ECLI:NL:RBMID:2006:AZ5774
Rechtbank Middelburg
- Herziening
- G.H. Nomes
- W.B. Smeenk
- Rechtspraak.nl
Herziening van een onherroepelijke uitspraak inzake besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 24 maart 2006 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 2 maart 1995. De verzoeker had tegen deze eerdere uitspraak geen hoger beroep ingesteld, waardoor deze onherroepelijk was geworden. De verzoeker diende op 12 maart 2002 een verzoek tot herziening in, dat door de rechtbank werd afgewezen. Op 15 december 2005 diende de verzoeker opnieuw een verzoek tot herziening in, ditmaal op basis van nieuwe gegevens die voortkwamen uit een klacht tegen de orthopedisch chirurg E.T. Schuijt, die in 1994 als deskundige was aangewezen. De verzoeker stelde dat de tuchtrechtelijke procedures die volgden op deze klacht nieuwe feiten aan het licht hadden gebracht die een andere kijk op de zaak gaven.
De rechtbank overwoog dat de procedures bij het Regionaal Tuchtcollege en het Centraal Tuchtcollege na de eerdere uitspraak van 2 maart 1995 plaatsvonden. Hierdoor was er geen sprake van nieuwe feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hadden plaatsgevonden, zoals vereist volgens artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat het herzieningsverzoek kennelijk ongegrond was en besloot het onderzoek te sluiten en onmiddellijk uitspraak te doen.
De rechtbank verklaarde het verzoek tot herziening ongegrond, en de indiener van het verzetschrift heeft de mogelijkheid om verzet te doen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending. De uitspraak werd gedaan door mr. G.H. Nomes, in tegenwoordigheid van mr. W.B. Smeenk, griffier.