningsvorm zich voorgedaan als (mede)koper. Verdachte heeft meerdere malen - er aldus een gewoonte van makend - voor aanzienlijke bedragen goederen aangeschaft, wetende dat zij niet in staat zou zijn om (geheel) voor die goederen te betalen. Het oogmerk is daarmee reeds gegeven. Al zou verdachte niet op de hoogte zijn geweest van de financiële situatie waarin het pension zich bevond, dan nog zijn de gevolgen van haar handelwijze haar aan te rekenen. Verdachte heeft deze gevolgen kennelijk op de koop toe genomen, door zich in het geheel niet af te vragen met welk geld de goederen moesten worden betaald, wetende dat haar partners en de verkopers vertrouwden op haar solvabiliteit. Het feit is derhalve bewezen.
Ten aanzien van het onder 4 primair tenlastegelegde heeft de raadsvrouw van verdachte aangevoerd dat dit feit niet is bewezen omdat verdachte de litigieuze koopovereenkomst slechts heeft ondertekend en niet zelf heeft opgesteld.
Ook dit verweer faalt. Door het plaatsen van haar handtekening op de koopovereenkomst, wetende dat in het contract valse gegevens waren opgenomen, heeft verdachte de overeenkomst zelf valselijk opgemaakt, zodat het primair tenlastegelegde feit is bewezen.
Ten aanzien van het onder 7 tenlastegelegde heeft verdachte ter terechtzitting gesteld dat zij zich niet kan herinneren € 2.500,- te hebben ontvangen. Voor zover deze stelling van verdachte als een ontkenning van het tenlastegelegde feit moet worden begrepen, is de rechtbank van oordeel dat op grond van de aangifte van [benadeelde partij 2] en de getuigenverklaring van [naam vriend], bewezen is dat verdachte bedoelde geldsom van de schoonvader van die [benadeelde partij 2] overhandigd heeft gekregen, nadat zij [benadeelde partij 3] en/of die [benadeelde partij 2] onder valse voorwendselen daartoe had bewogen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3,
4 primair, 5, 7, 8 en 9 tenlastegelegde heeft begaan met dien verstande dat:
1.
zij op meer tijdstippen in de periode van 11 februari 2005 tot en met 14 februari 2005 in de gemeenten Putten en Ermelo en Schouwen-Duivenland, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een minderjarige, te weten [minderjarige], geboren [geboortedatum], heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag te weten [moeder minderjarige] (moeder van [minderjarige]), immers heeft verdachte daar toen tezamen en in vereniging met een ander,
- contact gehad met [minderjarige] via MSN en
- een afspraak gemaakt in Ermelo met [minderjarige] en
- die [minderjarige] met de auto vanuit Ermelo naar Renesse meegenomen, zonder achterlating van verdachtes adres en persoonsgegevens en
- die [minderjarige] in de woning gelegen aan de [verblijfadres] laten verblijven;
2.
zij op meer tijdstippen in de periode van 11 februari 2005 tot en met 14 februari 2005 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een minderjarige, te weten [minderjarige] ([geboortedatum]), die onttrokken is aan het wettig over haar gesteld gezag aan de nasporing van de ambtenaren van justitie of politie heeft onttrokken (gehouden);
3. (12-708746-05)
zij in de periode 1 mei 2004 tot en met 31 december 2004, op na te noemen plaats, in elk geval in Nederland, alleen, een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, hebbende verdachte telkens met voormeld oogmerk, de navolgende goederen - op tijd daarbij vermeld - gekocht, te weten:
- washandjes en handdoeken en badlakens en gastendoekjes en badmatjes en dekbedovertreksets, op een tijdstip in de maand mei 2004, (Ratex groothandel in textiel) en
- zeep- en toiletpapierdispensers en toiletborstelhouders en afvalemmers en papier en andere materialen, op meer tijdstippen in de periode 1 juni 2004 tot 1 oktober 2004, Ille Nederland B.V.) en
- schoenen en kleding en speelgoed en stofzuiger en zwembad, op meer tijdstippen in de periode 1 augustus 2004 tot en met 31 december 2004, in Renesse (bij Delta Warenhuis B.V.);
4. (12-708746-05)
zij op 08 april 2004 in de gemeente Schouwen-Duiveland, alleen, een koopovereenkomst - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, terwijl die koopovereenkomst een authentieke akte is, immers heeft verdachte valselijk die schriftelijke koopovereenkomst -met onjuiste/foute gegevens- voor waarheid ondertekend, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken
5. (12-708746-05)
zij op 26 januari 2005, te Roermond, zonder daartoe gerechtigd te zijn de titel van advocaat heeft gevoerd, immers heeft verdachte zich toen en daar aan een politiefunctionaris voorgesteld als [valse naam] strafrechtadvocaat (in Middelburg) en zich voorgedaan/gepresenteerd als advocaat van een aangehouden persoon;
7. (12-707461-05)
zij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 15 november 2004 tot en met 15 december 2004 te Renesse, in de gemeente Schouwen-Duiveland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 2500 Euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich tegenover die [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] voorgedaan als advocaat en vervolgens die [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] voorgesteld/overgehaald om voor die [benadeelde partij 3] en meer gezinsleden van die [benadeelde partij 3] verblijfsvergunningen aan te vragen
en hen (als advocaat) juridische bijstand hiervoor te verlenen en vervolgens die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] om een geldbedrag van 2500 Euro heeft gevraagd teneinde de zaak van die [benadeelde partij 3] aanhangig te maken bij het Europese Hof, waardoor die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
8. (12-707461-05)
zij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 april 2004 tot en met 30 november 2004 te Renesse, in de gemeente Schouwen-Duiveland, een visitekaartje - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte met behulp van een computer valselijk een visitekaartje gemaakt met daarop vermeld een door haar valselijk gebruikte/voorgewende naam ([valse naam]) en titulatuur (Mr.) en hoedanigheid (advocaat) en kantoornaam ([valse kantoornaam]), die moest(en) doorgaan voor haar werkelijke naam en titulatuur en hoedanigheid en kantoornaam, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken, en dat zij op een tijdstip in de maand november 2004 in de gemeente Schouwen-Duiveland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals geschrift (te weten een visitekaartje met daarop onder meer valselijk vermeld [valse kantoornaam] en Mevr. Mr. [valse naam], advocaat) als ware het echt en onvervalst, bestaande dat gebruik uit het tonen en aanbieden van dat visitekaartje aan (een) (potentiële) cliënt(en);
9. (12-707461-05)
zij, op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2004 tot en met 15 december 2004, in het Arrondissement Middelburg, meermalen, telkens, zonder daartoe gerechtigd te zijn, de titel van advocaat heeft gevoerd.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier bewezen is verklaard, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Bewijsvoering
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
1. Het onttrekken van een minderjarige aan het wettig over haar gesteld gezag.
2. Het onttrekken aan de nasporing van de ambtenaren van politie of justitie van een minderjarige die onttrokken is aan het wettig over haar gesteld gezag.
3. Een gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren.
4 primair. Valsheid in geschrift, gepleegd in authentieke akte.
5. Zonder daartoe gerechtigd te zijn de titel van advocaat voeren.
7. Oplichting.
8. Valsheid in geschrift en het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.
9. Zonder daartoe gerechtigd te zijn de titel van advocaat voeren.
Strafbaarheid van de verdachte
De raadsvrouw betoogt dat verdachte ter zake van het onder 1 tenlastegelegde feit niet strafbaar is omdat zij heeft gehandeld in een situatie van psychische overmacht.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte niet onder invloed van een zodanige drang gehandeld dat zij niet anders kon of behoorde te handelen. Verdachte had anders en minder verstrekkend kunnen handelen dan zij heeft gedaan door [minderjarige] abrupt bij haar ouders weg te halen. Zo had verdachte naar de politie kunnen gaan - ook al had [minderjarige] daar een keer een slechte ervaring mee gehad - of bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming of een andere hulpinstantie kunnen inlichten. Het beroep op overmacht slaagt derhalve niet.
Ook overigens is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Motivering van de op te leggen sancties
Bij het bepalen van de op te leggen straffen heeft de rechtbank rekening gehouden met het volgende:
- de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Voor wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft door haar handelwijze er toe bijgedragen dat de ouders van [minderjarige] een weekend lang in grote spanning en onzekerheid hebben doorgebracht, daar hun dochter plotseling verdwenen was. Verdachte heeft weliswaar gehandeld in de overtuiging dat [minderjarige] binnen het gezin seksueel werd misbruikt en heeft haar willen behoeden voor een zelfmoordpoging waar zij mee dreigde, maar de oplossing die verdachte heeft gevonden voor het dilemma waarmee zij werd geconfronteerd, is niet de juiste geweest. Verdachte had er beter aan gedaan de politie of een hulpinstantie te waarschuwen, dan [minderjarige] plotsklaps zonder enige kennisgeving bij haar ouders weg te halen. De rechtbank wil wel aannemen dat voormeld feit is gepleegd uit zorg voor [minderjarige]. Zwaarder rekent de rechtbank de serie feiten met het karakter van oplichting verdachte aan. In het bijzonder wordt verdachte ernstig verweten dat zij de hulpbehoevende familie [benadeelde partij 3] geldelijk en emotioneel heeft benadeeld door zich - mede met gebruikmaking van een valselijk opgemaakt visitekaartje - als advocaat voor te doen. Zij heeft deze familie, die zich van haar hulp afhankelijk heeft gesteld, valse hoop gegeven en, nog kwalijker, in dat kader € 2.500,- afhandig gemaakt, zogenaamd ter verkrijging van verblijfsvergunningen. Voorts wordt verdachte aangerekend dat haar leugens er toe hebben geleid dat diverse bedrijven met onbetaalde rekeningen zijn blijven zitten. Verdachte heeft deze bedrijven benadeeld door zich ten onrechte als solvabel voor te doen.
Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister d.d. 14 november 2006. Verdachte is niet eerder met Justitie in aanraking gekomen. Met deze omstandigheid zal ten gunste van de verdachte rekening worden gehouden. Dat geldt eveneens ten aanzien van de relatieve ouderdom van de hier aan de orde zijnde feiten. Verdachte lijdt niet aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Er is wel sprake van een gebrekkige ontwikkeling van haar geestvermogens in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis “met borderline”. Op grond van deze stoornis is zij in enigszins verminderde mate toerekeningsvatbaar te achten, ook ten tijde van de tenlastegelegde feiten. Deze stoornis beperkt haar vrije wil, maar zij heeft ook een berekenende kant. Zij heeft de neiging tot manipulatie. Volgens verdachte gaat het de laatste tijd goed, sinds ze (de juiste) medicatie krijgt. Zij voelt zich gesteund door Emergis. Verdachte werkt thans niet en ontvangt een WIA-uitkering. Het verrichten van een werkstraf sluit zij als mogelijkheid niet uit. [minderjarige] woont bij haar in huis, met toestemming van de ouders van [minderjarige]. Verdachte geeft aan een gevangenisstraf niet te zien zitten, gelet op het kind waarvoor zij alleen de zorg draagt.
Op grond van het bovenstaande acht de rechtbank ten aanzien van het onder 1, 2, 3, 4 primair, 7 en 8 bewezenverklaarde - misdrijven - een onvoorwaardelijke werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. Deze straffen zijn conform de eis van de officier van justitie, maar komen feitelijk boven de eis uit omdat de rechtbank, anders dan de conclusie van de officier van justitie, ten aanzien van het onder 6 tenlastegelegde tot een vrijspraak is gekomen. De hoogte van deze straffen laat zich in het bijzonder begrijpen door het gewicht dat de rechtbank hecht aan de misleiding door verdachte van de familie [benadeelde partij 3]. De rechtbank tilt hier, zoals hiervóór reeds is toegelicht, zeer zwaar aan.
Ten aanzien van het onder 5 en 9 bewezenverklaarde - overtredingen - zal verdachte worden veroordeeld tot een geldboete van twee keer € 100,-, conform de eis van de officier van justitie, doch onvoorwaardelijk opgelegd. De rechtbank acht deze overtredingen te ernstig om met een voorwaardelijke geldboete te kunnen volstaan. Het aannemen van de valse hoedanigheid van advocaat ten opzichte van rechtzoekenden en instanties schaadt het vertrouwen dat in het ambt van advocaat kan worden gesteld.
Benadeelde partijen
De zich in deze zaak gevoegde benadeelde partijen, te weten [benadeelde partij 1], Ille Papier-Service NL B.V. en W.O. Hoogerhuis (Delta Warenhuis), die betaling van schadevergoeding ten bedrage van € 231.672,10, € 8.762,88 respectievelijk € 5.475,40 hebben gevorderd, gegrond op de aan verdachte onder 3 en 6 tenlastegelegde feiten, zullen niet-ontvankelijk in hun vorderingen worden verklaard. Ten aanzien van feit 6 omdat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken, ten aanzien van feit 3 omdat de vorderingen te complex zijn om in deze strafzaak te kunnen worden afgedaan.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 23, 24, 24c, 47, 57, 62, 225, 226, 279, 280, 326, 326a en 435 van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Zij verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 6 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij.
Zij verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5, 7, 8 en 9 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Zij verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Zij bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Zij verklaart de verdachte te dier zake strafbaar.
Zij legt aan de verdachte op een taakstraf, te weten een werkstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien de veroordeelde deze taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen.
Zij veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Zij bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast.
Zij stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Zij bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Zij veroordeelt de verdachte tot het betalen van een geldboete van 2 (twee) keer €100,-
(honderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd
van 2 (twee) dagen.
Zij verklaart ter zake van de onder 3 en 6 tenlastegelegde feiten de benadeelde partijen
[benadeelde partij 1], domicilie kiezend te 4300 AC Zierikzee, postbus 120, Ille Papier-Service NL B.V., domicilie kiezend te [adres], en W.O. Hoogerhuis (Delta Warenhuis), domicilie kiezend te [adres], niet-ontvankelijk in hun vorderingen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.P.M. Hopmans, voorzitter, mrs. G.J.A. van Unnik en B.F.Th. de Roos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.A. Stalenhoef als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 december 2006.
Mr. J.P.M. Hopmans is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.