ECLI:NL:RBMID:2006:AZ5043
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling op basis van handtekeningvalidatie in kredietovereenkomst
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg, stond de geldigheid van een handtekening op een kredietovereenkomst centraal. De eiseres, Direct Collector B.V., had een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, waarbij de vraag was of de handtekening van gedaagde sub 2 op de overeenkomst authentiek was. De rechtbank benoemde M. de Monchy als deskundige om de handtekening te onderzoeken. In haar rapport, uitgebracht op 19 juli 2006, concludeerde de deskundige dat de handtekening hoogstwaarschijnlijk authentiek was, wat de rechtbank als voldoende bewijs beschouwde voor de vordering van Direct Collector.
De rechtbank oordeelde dat de vordering tot betaling van € 34.402,25 aan eiseres, vermeerderd met rente, toewijsbaar was. De rechtbank stelde vast dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk waren voor de betaling, wat betekent dat als één van hen betaalt, de ander bevrijd is van de verplichting. De rechtbank wees ook de proceskosten toe aan eiseres, inclusief de kosten van het deskundigenbericht. De beslissing werd uitgesproken op 13 december 2006, waarbij de rechtbank het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaarde, wat betekent dat de eiseres het vonnis direct kon laten uitvoeren, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.
De zaak illustreert de rol van deskundigen in civiele procedures en hoe de rechtbank de bevindingen van deskundigen kan overnemen in haar oordelen. De uitspraak benadrukt ook de verantwoordelijkheden van gedaagden in het geval van een vordering en de gevolgen van het niet verschijnen in de rechtszaak.