ECLI:NL:RBMID:2006:AZ2852

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
28 februari 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
51466
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot doorhaling van A2-codering bij het BKR

In deze zaak vorderden eisers, een echtpaar, dat Neckermann B.V. de noodzakelijke handelingen zou verrichten om een A2-codering bij het BKR te laten doorhalen. Deze codering was ontstaan na een betalingsachterstand op een hometrainer die door eiseres sub 2 was besteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de A2-codering ten laste van eiser sub 1 niet meer aanwezig was op het moment van de zitting, waardoor deze vordering werd afgewezen. Echter, de A2-codering ten laste van eiseres sub 2 was in geschil. De rechtbank oordeelde dat Neckermann niet voldoende had aangetoond dat eiseres sub 2 de vereiste waarschuwingen en aanmaningen had ontvangen voordat de melding bij het BKR werd gedaan. Hierdoor was Neckermann in gebreke gebleven en had zij niet in redelijkheid tot de melding mogen overgaan. De rechtbank heeft de vordering tot doorhaling van de A2-codering ten laste van eiseres sub 2 toegewezen, met een dwangsom van € 500 per dag voor elke dag dat Neckermann niet aan de uitspraak voldeed, tot een maximum van € 16.000. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 28 februari 2006 in de zaak van:
Kort gedingnr.: 29/2006
[eisers],
wonende te Opmeer,
eisers,
procureur: mr. B. Vermeirssen,
tegen:
de besloten vennootschap Neckermann B.V.,
gevestigd te Terneuzen,
gedaagde,
advocaat: mr. J.P.M. Mol te Son en Breugel.
1. Het verloop van het geding
Partijen worden verder aangeduid als [eisers] en Neckermann.
Het dossier bevat de volgende processtukken:
- dagvaarding met bijlagen;
- brieven d.d. 27 februari 2006 houdende een tweetal akten wijziging van eis zijdens [eisers];
- brief d.d. 27 februari 2006 met producties zijdens Neckermann;
- pleitaantekeningen zijdens beide partijen.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 28 februari 2006, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
2. De feiten
2.1. [eisers] zijn met elkaar in eerste echt en in gemeenschap van goederen gehuwd op 29 april 1988. Bij beschikking van 27 december 2001 van de rechtbank te Alkmaar is de echtscheiding uitgesproken in hun huwelijk, welke beschikking op 25 januari 2002 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Hoorn.
2.2. Op 26 augustus 2003 heeft eiseres sub 2 een hometrainer besteld bij Neckermann voor een bedrag van € 159,00 exclusief € 14,99 aan verzendkosten.
Deze hometrainer is door Neckermann afgeleverd op het adres van eiseres sub 2 te Leidschendam, waar zij sedert 22 oktober 2002 woonachtig was.
2.3. Nadat betaling van de hometrainer uitbleef, is automatisch een kredietverhouding tussen Neckermann en eiseres sub 2 ontstaan en heeft Neckermann, nadat ook hierop geen betaling is ontvangen, op 19 februari 2004 een melding gedaan aan het BKR van het uitblijven van die betaling, hetgeen heeft geresulteerd in een A2-codering.
Bij die melding zijn de door eiseres sub 2 in 1988 aan Neckermann verstrekte gegevens, met de in 2001 door Neckermann van eiseres sub 2 ontvangen adreswijziging doorgegeven. Onderdeel van die gegevens was de geboortedatum van eiser sub 1, als gevolg waarvan de codering door het BKR abusievelijk op zijn naam is gezet.
2.4. [eisers] hebben op 18 januari 2006 een woonhuis gekocht te Abbekerk. De aankoop van deze woning dient te worden gefinancierd door middel van een hypothecaire geldlening. De ontbindende voorwaarde op grond van het door [eisers] gemaakte financieringsvoorbehoud verstrijkt op 1 maart 2006.
De financiële instelling waar [eisers] een hypothecaire geldlening hebben aangevraagd, weigert een dergelijke lening te verstrekken in verband met de A-codering bij het BKR.
2.5. Op 19 januari 2006 hebben [eisers] de achterstand bij Neckermann aangezuiverd, zodat Neckermann thans niets meer van [eisers] te vorderen hebben.
2.6. Op 24 januari 2006 zijn [eisers] met elkaar hertrouwd in gemeenschap van goederen.
2.7. Op 27 februari 2006 heeft Neckermann het BKR gewezen op de onjuistheid van de vermelding van de A2-codering bij eiser sub 1 en heeft zij verzocht de gegevens verbonden aan die codering te wijzigen, in die zin dat de codering thans op naam van eiseres sub 2 is gesteld, zoals ook oorspronkelijk de bedoeling van Neckermann was.
3. Het geschil en de beoordeling daarvan
3.1. [eisers] vorderen, kort samengevat en na wijzigingen van eis, Neckermann te veroordelen om die handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn om de vermelde A2-codering bij het BKR geheel door te (laten) halen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Neckermann in de kosten van dit geding.
Neckermann heeft hiertegen verweer gevoerd.
3.2. De omstandigheid dat [eisers] Neckermann B.V. hebben gedagvaard in plaats van Neckermann Nederland B.V. heeft met het verschijnen van Neckermann, mede namens Neckermann Nederland B.V., geen consequenties voor de door Bartels ingestelde vorderingen.
3.3. [eisers] hebben geen belang meer bij de vordering die strekt tot doorhaling van de A2-codering ten laste van eiser sub 1, omdat uit de door Neckermann overgelegde stukken genoegzaam blijkt dat die codering op 27 februari 2006 niet meer aanwezig was. Deze vordering zal derhalve worden afgewezen.
3.4. Ten aanzien van de A2-codering bij het BKR ten laste van eiseres sub 2 is tussen partijen in geschil of de codering terecht ten laste van eiseres sub 2 is opgenomen.
Vaststaat dat eiseres sub 2 bij Neckermann op 26 augustus 2003 een hometrainer heeft besteld en deze tot aan 19 januari 2006 niet heeft betaald.
Voldoende aannemelijk is geworden dat ingevolge het door Neckermann gehanteerde betalingssysteem als gevolg van het onbetaald laten van de bij de hometrainer gevoegde factuur door eiseres sub 2 een omzetting is gevolgd waarbij een kredietverhouding tussen haar en Neckermann is ontstaan. Op dit krediet is eveneens tot aan 19 januari 2006 geen betaling verricht.
Neckermann heeft derhalve in beginsel terecht van deze betalingsachterstand melding gemaakt bij het BKR. Alvorens tot een dergelijke melding over te gaan, dienen aanmaningen, een waarschuwing voor die melding en een ingebrekestelling Bartels te hebben bereikt. Op basis van het door Neckermann gehanteerde geautomatiseerde systeem is aannemelijk dat deze waarschuwing in combinatie met aanmaningen en een ingebrekestelling zijn verzonden.
Gelet op de betwisting daartoe door eiseres sub 2 is evenwel onvoldoende vast komen te staan dat zij deze waarschuwing en de daaraan voorafgaande aanmaningen en een ingebrekestelling heeft ontvangen. Neckermann kan daarvan geen bewijsstukken overleggen. Op Neckermann rustte, gelet op de ernst van een A2-codering bij het BKR, de verplichting om, alvorens een dergelijke melding te doen, zich ervan te verzekeren dat eiseres sub 2 voormelde waarschuwing en de daaraan voorafgaande aanmaningen en een ingebrekestelling had ontvangen. Nu Neckermann dit heeft nagelaten, had zij, gelet op de omstandigheden van het geval, naar voorlopig oordeel in redelijkheid niet tot het doen van een melding bij het BKR over mogen gaan. Aangezien zij die melding wel heeft gedaan, zal de vordering strekkende tot doorhaling van de als gevolg van die melding aangebrachte A2-codering worden toegewezen op onderstaande wijze.
De gevorderde dwangsom zal in redelijkheid worden gematigd.
3.5. In de omstandigheden van het geval ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- veroordeelt Neckermann om binnen vierentwintig uur na betekening van dit vonnis die handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn om de vermelde A(2)-codering bij het BKR ten laste van eiseres sub 2 en opgegeven door Neckermann geheel door te (laten) halen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag dat Neckermann hieraan niet voldoet met een maximum van € 16.000,00;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 28 februari 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
cb