ECLI:NL:RBMID:2006:AZ5254
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van hulploon na hulpverlening aan motortankschip Argas
In deze zaak vorderde de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Handel-en Scheepvaartmaatschappij Multraship BV (hierna: Multraship) van Posttrans B.V. (hierna: Posttrans) een bedrag van EUR 115.000,00, vermeerderd met wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. Multraship baseerde haar vordering op artikel 8:569 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, stellende dat zij als hulpverlener recht had op hulploon voor de verleende hulp aan het motortankschip Argas, dat op 27 december 2002 in gevaar verkeerde na een aanvaring met een strekdam.
De rechtbank Middelburg oordeelde dat Multraship niet als hulpleverancier kon worden aangemerkt, omdat zij niet zelf de hulp had verleend. De Fonda, een van de betrokken sleepboten, had weliswaar vastgemaakt aan de Argas, maar de hulpverlening was niet door Multraship gecoördineerd. De rechtbank concludeerde dat er aanvankelijk wel sprake was van gevaar, maar dat dit gevaar was geweken toen de schipper van de Argas de schade had vastgesteld en het schip op eigen kracht kon afmeren. De rechtbank oordeelde dat Multraship geen recht had op hulploon, omdat er geen actieve hulp was verleend en de vorderingen van Multraship werden afgewezen.
De rechtbank veroordeelde Multraship in de proceskosten van Posttrans, die op dat moment waren begroot op EUR 2.530,00 voor griffierecht en EUR 5.684,00 voor procureurssalaris. Dit vonnis werd uitgesproken op 30 augustus 2006 door mr. H.A. Witsiers.