ECLI:NL:RBMID:2006:AZ5777
Rechtbank Middelburg
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen herziening van een onherroepelijke uitspraak in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 21 december 2006 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De indiener van het verzet, wonende te Ouddorp, had eerder een verzoek tot herziening ingediend van een onherroepelijke uitspraak van de rechtbank van 2 maart 1995. Deze eerdere uitspraak verklaarde de beroepen van de indiener tegen besluiten van het bestuur van de Nieuwe Industriële Bedrijfsvereniging ongegrond. De indiener heeft geen hoger beroep ingesteld, waardoor de uitspraak onherroepelijk werd.
De rechtbank heeft in deze verzetprocedure vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven tot herziening van de eerdere uitspraak. De indiener voerde aan dat de procedures bij het Tuchtcollege nieuwe informatie hadden opgeleverd die een andere kijk op de zaak gaven. De rechtbank oordeelde echter dat deze informatie niet als nieuw feit kon worden aangemerkt, omdat de tuchtrechtelijke procedures plaatsvonden na de eerdere uitspraak en de rechtbank destijds al had geoordeeld op basis van de beschikbare gegevens.
De rechtbank concludeerde dat het herzieningsverzoek van de indiener terecht als kennelijk ongegrond was verklaard. Het verzet werd dan ook ongegrond verklaard. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. I. Dijkman, in tegenwoordigheid van griffier W.J. Steenbergen. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.