ECLI:NL:RBMID:2006:AZ5712

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
15 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Awb 05/441
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen omzetting studieschuld in rentedragende lening

In deze zaak heeft eiseres, wonende te Kloetinge, beroep ingesteld tegen een besluit van de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep. Eiseres betwist dat haar studieschuld is omgezet in een rentedragende lening. De rechtbank Middelburg heeft op 15 december 2006 uitspraak gedaan in deze zaak, die onder de Algemene wet bestuursrecht valt. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van 5 april 2005, waarin haar bezwaar gedeeltelijk gegrond werd verklaard met betrekking tot studiefinanciering en de OV-studentenkaart voor de maanden augustus en september 2004. Echter, het bezwaar tegen de omzetting van de studieschuld in een rentedragende lening werd niet op de juiste grondslag genomen, waardoor het beroep van eiseres niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft bepaald dat het bestreden besluit niet op de grondslag van het bezwaarschrift is genomen en dat er bezwaar openstaat tegen dit primaire besluit. Eiseres is niet verschenen op de zitting, terwijl de verweerster vertegenwoordigd was door een gemachtigde. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, maar heeft wel bepaald dat verweerster het betaalde griffierecht van € 37,- aan eiseres moet vergoeden. Tegen deze uitspraak kan een belanghebbende beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector Bestuursrecht
procedurenummer: AWB 05/441
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken
inzake
[xxx],
wonende te Kloetinge, eiseres,
tegen
De hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep, verweerster,
gemachtigde: mr. M. Wiersma, juridisch medewerker van de afdeling Bezwaar, Beroep en Juridische zaken van de Informatie Beheer Groep.
1. Ontstaan en loop van het geding
Verweerster heeft bij besluit van 18 februari 2005 bepaald dat eiseres een schuld heeft bij verweerster van € 439,55 bestaande uit een kortlopende schuld van € 167,55 en een boete vanwege het onrechtmatig kaartbezit van € 272,00.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 2 maart 2005 bezwaar gemaakt bij verweerster.
Bij besluit van 5 april 2005 heeft verweerster het bezwaar van eiseres gegrond verklaard voor wat betreft het recht op studiefinanciering en de OV-studentenkaart over de maanden augustus 2004 tot en met september 2004 en heeft het bezwaarschrift voor het overige ongegrond verklaard. Bij besluit van 8 april 2005 (bericht Studiefinanciering 2004, nr. 4) is ondermeer aangekondigd dat als gevolg van het gegronde bezwaarschrift correcties zouden worden toegepast op de studieschuld van eiseres en dat de terugbetalingsgevolgen zouden worden aangegeven in Bericht Studiefinanciering 2005 nr. 1. In Bericht Studiefinanciering 2005 nr.1 van 8 april 2005 is het saldo van eiseresses studieschuld vastgesteld op
€ 56,27 en tevens aangegeven dat de schuld open stond in de vorm van een rentedragende lening.
Tegen het Bericht Studiefinanciering 2005 nr.1 van 8 april 2005 heeft eiseres bij brief van 19 april 2005, ingekomen op
20 april 2005, beroep ingesteld bij de rechtbank Dordrecht.
De zaak is op 6 november 2006 ter zitting van een enkelvoudige kamer behandeld.
Eiseres is niet verschenen.
Verweerster is verschenen bij gemachtigde.
2. Overwegingen
2.1. De vaststelling van eiseresses studieschuld op een bedrag van € 56,72 kan worden gezien als de uitkomst van een heroverweging op de grondslag van het bezwaarschrift en maakt, hoewel op een later tijdstip bepaald, deel uit van de voor beroep vatbare beslissing op bezwaar. Eiseres bestrijdt de uiteindelijke omvang van de studieschuld als zodanig niet, zodat het bestreden besluit in dat opzicht niet door de rechtbank zal worden getoetst.
2.2. Eiseres bestrijdt wel dat de voorgenoemde studieschuld is omgezet in een rentedragende lening. In zoverre is het bestreden besluit niet op de grondslag van het bezwaarschrift genomen en dus een primair besluit, waartegen bezwaar openstaat. Het door eiseres ingestelde beroep is dan ook (thans) niet-ontvankelijk en zal als bezwaarschrift ter behandeling aan verweerster worden doorgezonden.
2.3. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, omdat niet van dergelijke kosten is gebleken. Wel acht de rechtbank termen aanwezig voor vergoeding door verweerster aan eiseres van het betaalde griffierecht ad € 37,- omdat de rechtsmiddelenclausule in het bestreden besluit eiseres de verkeerde kant op heeft gestuurd.
3. Beslissing
De rechtbank Middelburg,
- verklaart het beroepschrift niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat verweerster aan eiseres het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 37,- vergoedt;
Aldus gegeven door mr. A.P. Hameete, rechter, en door deze en mr. N.M. Zandbergen, griffier, ondertekend.
De griffier, De rechter,
Uitgesproken in het openbaar op:
Afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan een belanghebbende beroep instellen. Het instellen van het beroep geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht, binnen zes weken na dagtekening van verzending van deze uitspraak.